Overweging 21 april 2024

In de eerste lezing hoorden wij zojuist hoe het uitzonderlijke verhaal van Jezus verder gaat in zijn volgelingen. Hoe zij de gevestigde macht weer zenuwachtig maken, zodat die hen ter verantwoording roept. In de lezing van de vorige zondag waren Jezus’ volgelingen nog bang en sloten zij zich nog op uit angst voor de leiders van het volk en de hogepriesters. Vandaag zijn ze overtuigd van Jezus’ kracht en gaan zij door met wat Jezus was begonnen, nl. moedeloze en verlamde mensen helpen om een nieuw begin te maken. Petrus zet alles nog eens duidelijk uiteen: Hun macht ligt in handen van Jezus. Hij is wel gedood door de machthebbers, maar God heeft Hem uit de dood laten opstaan. Hij is de hoeksteen, die iedereen tot redding is, niemand anders dan Hij kan ons redden. Hij is de langverwachte mens-naar-Gods-hart.

 

Het is duidelijk dat de volgelingen van Jezus vanaf het begin zijn boodschap uitdragen in het gewone leven. Dit goede nieuws heeft zich door overleveringen als een olievlek over heel de wereld verspreid. Eerst onder de Joodse christenen, verder via vertalingen en later binnen het Romeinse rijk. Sommige theologen noemen de erkenning van het christendom door de Romeinse keizer tevens het doodvonnis. De gelovige leiders hebben zich daarna teveel door de machtsfactor laten leiden. Door de eeuwen heen hebben er oorlogen gewoed wegens dit geloof, zijn de nodige ge- en verboden ingevoerd, zijn er kerkscheuringen geweest, waardoor het oorspronkelijke geloof danig op de proef is gesteld. In de voorbije eeuwen is vooral de klemtoon komen liggen op regels. In onze tijd worden die regels niet meer strikt nageleefd en zijn er veel mensen die de kerk verlaten. Het geloof bleek teveel een buitenkantgebeuren, dat je makkelijk als een oude jas kunt wegwerpen.

Van schaapachtige volgelingen van regels en wetjes worden veel mensen zelfstandig denkende gelovigen. Mensen laten zich niet enkel leiden door regels van buitenaf, maar leven meer van binnen uit. In mijn tijd als pastoraal werker hier in Deurne heb dat teruggezien. Mensen, die eerst nog actief waren in werkgroepen van de parochie, zag ik uit die werkgroepen vertrekken. Maar later kwam ik ze weer tegen in niet-kerk-gebonden verbanden. Daarin zag ik een persoonlijke stellingname en een antwoord op de vraag: Hoe leeft het verhaal van Jezus voort in ons? Het werd dan niet met zoveel woorden gezegd, maar die overtuiging ligt aan de basis van hun vrijwilligerswerk. Via hen leeft het verhaal van Jezus voort, minder in woorden, maar meer en vooral in daden.

 

In de goede boodschap horen we Johannes over Jezus zeggen: ‘Ik ben de goede herder’. Reeds in de catacomben hebben de eerste christenen Jezus voorgesteld als de Goede Herder, die zijn schapen kent zoals zij Hem kennen, en die het verloren schaap gaat opzoeken. De Goede Herder verwijst ook naar de barmhartigheid van God tegenover de zondaar. Dit symbool van de goede herder met het lam op de schouders komt vaak voor op fresco's, op de voorzijde van sarcofagen, in beelden en op graven.

Paus Franciscus omschreef eens in een preek hoe een priester dient te zijn: Hij moet een herder ‘met de geur van schapen’ zijn. Dat men hem kan ruiken – herder te midden van zijn kudde. In de lezing wordt hij afgezet tegen de herdersknecht, die de schapen in de steek laat zodra hij een wolf ziet aankomen. Hij is maar een functionaris, die in het gunstigste geval vanuit zijn hart werkt.

We hebben het verhaal van Johannes als ondertitel meegegeven: “De herder hoedt.” Mijn gedachten gaan daarbij naar de vijftiger jaren, toen de pastoor in mijn geboortedorp bij zijn installatie een herdersschopje kreeg aangeboden. Hij gaf het een zichtbare plek in de sacristie. Wat indruk op mij maakte was, dat hij dat gebruikte om bij een begrafenis het eerste zand op de kist met de overledene in het graf te werpen. Voor mijn gevoel was dat duidelijk een teken van herder-zijn. Als zodanig ervoeren wij en dus ook ik hem. Wij kenden hem en samen met zijn kapelaans ging hij gemoedelijk met ons om, parochianen, jong en oud, gezin en misdienaar. Hij bracht ons misdienaars zelfs tot een milieuvriendelijke actie door het inzamelen van gebruikt glas. Het leverde statiegeld op voor onze misdienaarskas en het waardeerde gebruikt glas op tot recycling, een woord dat we toen nog niet eens kenden. Een vroegtijdige actie om goed om te gaan met de ons gegeven natuur.

 

We hebben ons de vraag gesteld: Kunnen wij die goede herder zijn? Zien wij die in onze omgeving? We zien het in het vele vrijwilligerswerk, in echte zorg voor elkaar, mantelzorg, burenhulp, plekken waar mensen om niet zich inzetten voor mensen die hulp nodig hebben.

We noemden de verhalen van Tommie Niessen, die als ziekenverzorger in Helmond werkt. Hij heeft landelijke bekendheid gekregen door documentaires en door boeken als Tommie in de zorg en Tommie in gesprek. Op zijn eigen wijze benadert hij de patiënten door tussen hen in te gaan wonen. Zij lopen allemaal met hem weg.

In een oud schoolgebouw in Deurne  woont een stel verpleegkundigen tussen de bewoners die afhankelijk zijn van hun zorg. Er zijn ook initiatieven waarbij jongeren in ruil voor enkele vrijwilligersdiensten wonen tussen ouderen.

Elke dag, weer of geen weer, kunnen ouderen gezamenlijk een uurtje buiten bewegen. Deze door iemand spontaan bedachte activiteiten genieten op steeds meer plaatsen navolging.

Steeds meer ouderen zoeken woonvormen, waarbij ze mensen om zich heen hebben, zodat ze elkaar kunnen ondersteunen en ‘in de gaten’ houden. Nabuurschap wordt zo nieuw leven ingeblazen.

In gesprek met groepen kinderen of jongeren, bijv. bij vormselvoorbereiding of bij pelgrimeren voor de jeugd, stel ik hen de vraag: “Wat wil jij zijn?”. Maar nog veel belangrijker vind de vraag “Wie wil jij zijn?” In die vraag kan het antwoord gevonden worden omtrent de juiste geest en de juiste mentaliteit. Daarin zie je ook het onderscheid tussen degene die een rol speelt en degene die van harte zich laat raken door nood en hulpvragen en zich naaste toont.

Schapen en herders, de rollen wisselen soms. In afbeeldingen loopt de herder soms voorop, soms midden tussen de schapen in, soms er achteraan. Die positie is bepalend voor iemands kijk op leiding geven. Wil je directieven uitdelen, de weg wijzen of samen zoeken of alleen begeleiden.

Paul Janssen verwoordde dat een aantal jaren geleden bij een foto van mijn hand met de volgende woorden:

 

Schaap en herder tegelijk.

Volgen de schapen de herder

of volgt de herder de schapen?

De schapen vinden hun weg wel.

De herder zet hen op het spoor.

Het gras zoeken ze zelf.

Samen trekken ze op.

Ze kunnen niet zonder elkaar.

Mensen zijn schaap en herder tegelijk

We ondergaan het leven,

en we geven er ook richting aan.

We proberen

volgelingen van Jezus te zijn

en ook navolgers.

We treden in zijn voetsporen,

laten ons door Hem leiden,

als schapen achter de herder aan.

En we trekken

die voetsporen ook verder,

gaan de herder vooruit.

 

Harry Keijsers

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

PASEN 2024 :  “Luisteren naar de Paasverhalen: Goed Nieuws”

Beste Paasvrienden,

“Luisteren naar de Paasverhalen: Goed nieuws” – dat is ons thema , met de nadruk op: goed nieuws. Zoals velen van u weten, woon ik in een klooster-een bejaardenoord. ’s Avonds na het nieuws van 8 uur komen we samen voor koffie  en een gesprekje. Vaak zuchten we de laatste tijd en zeggen: weer alleen maar somber nieuws in het journaal zojuist: oorlogen, vluchtelingen, hongersnood, heel veel  kinderleed,  aanslagen, natuurrampen, problemen in de politiek, je wordt er echt niet vrolijk van.  Velen van u zullen dit gevoel ook kennen. 

En dan durven wij nu te spreken over de Paasverhalen, de Paasboodschap,  als goed nieuws. Ja, de insteek van deze overweging is inderdaad positief. We  willen elkaar opmonteren, een goed gevoel geven door een positief geluid te laten horen, én door de blijde boodschap van de lezingen  toe te lichten, én door positieve voorbeelden aan te halen binnen onze kerk. ( ik beperk me inderdaad deze keer tot de kerk .)  Het is, ook binnen onze kerk, niet allemaal kommer en kwel; er is ook veel goeds te melden, want Pasen is nog steeds een feest van en met uitzicht op opstanding, hopelijk voor ieder van ons..

Pasen associeer ik, en ik denk u ook , met de lente. In de natuur breekt overal  het nieuwe leven door. We kijken onze ogen uit en voelen het tintelen in onze botten: nieuw leven, nieuwe hoop, een nieuw gevoel.

Pasen is  daarom een soort lentefeest, in alle paasverhalen in de schrift  klinken ervaringen   door over opstanding, nieuw leven, nieuwe hoop en uitzicht, kortom: goed nieuws. Onze beide lezingen zijn daarvan een inspirerend voorbeeld.

 

De vrouwen uit onze eerste lezing worstelen na Goede Vrijdag met vele vragen: waarom moest onze goede vriend Jezus sterven? En vooral: hoe moet het nu verder. Ze zien het niet meer zitten en gaan , zo gestemd, naar het graf; misschien vinden ze daar een antwoord. En zie….de steen is weggerold. Is er dan toch nog licht? Ja, want van binnenuit klinkt er een stem: waarom zoeken jullie de Levende bij de doden? Goede Vrijdag is niet het einde, het verhaal gaat door.  Verwondering neemt bezit van hen, het lege graf is het bewijs: de Heer is waarlijk opgestaan.  En zie, zij geloven die blijde boodschap, luisteren met hun hart en vertellen het aan de apostelen. Het vervolg lezen we in de Handelingen van de Apostelen: zij worden van bange mensen mensen van de weg.. Terecht  goed nieuws.

Eenzelfde ervaring  wordt verhaald in de tweede lezing. Nu zijn het twee leerlingen, bekend als de Emmaüsgangers. Ook zij zien het niet meer zitten en nokken af. Ze praten wel met elkaar over de situatie, maar de vragen blijven, het licht is ver te zoeken. Een derde, die zich bij hen aansluit, luistert naar hun vragen en geeft antwoorden. En zij, zij luisteren  en de steen op hun hart  wordt als het ware weggerold.  Ze  zien het weer zitten, vooral als ze samen aan tafel gaan en brood en beker delen en daarin hun Gast herkennen. Dan weten zij: dit verhaal moet verder verteld worden. Zo worden  zij van pessimisten  blijde getuigen. En wordt dit Paasverhaal  voor hen goed nieuws.

 

En nu maak ik met u de overstap naar het heden. Herkennen wij ons in die vrouwen en Emmaüsgangers? Ik begon deze overweging met onze gesprekken in Teteringen over het acht uur journaal: somber, negatief, beangstigend.. Eenzelfde ervaring heb ik, en ik denk velen van u, wanneer we met elkaar praten over de situatie in onze kerk, zeker in Nederland : leegloop, kerksluitingen, geen jeugd meer, behoudend tegen vooruitstrevend… Is Pasen nog wel een blijde boodschap? Is de Paasboodschap nog wel goed nieuws?

 

In dit verband moet ik toch weer denken  aan dat prachtige getuigenis  van Abt Baeten. Het blijft een bemoedigende tekst  voor onze zoektocht  naar de zin van Pasen en de paasboodschap.  Hij zegt: “Soms ben ik bang dat  het geloof in Jezus en Zijn Verrijzenis  zal verdwijnen omdat zo weinig  mensen zichtbaar en tastbaar  vanuit hun leven durven getuigen. Maar… telkens als ik Pasen vier, weet ik opnieuw  dat het mogelijk is te leven als Hij. Telkens als ik mensen ontmoet die leven vanuit zijn verlangen naar vrede en gerechtigheid, die geloven in het visioen dat een andere wereld mogelijk is en die geloven in een kerk die haar crisis te boven zal komen omdat zij getuigt van de hoop die in haar leeft – dan weet ik dat opstanding mogelijk is en dat ook nu mensen tot leven gewekt kunnen  worden.”     

Is dit niet een prachtig , positief woord; een  blijde  boodschap?  En dan te weten dat deze tekst reeds jaren oud is, van 1988. Trouwens, velen zullen het nog weten, een tientaal jaren eerder zijn  wij met onze thematische vieringen begonnen, juist ook  om positief te getuigen van de Blijde Boodschap, om Christus ideaal van gerechtigheid en vrede waar te maken, zijn visioen van een andere wereld. Natuurlijk gebeurde dat ook elders, maar wij hoopten ook echt zelf een  levend getuigenis te kunnen geven.

 

Welnu, om dat vuur van het begin levend te houden vroegen wij ons ook deze keer  weer bij de voorbereiding af: hoe dragen we deze paasboodschap  nu uit?  En we zeiden:

- door samen met je  medemensen   op te trekken, te proberen  de wereld een beetje beter te maken;

 

-door je talenten te ontwikkelen  en  zo iets nuttigs en goeds te doen;

 

- door  licht uit te stralen en duisternis te verlichten en vooral door niet op de duisternis te schelden  maar te wijzen op lichtpuntjes.

En we stelden nog een tweede vraag: welk goed nieuws in de kerk inspireert jou en geeft je moed?

 

-we noemden de synode door Paus Franciscus bijeen geroepen: de paus wil de kerk  tot een kerk voor en  van   iedere gelovige maken ,en we hopen met hem dat het echt een synodale kerk zal worden;

 

-we noemden de komst van buitenlandse priesters, die overal in Nederland, óók via onze Congregatie, door hun enthousiasme  en positieve houding laten zien dat de Paasboodschap nog steeds goed nieuws is, echt  in de geest van Abt Baeten.

- we noemden de uitzendingen van de KRO en NCRV: de verwondering – het geloofsgesprek

– de zondagse eucharistieviering – kruispunt – met Petrus het land in  -de Passion deze week…

 

-we noemden de  ontmoetingsdag  van kleine gemeenschappen in Best, enkele maanden geleden, waaraan ook enkele van onze leden deelnamen; deze gemeenschappen zijn vooral de laatste twintig jaren ontstaan  uit onvrede  over de richting van de gevestigde kerk. Zij willen de boodschap van het evangelie, en dus ook de Paasboodschap, op eigentijdse wijze in praktijk brengen. Dit jaar was het thema: voorleven en vóórtleven.

 

-we noemden nog meer, maar ik moet stoppen….Ik hoop dat het duidelijk is  dat de Paasboodschap nog steeds en ook dit jaar goed nieuws is: van dood naar leven, van duisternis naar licht, van wanhoop naar hoop. Duidelijk een positief geluid bij alle negatieve  berichten, ook over de kerk. En daarom zeggen we met de vrouwen en mannen uit onze lezingen: Christus is waarlijk opgestaan, ook dit jaar, in en door ons … Dát is het goede nieuws. Daarom van harte allen een Zalig Pasen. Amen.

 

                                                                       Koos van Dijk SVD

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Gedachten n.a.v. het thema 3 maart 2024

Beste mensen,

We hebben vandaag drie uitgangspunten waarover ik samen met u wil nadenken: de eerste lezing, die we kennen als de tien geboden, de tweede lezing, waarin Jezus de tempel schoon veegt en de vastentijd, het is vandaag namelijk al de derde zondag in de vastentijd.

Een drieluik dat ik wil plaatsen binnen ons jaarthema LUISTEREN en de titel van de viering van vandaag ‘Hoe klinkt een leefbare  wereld?’

--Laten we eerst kijken naar de eerste lezing.

Een lezing uit het oude testament, waarin beschreven wordt, dat het volk na de bevrijding uit de slavernij in Egypte door de woestijn trekt en bij de heilige berg komt waar God een verbond sluit met zijn volk. Wij kennen dit als de tien geboden. Als je letterlijke vertaling uit het Hebreeuws gebruikt, dan zijn het ‘tien woorden’. Dat klinkt meteen heel anders. Wij in het Nederland van 2024 voelen meteen een aversie bij het woord gebod. Wij willen er graag een onderbouwing bij en zelf de noodzaak ervan inzien, wij laten ons niet graag de wet voorschrijven. Het volk echter, dat jarenlang in ballingschap geleefd heeft, niet zelfstandig heeft mogen denken en doen, vraagt zich af hoe het verder moet, heeft geen punten waar het zich op richten kan. Het is onzeker en zoekt vastigheid.

De tien woorden vormen oriëntatiepunten, zijn bakens langs de weg. Vandaar de ondertitel bij de eerste lezing: ‘Bakens ons gegeven’. De tien woorden van toen kunnen ook vandaag de dag voor ons bakens zijn als we luisteren naar de signalen die deze geven.

Op de Gerarduskalender van gisteren las ik het volgende:

 

‘Tien geboden -tien wenken

Ze wijzen elkeen de weg naar vrede,

respect en waardering, vriendschap en trouw,

ze houden je vrij van wat fout is, van het slechte.

Ze zijn mijn geweten en dat van jou.

Tien wenken,

ze spreken niet van stelen maar delen,

gunnen en geven; doen wat je zegt.

Wie die weg wil gaan, moet leren kiezen

tussen waar en onwaar, recht en onrecht.

Tien wenken,

regels om te leven,

ze scheppen tussen God en mens een band.

Wie zich aan die woorden vasthoudt,

weet zich veilig in Gods hand.’

 

- -Het tweede onderdeel van mijn drieluik, is een lezing uit het nieuwe testament.

Johannes schrijft vele jaren na de dood en verrijzenis van Jezus in het evangelie zijn ervaringen op, zonder daarbij op de chronologische volgorde te letten. Hij gaat voor de essentie van zijn ontmoetingen met Jezus. Daarover hebben wij bij de voorbereidingen voor deze viering flink gestoeid en zo aan de tweede lezing de ondertitel “Waar draait het om?” meegegeven.

Het lijkt er in eerste instantie op dat Jezus als een dolle Dries te keer gaat in de tempel, maar het tegendeel is waar. Hij gaat weloverwogen te werk. Jezus wil de essentie van het leven met God. Die vraagt niet om een offer van lammeren en andere dieren, maar wel om een zuiver geweten en rechtvaardigheid, ook al kost dat je moeite, een zekere opoffering.

Jezus luistert naar zijn innerlijke drijfveer. Hij ziet bij de tempel allerlei nevenactiviteiten, die ontstaan zijn door de regelgeving van degenen die het voor het zeggen hebben. Als een actievoerder stelt hij gebruiken aan de kaak, die afleiden van het echte, zuivere geloof. Zaken die door de tijd heen als franje, ballast het geloof in God zijn binnengeslopen.

Maarten Luther benoemt dit , eeuwen later ook, wanneer hij tekeer gaat tegen de aflatenpraktijk van de katholieke kerk: “Wo Gott eine Kirche baut, da baut der Teufel eine Kapelle daneben”.

Waar draait het nu echt om? 

Wanneer Jezus in deze tweede lezing de joodse leiders uitdaagt om de tempel af te breken, wordt dit door hen letterlijk opgevat en gezien als minachting van het Joodse geloof. Jezus bedoelt, bij monde van Johannes, het echter figuurlijk. Hij bedoelt zijn eigen lichaam, zijn tempel. “Maak mij maar klein, na drie dagen zal ik verrijzen en zal mijn gedachtegoed uitgroeien tot iets moois”.

Zijn leerlingen begrijpen dit ook pas veel later.

- -En dan de vastentijd, het derde deel van het drieluik. Wat stelt onze vastentijd nog voor? Toen ik nog een Peterke was, was dat duidelijk, er waren regels:  askruisje op aswoensdag, snoeptrommeltje, weinig of geen vlees eten, een sombere sfeer in de kerk. En dat allemaal als voorbereiding op Pasen. Tegenwoordig voelen we op dit punt geen druk meer van buitenaf, toch is het nog steeds mogelijk een vastentijd te houden, ook buiten de kerk. Denk maar eens aan acties als Stoptober, Dryjanuary en allerlei kuren om af te vallen.

Maar wat is het wezen van vasten? Vasten wordt vaak omschreven als het zich geheel of gedeeltelijk onthouden van eten of drinken voor een bepaalde periode. Vasten kan ook meer zijn: stil staan bij de manier waarop je leeft en hoe je met anderen omgaat. Het is een uitgelezen tijd om stil te staan en vraagtekens te zetten bij de normale gang van zaken, om op zoek te gaan naar de zin en betekenis van waar we mee bezig zijn.

‘Om’, met Carlos Desoete te spreken, ‘weer grond onder de voeten te krijgen, vaste dragende grond om op te staan en door te gaan, geworteld in het oude visioen dat zo diep in mensen zit: vredevolle wereld, liefdevolle mens’. En hij gaat verder: ‘Een uitgelezen tijd om meer zicht te krijgen op de weg die we te gaan hebben en stap voor stap met velen samen die weg ook te gaan. Een uitgelezen tijd om echt te leven, misschien ook te herleven naar Pasen toe en ook daarna’.

--Op bladzijde 10 van het boekje staat een bloem getekend, met op ieder kroonblad een letter van het woord vasten. Misschien kan deze bloem ons helpen onze gedachten te ordenen en als we de bakens, ons gegeven in de eerste lezing,  volgen en gedurende de weken tot Pasen ons afvragen waar het echt om draait in ons leven, kunnen we, volgens mij, ieder voor zich een zinvolle vastentijd doormaken door te luisteren en als het ware te horen hoe een leefbare wereld klinkt.

 

Peter Keijsers, 3 maart 2024

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Gedachten n.a.v. het thema 4 februari 2024

Als je nooit omhoog kijkt, niet je oog naar boven richt, 

zul je nooit de zon zien met zijn stralenkrans van licht.

Als je niet omlaag kijkt, naar de grond waarop je staat,

zul je nooit de steen zien die jou pijnlijk vallen laat.

Als je niet vooruitkijkt, niet het onbekende ziet,

grijp je naast de kansen die de toekomst je weer biedt.

Als je niet terugkijkt, naar de sporen die je maakt,

zul je nooit de mens zien, die steeds meer op afstand raakt.

Een gedeelte van een gedicht dat mij rondom de feestdagen onder ogen kwam. Het past heel goed bij de eerste lezing. Job is wanhopig, ziet het niet meer zitten. Sluit zijn ogen voor alles rondom hem. Hij gaat zelfs zover dat hij het leven niet meer ziet zitten. En toch, zo blijkt later, houdt hij moed dat het weer goed komt.                                                                                                              Hoe anders dan de tweede lezing van Marcus. Daar begint het al heel positief. Jezus helpt de vrouw  die ziek is. Hij is diegene die actief bezig is en om zich heen kijkt en luistert. Dat doet Hij zo goed dat er steeds meer mensen naar Hem toe komen om  geholpen te worden.                                                              

Dan, plotseling, neemt Jezus afstand. Hij heeft rust nodig. Waarom? Dat blijft ongewis. We zien het vaker in de geschriften dat Hij zich terugtrekt. Rust geeft ruimte om tot inzicht te komen.

Tijdens onze voorbereiding hebben we lang bij de verhalen stil gestaan. In eerste instantie geen vrolijkheid alom. Simpel gezegd is Job depressief. Hij is het vertrouwen kwijt nadat hem alles is ontnomen.   Hoeveel mensen gaat het nu, in de tegenwoordige tijd, niet ook zo! Denk maar eens aan de gedupeerden van de toeslagenaffaire, of van de gaswinning in Groningen. Aan de ondernemers die met faillissementen te maken krijgen. Of aan mensen die zwaar ziek zijn en geen zicht op beterschap hebben.                                                                                                                                                     

En dan komt de volgende lezing; iemand die letterlijk kan helpen, kan genezen.                                                                       Nu weten we dat wij dit alles niet letterlijk moeten nemen. Maar hoe kunnen wij in deze tijd dan anderen helpen? Hoe keren WIJ het tij?

WE LUISTEREN NAAR STEF BOS; ”TIJD OM DE TIJD TE VERANDEREN.” 

Tijd om de tijd te veranderen. Gelukkig zijn er zulke lichtpuntjes….                                                                                               

We zien het bijvoorbeeld bij de erfgenaam van BASF uit Oostenrijk, die de erfenis aan betere doelen wil geven, dan voor zich zelf houden, bij de spreidingswet voor de asielzoekers, ja zelfs bij artsen die werken in oorlogsgebieden. En dichter bij huis? Hier in de omgeving?                                                                                                                                     

Laten we niet te groot denken! Hoe vaak zeggen we niet tegen iemand in onze omgeving die het moeilijk heeft, dat hij of zij maar een bakkie troost moet komen drinken. Of hebben we een luisterend oor voor anderen. Of houden we iemands hand vast in moeilijke tijden. Juist DAT empathisch vermogen van ons als individu geeft dat ook wij actief bezig zijn met hulp voor anderen. Daarmee kunnen wij helpen als al het andere niet meer baadt.

Ik begon met een gedeelte van een gedicht. Laat ik nu afsluiten met de laatste regels hiervan.

Welke weg je inslaat, welke richting je ook kiest,

altijd blijft iets over van wat je uit het oog verliest.

Welke weg is beter, welke richting is verkeerd?

Nooit zul je het weten, als je niets doet of probeert.

Waltraud Verhoog

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Gedachten n.a.v. het thema Nachtdienst 2023

Beste medechristenen, luisteraars  naar de vredesboodschap

 

Zoals u allen weet kwamen  begin deze maand duizenden regeringsleiders, wetenschappers  en afgevaardigden in Dubai bijeen  voor de klimaattop. De verwachtingen waren ook nu weer hooggespannen, maar men wist ook dat niet alle doelstellingen gehaald zouden worden. Maar men besefte tevens  dat elke poging de moeite waard was  en  hoop gaf. Dat er geluisterd moest worden naar de noodkreet van moeder aarde, ons gemeenschappelijk huis.

 

Zó komen ook vanavond en morgen  mensen over heel de wereld bij elkaar om te luisteren naar de vredesboodschap van Kerstmis. Zo ook wij, hier bijeen. Ook nu weten zij en wij dat weliswaar de oorlogen wereldwijd tijdens en door deze gebedsdiensten niet be-eindigd zullen worden, maar dat we wel meer hoop op vrede mogen koesteren. We zeiden het in de inleidende tekst: “ Wie een ander warmte, licht en vertrouwen, liefde en goedheid  geeft , zal weten dat wonderen bestaan en vrede mogelijk is “. Mogelijk  ja als we ook luisteren naar de vredesboodschap en  deze tot de onze maken.

Wij hopen door deze overweging, en eigenlijk heel de viering, deze hoop te versterken. Dat kan als we  luisteren naar de vredesboodschap , vanavond  vertolkt door  het visioen van Jesaja en het kerstevangelie, en tenslotte door te kijken wat wij zelf daadwerkelijk kunnen doen of  wie ons kunnen inspireren.

 

In de eerste lezing hoorden we het visioen  van Jesaja, een aankondiging als vredesboodschap in de toekomst. Eeuwenlang was er voorspeld  dat er een vredebode zou komen, een nieuwe loot aan de stam van Jesse. En nu  Jesaja en zijn landgenoten in ballingschap zitten, ziet hij dat dit werkelijkheid gaat worden. “Het volk in duisternis ziet een groot licht.” En verder: “Deze vredevorst zal vervuld zijn van de Geest van de Heer, een geest van wijsheid en inzicht, van vrede en goedheid..” En dan dat prachtige slottafereel: “De wolf is de gast van het lam, koe en berin  leven samen, de baby  speelt bij het hol van de slang.” Vertaald betekent dit: arm en  rijk leven samen, blank en zwart, Palestijn en Israëliet… Zie het tafereel voor u, heel concreet, luister met het hart…als dat eens waar zou worden, ja dan word je stil …

 

Wat Jesaja ziet als een visioen, wordt werkelijkheid in die eerste  kerstnacht. We horen het de engel tot de herders zeggen: “Schrik niet want ik heb een blijde boodschap voor jullie , een  grote vreugde voor heel het volk. Vannacht is in  de stad  van David jullie Redder geboren.” En plotseling was er bij de engel een hele schare engelen en  ze zeiden: “Eer aan God en vrede op arde!”

Met recht een vredesboodschap : vrede op aarde! Het is weliswaar een korte boodschap, het visioen van Jesaja was veel uitvoeriger, maar om de betekenis van deze korte boodschap op ons te laten inwerken, echt te beluisteren, moeten we kijken naar heel Jezus leven, het leven  van deze vredesvorst onder en tussen de mensen. En  dan kunnen  we zien dat Jezus het visioen van Jesaja  waar maakt. Hij is inderdaad vervuld van de Geest.  Hij komt op voor het recht van de zwakken. Hij gaat om met tollenaars en zondaars, arm en rijk, man en vrouw, Jood en niet-jood.  Ja, als we goed luisteren zien we daarin inderdaad de vertaling van  het samenleven  van panter en bokje, koe en berin, kleuter en slang. Luisteren naar de vredesboodschap wil daarom zeggen: niet alleen naar het kerstverhaal, maar naar heel Jezus leven en optreden.

 

Zó hebben we met aandacht geluisterd naar Jesaja en Jezus  en hun vredesboodschap. Zij waren inderdaad in hun tijd echte vredesboodschappers maar… deze boodschap moet ook in onze tijd beluisterd en in praktijk gebracht worden  want de situatie  nu in  Oekraïne en Gaza is zeker zo droevig  als ten tijde van Jesaja en Jezus. Moet dit ook door ons? Ja, want daarvoor zijn we immers  samen gekomen. Veel mensen, zo hoor je deze dagen in de media, hebben het dit jaar wel gehad met Kerstmis en  vrede op aarde. Ze voelen zich lamgeslagen  met name door de situatie in Gaza en Israël.
En daarom beste vrienden moeten wij juist nu vredesboodschappers zijn. En dus vroegen  wij  ons bij de voorbespreking af: hoe kunnen wij  deze vredesboodschap uitdragen? Hoe kunnen wij in het spoor van Jezus gaan? Of – een andere vraag – welke voorbeelden van mensen of bewegingen  kunnen ons laten zien dat het wel degelijk zin heeft  ons in  te zetten voor de vrede .

Natuurlijk zijn het op zich vragen die ieder zelf moet beantwoorden, maar wij van de werkgroep kunnen u wellicht op weg helpen. Daarom volgen hier enkele antwoorden, suggesties.

 

Wij kunnen de vredesboodschap uitdragen

-door zoals Jezus het goede te doen, denk aan mantelzorg en vrijwilligerswerk, liefde is immers een teken van vrede

-door te luisteren naar de engelen zoals ook de herders deden en vooral Maria en Jozef: zij bewaarden alles in hun hart

-door het gebed om vrede als een mantra steeds weer te herhalen: Geef vrede Heer, geef vrede, de wereld wacht zo lang en is zo bang…

-door asielzoekers en vluchtelingen welkom te heten…

-door licht en warmte uit te stralen

 

En we kunnen deze boodschap ook uitdragen door te luisteren naar, of ons te laten  inspireren door voorbeelden van mensen en bewegingen

-door de inzet van Artsen zonder Grenzen en het Rode Kruis

-door de twee snackbarhouders die frites e.a. uitdeelden in Oekraïne

-door nieuwe kerkgemeenschappen, die de boodschap van vrede  uitdragen

- door de inspiratie via onze kapelvieringen  , denken we aan de vele vieringen rond luisteren

-door mensen die de vredesvlag uithangen

-door de encycliek van Paus Franciscus “Fratelli tutti” , we zijn  allen broers en zussen van elkaar

-door….vult u zelf maar in….

 

Ja, we zijn niet machteloos, vele kleintjes maken een groot geheel, zodat uiteindelijk de vrede het laatste woord zal hebben.

Mogen wij daaraan bijdragen door echte vredesboodschappers te zijn, in woord en daad. In die geest wensen we elkaar “Vrede en alle goeds, en een Vredevol Kerstfeest. Amen.

                                                                     Koos van Dijk SVD

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Gedachten n.a.v. het thema LUISTER ALSJEBLIEFT  (3 dec. 2023}

Beste medegelovigen,

Wat een ellende horen we vanmorgen bij de profeet Jesaja.

Profeten zijn aanklagers van onrecht,

Die te pas en te onpas machthebbers wijzen op hun fouten.

Daarnaast is Jesaja degene, die vaak wordt opgevoerd

als de aankondiger van nieuwe kansen en de komst van een bevrijder.

Maar vandaag horen we hem klagen. Hij klaagt zelfs God aan.

Na de ellendige jaren in ballingschap,

als volk weggevoerd naar Babylon en nu terug in Jeruzalem,

blijkt ook nog eens de tempel verwoest.

God is helemaal weg, zo lijkt het.

Je zou het een godsverduistering kunnen noemen.

Jesaja ziet het niet meer zitten.

‘De Heer, onze vader,’ zo zegt hij, ‘heeft zich van ons afgekeerd’.

Alle vaste grond onder de voeten lijkt weggeslagen.

Hij is ontgoocheld, teleurgesteld, ziet enkel nog in duisternis.

 

Net zoals wij vaak ook doen wijst Jesaja een ander als de schuldige aan.

‘Waarom hebt ú ons ongehoorzaam gemaakt,

zodat we niet meer naar u wilden luisteren?’

We wijzen dan met 1 vinger vooruit naar de ander en met 3 naar onszelf.

Het is niet goed te reageren met aanwijzen van een schuldige.

Beter is het jezelf af te vragen: waarom doe je dat?

Want de enige die e.e.a. kan verbeteren

zijn wijzelf, die denken het zo goed te zien!

Maar dan hoor ik hoe mensen zich hardop afvragen: Wat kan ík doen?

Kan ik dat wel, wat betekent mijn stem hierin?

Misschien moet je dan eens goed luisteren.

Zelfs één druppel water, die valt op een gloeiende plaat,

sist duidelijk hoorbaar!

 

Hier is nog een ander gezegde:

Het is beter een kaars aan te steken

dan op de duisternis te blijven schelden.

Alleen maar mopperen, afgeven op die duisternis is natuurlijk geen kunst.

Maar doen wat je wel kunt, geven wat je wel hebt,

helpen waar je wel mogelijkheden ziet.

Dat is als zo’n kaars, die wordt aangestoken in de duisternis.

En één zo’n kaars doet meer met de duisternis dan duizend woorden.

Als je zelf open staat voor positieve dingen, brengt dat altijd licht,

vreugde en enthousiasme bij de ander.

 

In het evangelie van Marcus horen we vandaag tot drie keer toe:

Let goed op! Let op, wees dus waakzaam, luister alsjeblieft.

Allemaal woorden die een open houding veronderstellen,

een houding waarbij je elk moment in actie kunt komen.

Dat kan overdag, in de avond of in de nacht nodig zijn.

Maar blijf daarbij wel alert, trap niet in de valkuil van alsmaar bezig zijn.

Iemand in de groep maakte daarbij onderscheid

tussen ‘human being’ en ‘human doing’.

Bij het eerste ligt de nadruk op het ZIJN en bij het tweede op het DOEN.

Ze vertelde: ‘In het hospice ervaar ik dat maar al te goed.

Ik probeer zo actief mogelijk te luisteren

en tegelijk heb ik het gevoel dat ik niets doe.

Daar ontdekte ik, dat mijn waarde niet gekoppeld is aan een actie.

Het is gekoppeld aan mijn ZIJN, aan being a human.’

Aandachtig luisteren vergt dat je van binnen rustig bent.

dat er ruimte is om te horen wat de ander zegt en

dat je geïnteresseerd bent in wat een ander te zeggen heeft.

Om in verbinding te kunnen komen met anderen

Dien je eerst in verbinding te zijn met jezelf.

Dan kun je waakzaam zijn, iemand een hand opleggen, aanwezig zijn.

Het gaat dan om: Er zijn = ‘Ik ben er die Ik ben’,

zoals in het Oude Testament de godsnaam luidde.

 

Luisteren = horen wat er gezegd wordt – elkaar of de situatie verstaan.

Een ander vertelde over een ouder iemand, die op sterven lag:

De familie zit in de kamer ernaast druk pratend bij elkaar.

De zieke lijkt maar niet toe te komen

aan het uitblazen van de laatste levensadem.

Totdat iemand zegt: Laten we eens stil zijn, zodat hij de kans krijgt te sterven.

En dan klinkt na een tijdje uit de kamer ernaast: ‘Houdoe!’

 

We hebben zojuist al drie kaarsen aan de adventskrans ontstoken,

Die kaarsen helpen ons op weg naar het feest van kerstmis.

Advent is de periode om in onszelf te keren, te zoeken naar lichtpunten.

Deze periode die vandaag begint,

geeft ons vier weken tijd naar Kerstmis toe te leven.

En dat kunnen we doen door goed te zijn,

door aandacht te hebben voor onze medemensen,

door mee te voelen, mee te huilen, mee te lachen met anderen.

Door te luisteren naar anderen.

 

Tijdens een bijeenkomst van de Mariënburg-vereniging

zei theoloog Erik Borgman onlangs:

‘We moeten als gelovigen midden in onze omgeving, de samenleving staan.

Geloven is reageren op wat God ons nu te zeggen heeft.

Wij hoeven alleen maar te luisteren."

Het volstaat niet enkel iets leuks te willen doen voor andere mensen,

maar je moet laten zien dat dit

uiteindelijk met de kern van het geloof te maken heeft.

De kern van het geloof is verbinding met God en verbinding met elkaar."

 

Harry Keijsers                                                        3 december 2023

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Gedachten n.a.v. het thema “Luisteren, ondanks alles” (5 november 2023)

Lieve mensen,

Net als in de viering van vorige maand worden we ook vandaag gevraagd goed te luisteren.

In de eerste lezing geeft Jesaja een visie en beschrijft hij, in een visioen een ideale wereld. “Op de berg Sion maakt de machtige Heer een maaltijd klaar. Het wordt een feestmaal voor alle volken.” Een feestmaal voor alle volken? Niemand uitgezonderd? Ik wil hier even bij stil staan want bij de voorbereiding gaf iemand aan, zich toch wel eens buitengesloten te voelen tijdens een eucharistieviering. Ook tref je wel eens mensen aan die maar achterin de kerk blijven staan, omdat ze niet het gevoel hebben erbij te horen. Hoe vaak stralen we dat ook zelf uit? Hoe vaak praten en denken we aan ‘wij-zij’ in plaats van aan ‘wij samen’.

Een klein lichtpuntje kwam mij deze week ter ore. Ik kreeg een verwijzing naar een uitzending van Kruispunt over het bezoek van de paus aan de wereldjongerendagen in Lissabon deze zomer. Daarin roept de paus op tot inclusiviteit. “De kerk is er voor iedereen. Para todos!”.

Als ik verder ga in de lezing van Jesaja wordt duidelijk wat het feestmaal van de Heer inhoudt. De belofte dat de dood overwonnen wordt, dat de tranen worden gedroogd.

Onze gedachten gaan uit naar de recente gebeurtenissen in Israël en de Gazastrook. Wat een leed dit brengt aan gewone mensen, joden en moslims, die niets anders dan vrede willen. Hier in Nederland kwam die vredeswens tot uiting in een handdruk tussen imam Shamier Madhar en rabbijn Awraham Soetendorp. Zo kan het dus ook. Niet het geweld maar bevrijding heeft het laatste woord. Als de Heer belooft niemand nog slecht te behandelen, wie zouden wij zijn om dat wel te doen. In plaats van conflict plaats maken voor verbinding, gesprek, verzoening. Wij kunnen het verschil maken.

 

In de tweede lezing beschrijft de evangelist Johannes een ontmoeting van Jezus met Martha, nadat haar broer gestorven was. Deze lezing heeft als ondertitel “Onvoorwaardelijk” gekregen en wel hier om.

Wie kent niet dit verhaal over de opstanding van Lazarus. Meestal volgt op dit verhaal ongeloof. Zo kan het toch nooit gebeurd zijn, zeker als we ons letterlijk aan de tekst houden. Maar als we, zoals Pater Koos van Dijk vorige maand in zijn overweging zei, echte luisteraars zijn, als we luisteren met ons hart, is er van alles mogelijk.

 

In de lezing komt Marta veel aan het woord en door haar laat de evangelist zijn boodschap doorschijnen. Bekijken we eens de gebeurtenissen vanuit het perspectief van Martha, vol verdriet om het verlies van haar broer. Als zij Jezus ontmoet, is zij heel zeker van haar geloof, enthousiast zou je kunnen zeggen. Onvoorwaardelijk. Voor haar is haar geloof de weg naar verandering hier en nu. De ontmoeting met Jezus is een keerpunt, daar is ze zeker van. De dood is niet het eindpunt. “Mensen die opstaan en verder gaan”, zingen we in een bekend lied van Huub Oosterhuis.

 

In de vergadering noemde iemand hoe er na een vreselijke oorlog nu in deze jaren aan vrede wordt gewerkt. In het tijdschrift voor fietsreizigers staat het artikel “Gruwelijk verleden, gouden toekomst.” waarin beschreven staat hoe een land, Rwanda, na de genocide van 30 jaar geleden zich heeft herpakt. De bruisende jonge bevolking kijkt hoopvol naar de toekomst, laat het verleden het verleden en laat zien dat de bevolkingsgroepen samen kunnen leven. Nog een klein lichtpuntje.

 

Zo wordt de boodschap die wij horen, de goede boodschap. Ons woord 'evangelie' is afgeleid van het Griekse ευαγγελιον (euangelion), dat 'goede boodschap' betekent.

Deze goede boodschap brengt ons terug naar deze donkere periode van het jaar. Begin november, tijd voor Allerheiligen en Allerzielen en natuurlijk Willibrord, naamgever van onze kapel, wiens naamdag komende week wordt gevierd, die als gelovige met rotsvast vertrouwen in onze omgeving de boodschap verkondigde. Op heel veel plekken in Nederland zijn er verwijzingen naar hem te zien.

 

Wat ook te zien is, op de TV, is het programma “Voor wie steek jij een kaarsje op?” Afgelopen week te bekijken geweest op NPO 2.

In dit programma komen verhalen aanbod over overleden dierbaren, het verlies en het verdriet ervan. Soms gaat er een hele periode aan vooraf. Soms brengt dat verbinding en diepgang, liefde, dat je niet zou willen missen. Dat noemen we een lichtpuntje.

In het park van dit kloosterhotel ligt een klein kerkhof van de bewoners van dit voormalige klooster, de moeite waard voor een bezoekje. Geven we aandacht aan deze dierbaren.

Later in deze viering steken wij nog een extra kaarsje op. Een lichtpuntje voor vrede. Door geduld te hebben en te luisteren, ondanks alles.

 

Luisterend naar de lezingen lieten we ons inspireren tot kleine lichtpuntjes, hier voor ons in het klein en in de wereld in het groot.

 

Wim van Velthoven

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

OVERWEGING “Luisteren naar Gods woord” (1 okt. 2023)

Beste medechristenen.                              

Traditiegetrouw hebben we de beide schriftlezingen van dit weekend laten horen, een lezing uit het Oude en een uit het Nieuwe Testament. Deze keer de oproep van de profeet: “luister”, zoals steeds de roeping van de profeten is, en een parabel van Jezus, nu om na te denken over ons antwoord op Gods roepstem.

Maar... mijn vraag is: hebben we deze teksten alleen gelezen en gehoord of ook beluisterd? Er is namelijk een groot verschil tussen horen en luisteren. Horen doe je met je oren, luisteren echter met het hart. Er zijn heel veel mensen die uitstekende oren hebben, maar toch slechte luisteraars zijn. Maar wees gerust, ik ga ervan uit dat wij vanmorgen echte luisteraars zijn en wél luisteraars naar Gods woord, dat doorklinkt in de Bijbel, in het Oude en Nieuwe Testament. Via deze overweging en heel deze viering hopen wij u daarbij een beetje te helpen.

 

Ik heb er deze morgen bewust voor gekozen niet verder op beide lezingen in te gaan, maar de blik te richten op heel Gods woord, heel de Bijbel. Met deze overweging als bagage hoop ik ook deze lezingen recht te doen. Zij vormen immers een onderdeel van heel de Bijbel. Daar gaat ons mooie thema dan ook over: “Luisteren naar Gods woord”.

 

Huub Schumacher, bij velen wellicht bekend door zijn vaak spitse, maar vooral herkenbare artikelen over allerlei catechetische onderwerpen, heeft een artikeltje geschreven met de tekst “lichtgevende letters”. Lichtgevende letters...een prachtig beeld, maar ook een uitdaging. We moeten onszelf steeds weer, nu en bij andere gelegenheden, de vraag stellen: hebben we de lezingen gehoord, maar zijn ze ook lichtgevend? D.w.z. niet alleen het ene oor in, het andere uit, maar hebben we ze zó beluisterd dat er licht op gevallen is en we dat licht in ons opgenomen hebben.

Elders spreekt hij over het menselijk gezicht van de Bijbel, een door en door menselijk boek, dat gaat over de positieve krachten die in ieder mens leven, met als centrale gegeven de liefde, de liefde tot God én de medemens.

 

We weten uit het verleden dat de Blijde Boodschap - het evangelie - vaak tot twisten en ruzies geleid heeft. Ik hoef hier geen geschiedenisles te geven, allen weten we dat de uitleg van één enkel woord tot splitsingen heeft geleid en dat er een lange periode is geweest waarin met name het Oude Testament voor veel katholieken een gesloten boek was. Je hoort vaak - ook nu nog, zo bleek bij onze voorbespreking - dat de Bijbel een moeilijk boek is. En zelfs de opmerking: laat het Oude Testament maar rusten, daar word je niet vrolijk van.

Heel herkenbaar wellicht voor velen onder ons. Maar wel ... doodjammer.


Zelf heb ik de laatste weken, ter voorbereiding van deze overweging, stilgestaan bij ons thema en het op me laten inwerken. Al nadenkend viel mijn oog op mijn boekenkast. Ik ontdekte dat ik heel wat boeken heb over de Bijbel en bijbeluitleg, boeken van bevlogen denkers, schrijvers en dichters, ook van onze tijd. Een schat aan pareltjes…, lichtgevende letters. We leven echt in een tijd dat vele schrijvers en dichters ons op weg zetten om de Bijbel, om Gods woord, weer voor ons mensen van nu herkenbaar te maken. Niet als moeilijke lectuur, maar als een bron van inspiratie. Herkenbaar voor mensen dus die erin slagen de vertaalslag te maken naar onze tijd.

 

Ik ben zo vrij enkele voorbeelden te geven.

Ik denk dan aan ds van der Zee en vooral aan zijn boekje over de tien geboden. Hij noemt ze “de tien klinkende woorden”. Wat een vondst... Wij zagen ze vaak als een last, “Gij zult niet...”, maar hij zegt: die woorden laten zien dat God onze bondgenoot is die ons uit de onvrijheid haalt en meeneemt in een nieuw leven dat ons bestaan zin geeft en toekomst.” Prachtig toch, lichtgevende woorden…

 

Ik denk aan ds. Nico ter Linden en zijn serie over de Bijbel, getiteld: “Het verhaal gaat...”. Zo is het inderdaad, je moet de verhalen, de teksten vertalen naar het nu, het verhaal gaat verder. De Bijbel is geen dood boek, maar een boek over hoe God met mensen omgaat, zoals Henk Jongerius dichtte: “Hoort hoe God met mensen omgaat, hoe wij Hem ter harte gaan, die ook hier tot ons zal spreken als wij vragen naar zijn Naam“.

Naast Jongerius zijn er meer dichters die Gods woord tot een pareltje hebben gemaakt, zoals psalm 119 zegt: “Uw woord is een lamp voor mijn voeten, een licht op mijn pad.”

En natuurlijk denk ik vooral aan Huub Oosterhuis en zijn vele prachtige, door de Bijbel geïnspireerde liederen, echt vertaald naar onze tijd. “Wat altijd is geweest, het waaien van de geest, gebeurt aan ons vandaag. Dat vuur van het begin, wij ademen het in, Gods woord dat antwoord vraagt.”

 

Maar ik denk ook aan onze liturgiegroep en de thematische vieringen, waarop ook bij de voorbereiding werd gewezen. Steeds weer proberen we de teksten van de Bijbel, Gods woord, te vertalen naar onze tijd om zo tot echt luisteren te komen. In de bijeenkomsten als voorbereiding op deze viering hebben we zo stil gestaan bij vragen als: wat zegt dit thema jou? wat roept het op? vind je inspiratie in de bijbel of juist niet en gebruik je vaak de bijbel? Best pittige vragen met verrassende antwoorden. Het zou te ver voeren de reacties nu allemaal weer te geven. Daarom hebben we besloten dat u na de dienst, met de tekst van deze overweging, ook een verslag van onze besprekingen meekrijgt, zodat u de vragen thuis nog eens rustig na kunt lezen en ook zelf kunt beantwoorden.

 

Ja, beste medechristenen, wij leven in een tijd dat Gods woord weer een bron van inspiratie kan zijn, ook voor ons, mits we echt weten te luisteren en wat we horen in praktijk weten te brengen. Wij hopen vanmorgen met deze viering een zaadje geplant te hebben. En moge met Gods hulp dit zaadje uitgroeien tot een prachtige boom. Want de Bijbel is en blijft een bron van Goed Nieuws, een blijde en inspirerende boodschap met een menselijk gezicht, lichtgevende woorden, vitaminen voor ons leven. Moge het zo zijn.

                                                                                   Pater Koos van Dijk svd

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Overweging 3 september 2023: “LUISTEREN”

 Als je verhalen leest of hoort over Bijbelse profeten die vol vuur hun boodschap willen uitdragen, zie je nogal eens dat ze op enig moment weerstand ondervinden. Die profeet heeft met zijn hart geluisterd naar Jahweh en spreekt het volk van Israël namens Jahweh toe. De profeet luistert naar een roepende stem, hij of zij volgt zijn roeping. Maar het volk wil niet luisteren naar de profeet: hij wordt bedreigd en uitgelachen. Zo gaat het vaak met iemand die zich geroepen voelt en de innerlijke drijfveer en diepe overtuiging heeft om zich in te zetten voor een bepaald doel. De moeite die je ervoor moet doen, weegt niet op tegen de drang om het te realiseren.

 

Graag neem ik u nu mee naar enkele profeten uit de 20e eeuw bij wie we tijdens de voorbereiding hebben stilgestaan.

-Bisschop Romero ontpopte zich in 1977 als gedreven criticus van de dictatuur in El Salvador.

Hij kon en wilde niet zwijgen over o.a. mensenrechtenschendingen. Bij de bevolking was hij enorm populair, maar zijn kritiek viel slecht bij de junta. Op 17 februari 1980 werd hij na de preek door doodseskaders vermoord.

-Dominee Martin Luther King zette zich, ondanks dat hij vele keren werd gearresteerd, in voor de geweldloze strijd tegen rassenongelijkheid in de Verenigde Staten. Op 4 april 1968 werd hij doodgeschoten.

-Nelson Mandela voerde jarenlang actie tegen de apartheidspolitiek in Zuid-Afrika. In 1962 werd hij gearresteerd wegens zijn gewapende strijd tegen de apartheid. In 1964 kreeg hij een levenslange gevangenisstraf opgelegd. In die periode bleef hij zich bezinnen op leven in Zuid-Afrika zonder apartheid. In 1990 werd hij vrijgelaten en 4 jaar later werd hij gekozen tot president van zijn land.

 

Drie gedreven mensen die we bij de voorbereiding profeet durfden te noemen. Hun drijfveer was precies datgene wat hun leven zinvol maakte. Als je je idealen kunt realiseren, krijg je kracht om vol te houden. Maar dat wil niet zeggen dat het altijd meezit.

Ook in je eigen persoonlijke situatie ondervind je soms tegenwerking. Omstanders oefenen kritiek uit en vragen waar je nu eigenlijk mee bezig bent: "Jij met je idealen! Ga jij nog naar de kerk?”

Omgekeerd staan we zelf ook gauw klaar met kritiek en vergeten we een van de bekendste Nederlandse gezegdes: “VERBETER DE WERELD, BEGIN BIJ JEZELF”.

 

In de eerste lezing hoorden we het verhaal van de Bijbelse profeet Jeremia. Hij is zo'n profeet die zware kritiek te verduren krijgt en nauwelijks gehoor vindt. "Waar doe ik het allemaal voor?", denkt hij dan gefrustreerd. Een vraag die ons misschien bekend in de oren klinkt. We zijn bereid om ons voor de goede zaak in te zetten, maar soms wordt het ons te veel, omdat we nauwelijks waardering krijgen of te weinig resultaat zien.

Het ergste dat je dan kan overkomen is, dat je je ideaal, je roeping opgeeft. Dat doet Jeremia als hij alleen maar zijn verstand gebruikt. Kijk maar naar de tekst: "Soms denk ik: ik wil er niet meer van weten, ik spreek niet meer in zijn naam". Als hij zijn verstand laat spreken, kapt hij ermee. "Maar", zegt hij er meteen achteraan, "dan laait er een vuur op in mijn hart; ik doe moeite om het in bedwang te houden, maar het lukt me niet." Hij moet wel luisteren naar de woorden van Jahweh.

Als hij zijn hart laat spreken, blijft hij trouw aan zijn roeping, luistert hij naar het woord van Jahweh en blijft hij met grote inzet doen wat hij ziet als zijn taak: mensen blijven vragen om rechtvaardig te leven.

 

Petrus was ook zo iemand met een vuur in zijn hart. Behalve vandaag. Vandaag geeft hij zijn verstand de voorrang. "Ga niet naar Jerusalem, Jezus, want daar hebben ze het op je gemunt. Gebruik je verstand!" Maar Jezus wordt kwaad op Petrus en noemt hem een steen des aanstoots. Je verstand gebruiken is dikwijls de makkelijkste weg kiezen. Luisteren met je hart, je hart volgen brengt risico's met zich mee en is soms een heel kruis. Daarom zegt Jezus: "Wie Mij wil volgen, moet zijn kruis willen dragen." En toch is Petrus de man tegen wie Jezus eerder bij Matteüs zei: “Op jou, Petrus, kan ik bouwen. Jij bent een rots, op jou bouw ik mijn kerk.” Misschien zegt Jezus met deze keuze dat Hij op mensen als Petrus zijn kerk wil bouwen; zo stevig én zo zwak als mensen zijn.

 

Gelukkig zijn er wel mensen die naast hun verstand vooral ook hun hart laten spreken. Ook al kun je er de kost niet mee verdienen of krijg je kritiek.

-Kijk en luister eens naar paus Franciscus. Hoe hij zich inspant om samen op weg en met elkaar in gesprek te gaan om een luisterende en lerende kerk te zijn in plaats van zich direct als onderwijzende kerk op te stellen.

-Laat je inspireren door mensen die zich met hun hart inzetten voor migranten door hen te helpen zich de Nederlandse taal eigen te maken.

-Laten we deze spreuk af en toe ter harte nemen: “Wie alleen voor zichzelf leeft, heeft geen leven meer.”

-En voor ons allen is ook van belang: “Het tegengestelde van spreken is niet zwijgen, maar luisteren. Want een gesprek kan pas beginnen, als er geluisterd is.”

 

Geen enkele samenleving kan zonder mensen die vooral met hun hart luisteren. God is op zoek naar hen, hij zoekt bouwers voor zijn samenleving, mensen die naar de goede boodschap luisteren en het in hun hart verborgen vonkje laten aanwakkeren, zodat het een laaiend vuur kan worden.

Bij Matteüs horen we Jezus in dat verband zeggen: “Wie Mij wil volgen moet niet meer aan zichzelf denken. Hij moet bereid zijn om zijn leven op te geven om met Mij mee te gaan.” Wat bedoelt Jezus hiermee? Dat je soms een radicaal besluit dient te nemen om zaken in je leven totaal anders aan te pakken. Wat deed Petrus? Hij luisterde naar zijn hart, liet zijn vissersnetten vallen en volgde Jezus, omdat de boodschap van Jezus hem aansprak.

 

Misschien is dit een goed moment voor een korte bezinning in stilte.

 

De nu volgende tekst, gezongen door Herman van Veen, gaat over Jezus die met zijn hart naar het woord van zijn Vader luisterde. Hij was vol vertrouwen dat zijn Vader het beste met Hem voorhad; dat ergens in geloven het je mogelijk maakt om te bereiken wat je wilt en dat je Hem, Jezus, kunt vertrouwen.

 

Gerard Jansink

Deurne, 29 augustus 2023

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

2 juli 2023

Beste mensen,

Bruggenbouwers ruimen op! Hoe komen we tot dit thema? Eén van de leden van de kapelgroep werd gegrepen door het volgende gedicht van Haemin Sunim:

VERGEVING 

Degene die je heeft verlaten en verraden,

degene die van je heeft gestolen en is verdwenen,

degene die je in de rug heeft gestoken en daarna deed

alsof er niets was gebeurd - vergeef hun. 

Niet voor hen, maar voor jezelf.

Niet omdat ze je vergeving verdienen,

niet omdat ze ook maar gewoon mensen zijn. 

Vergeef hun.

Zodat je vrij kunt zijn.

Zodat je gelukkig kunt zijn.

Zodat je verder kunt gaan met je leven.                                                                     

Als we goed luisteren naar de eerste lezing van Matteüs horen we hier dat Jezus met ons begaan is. Jezus verwijst heel nadrukkelijk naar Zijn Vader, die ons niet laat vallen, maar die juist met ons meetrekt, ons voedt en kleedt. Die weet wat wij nodig hebben. Hij vraagt ons niet te veel zorgen te maken, niet te veel last op onze schouders te halen tijdens onze reis door het leven.

Opruimen van oud zeer, van schuldgevoelens kan verlichtend werken en kan ruimte bieden voor een nieuwe start, voor bijvoorbeeld een goede vakantieperiode.

Kijk naar de geslaagde middelbare scholieren: ze ruimen de oude schooltijd op door letterlijk hun boekentas aan de vlaggenmast te hangen en ze kijken uit naar nieuwe mogelijkheden, naar nieuwe wegen.

Voel je jezelf ook niet voldaan na het opruimen van een kast, de berging of dat overvolle schuurtje. Nieuwe ruimte geeft lucht en een voldaan gevoel. Zorg dat je geen onnodige ballast bewaart en met je meezeult.

In het verhaal van de nieuwe leerkracht horen we een andere manier van opruimen / vergeven. Hij laat de leerling het bord schoonvegen om op die manier te zeggen: “We beginnen met een schone lei”. De leerling krijgt onbevooroordeeld een nieuwe kans van deze leraar op zijn nieuwe school.

Niet vergeven houdt blokkades in stand tussen jou en de ander, tussen jou en God. Kunnen vergeven levert energie op om je te bekommeren om medemensen en verrijkt tegelijk je eigen leven.

Let wel: vergeven is niet het rechtvaardigen of goedpraten van wat er gebeurd is of wat iemand gedaan heeft.

Bovendien, vergeven is niet hetzelfde als vergeten.

Je hoeft heus niet met iemand uit eten te gaan, nadat je haar/hem hebt vergeven.

Vergeven kan je echter wel helpen bij het loslaten van je woede, je verdriet, je pijn.

Gaat vergeven uitsluitend over vergeven aan anderen? Nee, zeker niet. Als jezelf in de fout bent gegaan en de ander heeft je vergeven dan is het belangrijk ook jezelf te vergeven om lichter te worden. Een last valt van je af en je voelt je wel kilo’s lichter.

Dan kan vergeven aan jezelf leiden tot genezing, tot vrijheid in je eigen leven en blijf je niet steken in wrok, verbittering, haat of zelfmedelijden.

Tijdens onze voorbereidingsavond herinnerde iemand zich het einde van een moeizame vriendschap. Lang lag de ontstane vervelende situatie als een steen op haar maag, maar door haar eigen actie, voelt ze nu weer ruimte en kan ze verder. Ze heeft namelijk de ander hartelijk bedankt voor de vriendschap die zo lang bestaan had.

Iemand anders besprak een meningsverschil in de familie die tot op de dag van vandaag voortduurt! Daar is het opruimen / vergeven een klus die nog wacht.

Als u dit hoort schieten er misschien voorbeelden of kwesties uit uw eigen leven te binnen die vragen om opgeruimd te worden?

Wat kunnen wij, als bruggenbouwers, nog opruimen? 

Jezus geeft ons door Mattheus opdracht zonder zorgen op reis te gaan. De leraar geeft de jongen de kans met een schone lei te beginnen. Kan ik, kunt u, kunnen wij dat ook? Iets om bij stil te staan en over na te denken!

Met deze gedachten wensen wij u een fijne, opgeruimde vakantie toe.

Tot in september!

“tussen 2 haakjes”: “Toen ik in 2017 bij de kapelgroep kwam, had ik nooit kunnen denken dat ik ooit een overweging zou verzorgen!” En kijk nu eens! Ik vond het nog fijn ook!

Deurne, 2 juli 2023

Irene van Berkel en Fien Vollenberg

___________________________________________________________________________________________________________________________

OVERWEGING  PINKSTEREN 2023 “Begeesterde bruggenbouwers”

Beste Pinkstervierders,                                                     

“Wat altijd is geweest, het waaien van de Geest, gebeurt aan ons vandaag. Dat vuur van het begin,

wij ademen het in, Gods woord dat antwoord vraagt.”

Zó zongen we enthousiast bij het begin van deze viering,

en terecht. Pinksteren is immers het feest van de Geest.

De Geest die van de bange apostelen begeesterde bruggenbouwers maakte. De Geest die de mensen van de Jonge Kerk uitdaagde om ieder op eigen wijze een bijdrage te leveren, een bruggenbouwer te zijn. De Geest die ons in 1975 aanvuurde om via onze thematische vieringen dat vuur van het begin weer aan te wakkeren. De Geest die ons vanmorgen hier heeft samengebracht vanuit diezelfde bezieling.

 

Ja, ik loop wellicht wat te hard van stapel, zo enthousiast ben ik elk jaar en ook nu weer als het Pinksteren is. Daarom ga ik samen met u nog wat uitvoeriger stilstaan in een vierluik en zo bij ons thema: begeesterde bruggenbouwers.

1.We beginnen bij het eerste Pinksterfeest. Ik weet niet hoe het u vergaat, maar elk jaar als ik dit verhaal uit de Handelingen hoor, word ik er warm van. Ik las ergens: “Als in een tekenfilmpje maakt dit beeldverhaal over de nederdaling van de H. Geest aanschouwelijk wat er destijds gebeurde.” Je ziet het als het ware voor je. De best wel bange en onzekere mannen worden ineens begeesterd door een windvlaag die over hen neerdaalt in de vorm van vurige tongen en hen in beweging zet. Zij gooien ramen en deuren open en treden naar buiten, worden bruggenbouwers. Prachtig, dat eerste begin. Mensen die in vuur en vlam raken; die zo begeesterd zijn dat anderen dat ook worden, hen verstaan, aangeraakt, aangeblazen worden. Ja, die apostelen zijn echte begeesterde bruggenbouwers en je wordt jaloers als je dat verhaal van het eerste Pinksterfeest op je laat inwerken.

 

  1. Maar die begeestering bleef niet beperkt tot dit twaalftal en hun eerste toehoorders. Overal in het boek van de Handelingen en de brieven lezen we dat dit vuur zich verbreidde. Prachtig is dat verwoord door Paulus in onze tweede lezing. Weliswaar, zo zegt hij, is er één Geest, maar deze is op vele manieren werkzaam: ieder die ervoor openstaat kan op zijn/haar wijze een bruggenbouwer zijn; kan met bezieling, geestkracht, begeestering een bijdrage leveren. En zo gebeurde het ook in de Jonge Kerk. Eenheid in verscheidenheid, maar met de Geest als bindende factor.

 

  1. En zo, en nu maak ik een hele sprong in de tijd, riep die Geest ook ons samen

in 1975. Op dat Pinksterfeest, zo staat ook nu weer te lezen op de voorkant van

ons mooie boekje, kwamen mensen uit en rond Deurne samen in deze

kapel, verlangend naar dat vuur van het begin, het waaien van de Geest. Wij,

en velen met ons, vonden dat wij als christenen best wat meer geestkracht

mochten uitstralen, meer begeesterde bruggenbouwers mochten zijn.

Toegegeven, de kerken werden nog druk bezocht, maar toch misten vele

kerkgangers die echte bezieling, die warmte van dat eerste Pinksterfeest en de

Jonge Kerk. Daarom startten we, aarzelend, zoekend, om via thematische vieringen die geestkracht weer levend te maken.

En begrijpelijk kozen we het Pinksterfeest als startdatum. In het begin was het thema nog “elkaar verstaan”, maar snel werd het “in vuur en vlam”. Inderdaad: “dat vuur van het begin, het waaien van de Geest” wilden we, en proberen we nog steeds, uit te dragen. Ik verwijs naar de titels van onze vieringen, al die jaren, achter in uw boekje. Een prachtige bloemlezing, waarin dat vuur van het begin steeds weer terugkeert. Zo ook vanmorgen.

 

  1. En zo kom ik dan bij het vierde paneel van ons vierluik: “Begeesterde Bruggenbouwers.” De verleiding is groot, zoals ik ook met Pasen deed, om in onze tijd de nadruk te leggen op het vele negatieve: oorlogen, polarisatie, elkaar niet verstaan, de leegloop van de kerken, de kortsluiting tussen bisschoppen en gelovigen enz. Maar, beste vrienden, Pinksteren is voor mij, en hopelijk ook voor ieder van u, een begeesterd feest, een echt “waaien van de Geest, dat vuur van het begin.”

We kunnen zonder al te veel moeite parallellen trekken met dat eerste Pinksterfeest. Ook nu laten we ons inspireren door Jezus en zijn Geest, door de Jonge Kerk en vooral Paulus. In onze voorbespreking hebben we dit dan vertaald naar onze tijd en zo kwamen we tot inspirerende voorbeelden van begeesterde bruggenbouwers. Ik geef enkele reacties, in willekeurige volgorde.

= 1. Paus Franciscus, maar ook Huub Oosterhuis, Jan Terlouw, pastoor Paul Janssen.

= 2. onze kapelgroep in alle bescheidenheid

= 3. onze ouders: voor velen, ook al zijn ze intussen misschien overleden, zijn en blijven ze een constante factor en onmisbare schakel voor de zin van ons leven

= 4. de jongeren die zich sterk verzetten tegen het klimaatbeleid van onze regering; zij mogen rekenen op onze sympathie

= 5. huisgenoten, leraren, collega’s, vrienden: in een moeilijke situatie hebben ze ons bemoedigd of op weg geholpen met hun adviezen

= 6. de synodale bijeenkomst in oktober van dit jaar: velen hebben een steentje bijgedragen aan het welslagen van deze belangrijke samenkomst rond het thema: “Samen op weg”.

= Ieder kan deze lijst aanvullen met eigen voorbeelden - daarom even een korte stilte...

 

Pinksteren, ik herhaal het nog maar eens, is een heerlijk feest, een begeesterd feest. Is een windvlaag die ons boven onszelf uittilt en in vuur en vlam zet, ja tot echte bruggenbouwers maakt, ook nu.

 

Een gevoel van dankbaarheid vervult ons daarom, zo hoop ik, deze morgen.

Ik eindig daarom met de beginwoorden: “Wat altijd is geweest, het waaien van de Geest, gebeurt aan en door ons vandaag. Dat vuur van het begin, wij ademen het in, ook dit uur. Gods woord dat antwoord vraagt.”

Daarom zeg ik tot ieder van u: een Zalig, Begeesterd Pinksterfeest. Amen.

                                                                       Koos van Dijk svd

___________________________________________________________________________________________________________________

Vijfde zondag na Pasen, 7 mei 2023: 'Bruggenbouwers Toen en Nu'

 "Hoe ver te gaan? En of er wegen zijn". Dit zijn de eerste regels van een lied van Huub Oosterhuis. Deze regels zijn al veelzeggend. Hoe ver is het waar je naartoe gaat en ook of er wel een begaanbare weg is. In de eerste lezing komt naar voren dat de leerlingen angstig zijn. Ze vragen Jezus van alles. Hij wil hen geruststellen en ook het vertrouwen geven dat het goed zal komen. Hij zegt: "Wees niet bang. Vertrouw op God. Vertrouw op mij. Ik blijf bij jullie. Ook als ik wegga, kom ik terug. Volg me maar, je kent de weg." Tomas zegt dan: "Heer wij weten niet waar Gij heengaat. Hoe moeten wij dan de weg kennen?" En Filippus zegt: 'Heer, laat ons de Vader zien, meer verlangen wij niet.' Ik kan me voorstellen dat het voor de apostelen erg verwarrend was om vertrouwen te hebben in iets dat niet tastbaar is.

In de tweede lezing zien we de eerst haarscheurtjes binnen de geloofsgemeenschap ontstaan. De apostelen stellen vast dat ze niet meer toekomen aan belangrijke taken als gebed en verkondiging. De hulp aan de mensen in hun gemeenschap vraagt te veel tijd. Om die reden krijgen zeven uit de gemeenschap gekozenen de handen opgelegd. Op basis van vertrouwen in deze mannen worden ze aangesteld als helpers. Zodat de apostelen zich helemaal konden richten op het verkondigen van de Goede Boodschap en het gebed.

Ook voor ons vandaag de dagis dit niet anders. Ook nu hebben we een hobbelige weg te gaan en hebben we helpers nodig. We hebben wegwijzers nodig om het goede pad te vinden. Wijze mensen die wij respecteren, waar wij vertrouwen in hebben. Bruggenbouwers tussen de Goede Boodschap van Jezus en ons gelovige mensen nu.

Dat geloof is groter dan ons hart om met Huub Oosterhuis te spreken. Huub Oosterhuis, een ware bruggenbouwer die doorging waar anderen er misschien het bijltje bij zouden neerleggen. Zijn liederen zou ik wegwijzers willen noemen om het juiste pad te kunnen vinden. Dus...

Ken je mij? Wie ken je dan? Zolang er mensen zijn. Roept God een mens tot leven. Wek uw kracht en kom ons bevrijden. Dit is de dag. Die mij droeg op adelaarsvleugels. Uit uw hemel zonder grenzen. Herschep ons hart.

Waltraud Verhoog, 4 mei 2023

Tijdens de tweede wereldoorlog was er een pastoor in het kleine dorpje Grubbenvorst. Zijn naam was Henri Vullinghs.

Al vroeg in de jaren dertig had hij door dat het nationaalsocialisme een heilloze weg was. Gevaarlijk voor iedereen die anders was of dacht dan deze ideologie.

Na de inval van de Duitsers riep hij zijn parochianen op om de bezetters op alle mogelijke manieren dwars te zitten. Toen er door mensen die vervolgd werden door de Nazi's een beroep op hem werd gedaan, twijfelde hij geen moment. Daar had hij de hulp van zijn parochianen bij nodig. Zij hadden er vertrouwen in dat hun pastoor het juiste van hen vroeg.

Op een dag werd een boerendochter uit het dorpje America de vraag gesteld om een oudere Joodse dame die slecht ter been was van het ene onderduikadres naar het andere te brengen. Zij ging met paard en boerenkar op weg om de dame op te halen. Toen ze op het adres waar de dame verbleef aankwam was het al laat, de avondklok zou zo ingaan. Zij verborg de dame onder een laag stro en ging op weg. Helaas, een politieagent hield haar staande en vroeg haar waarom zij na het ingaan van de avondklok nog op straat was.

Wat is wijsheid dacht ze. De waarheid vertellen kon niet dus verzon ze een list. Met veel overtuiging vertelde ze dat ze van een boer vandaan kwam die haar niet naar huis wilde laten gaan voor ze al het werk af had. Ze zei dat ze heel boos was op die boer omdat hij haar in de problemen had gebracht. De politieagent geloofde haar en liet haar haar weg vervolgen. Hij controleerde niet of er wat onder het stro lag. Zij en de dame kwamen veilig thuis. Naderhand vertelde ze dat ze niet wist dat ze een leugen met zoveel overtuigingkracht kon vertellen maar dat ze blij was dat het gelukt was.

De naam van de boerendochter was Marietje en zij was mijn moeder. Pastoor Vullinghs was een wegwijzer en bruggenbouwer in zijn tijd. Hij stimuleerde mensen het juiste te doen onder de gegeven omstandigheden; een bruggenbouwer tussen de Goede Boodschap van Jezus en de mensen.

Het thema van deze viering is 'Bruggenbouwers Toen en Nu'. Misschien kan dit verhaal uit het verleden ons inspireren om ook nu met vertrouwen de juiste weg te kiezen.

Hannie van Heijster, 4 mei 2023

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

OVERWEGING PASEN  2023: “Opstaan met onze Bruggenbouwer”

Beste Paasvierders,                                     

“Volk in beweging...”, zo zongen wij zojuist enthousiast. Volk in beweging is ook deze morgen mijn insteek bij deze overweging en volgens onze werkgroep ook de reden dat we vanmorgen zijn samengekomen: om Pasen te vieren en daardoor in beweging te komen. Om weer nieuwe inspiratie, bezieling, bemoediging te krijgen. Om, zoals ons thema luidt:  “Op te staan met onze Bruggenbouwer”.

Deze gedachte - in beweging komen - loopt ook als een rode draad door onze beide lezingen. We kunnen weliswaar zeggen: ach, beste man, dat zijn zulke bekende lezingen, we horen ze elk jaar weer: de vrouwen bij het lege graf en de Emmaüsgangers. Wat kunnen wij ervan leren?  Dat kunt u zich afvragen, maar wij als liturgiegroep zien het als onze opdracht deze teksten te vertalen naar onze situatie, onze tegenwoordige tijd. We proberen immers steeds weer deze vertaalslag  te maken, zodat we de lezingen  kunnen toepassen op het nu, op het ontmoeten en helpen van mensen in nood, mensen die zich bewust of onbewust tot ons richten met vragen...

Pasen associëren we veelal met de lente. In de natuur breekt inderdaad de lente door, we zien het overal om ons heen, we kijken onze ogen uit. Nieuw leven, nieuwe hoop, perspectief.

Maar wat geldt voor de natuur, geldt dat ook voor onze Paasboodschap?

Ik ga even terug naar mijn thema-aanduiding. Ik had het over mensen in oorlogssituaties, getroffenen door aardbevingen en natuurrampen, vluchtelingen, daklozen en armen, maar ook de zieken en het leed in eigen kring, de zorgelijke situatie in onze kerken.

En dus roep ik de vraag op: zien we een antwoord in de hoofdpersonen van onze lezingen, helpen zij ons op weg? Ik ga proberen hierop een antwoord te vinden.

 

De vrouwen uit onze eerste lezing zijn als het ware ook getroffenen. Jezus, hun goede vriend die ze al twee, drie jaar met zoveel liefde  en enthousiasme hebben gevolgd en door wie ze zich hebben laten inspireren, is gestorven en begraven. Verbijsterd en ontredderd vragen ze zich af: hoe moet het nu verder?  Is er nog hoop? Zo gaan ze naar het graf om troost te vinden, en antwoorden. En zie: ze krijgen een antwoord, ze horen een stem: “Waarom zoeken jullie de levende bij de doden? Hij is niet dood, Hij leeft...” En dan komen ze in beweging, ze staan op, ze zien het weer zitten en zeggen tegen de apostelen: “Onze Bruggenbouwer leeft.” En zo worden ook zij bruggenbouwers.

Hetzelfde vertelt Lucas nogmaals in het verhaal van de Emmaüsgangers. Ook deze leerlingen zien na Goede Vrijdag hun toekomstdroom in rook opgaan. Zij nokken af, verlaten Jerusalem. En onderweg bespreken zij met elkaar hun twijfels, hoe diep ze in de put zitten, en hoe het nu verder moet. Zij ontmoeten iemand die niet alleen naar hen luistert, maar hun ook hoop, perspectief biedt. Hij citeert teksten, geeft antwoorden, ja zet hun hart in brand... En dan gebeurt het niet verwachte, gloort er weer hoop, komen ook zij in beweging, letterlijk door terug te gaan naar Jerusalem, figuurlijk door het werk van hun Vriend voort te zetten. Zij worden, zoals we in de HHHh andelingen kunnen lezen, mensen van de weg, ja bruggenbouwers, zoals Jezus hun had voorgeleefd en voorgedaan.        

 

En nu komt dan het moeilijkste, nee het mooiste gedeelte van deze overweging: de vertaalslag naar onze tijd om het zo ook voor ons dit jaar Pasen te laten zijn, opstanding, in beweging komen, en wel samen met onze  grote Bruggenbouwer. De vraag die ik stel is dus: hoe kunnen we lering trekken uit onze lezingen, uit de ervaring van de vrouwen bij het graf en van de ontmoeting van de Emmaüsgangers?

Vaak, zo weten we, gaan mensen naar het kerkhof, naar een graf om stil te  staan bij hun herinneringen en verdriet, om daar troost te vinden, een antwoord, hoop voor de toekomst. Weer anderen zoeken contact met medemensen, vertellen hun over hun problemen. Of zoeken de stilte in de natuur. Allemaal weten we: je moet bij vragen of problemen niet al te stoer doen, je mag je best kwetsbaar opstellen, steun zoeken, luisteren naar je hart en naar anderen.

Dat deden de vrouwen, dat deden de Emmaüsgangers, en dat is ook ons advies aan elkaar vanmorgen. We zullen dan ervaren dat we nieuwe moed vinden, weer licht zien; dat als het ware ons hart gaat branden. En... zo kunnen wij de nodige kracht vinden om verder te gaan, ja ook om anderen te helpen.

Anderen helpen in hun nood en hen niet alleen laten; dat hebben we immers als opdracht meegekregen vanuit onze opvoeding, vanuit de traditie waarin we geboren zijn. En niet alleen van daaruit, maar ook, zo hoop ik, vanuit onze thematische vieringen. Toch kan ik me indenken dat u zich afvraagt, denkend aan de grote problemen in onze wereld - problemen die ik bij de thema-aanduiding noemde - of wij in staat zijn deze mee op te lossen, bruggenbouwers te zijn, mensen die stenen wegrollen voor anderen, die anderen in beweging zetten.

Ik citeer daarom nog maar eens Anne Frank. Zij schrijft in haar dagboek:

“Het is een wonder dat ik al mijn verwachtingen niet heb opgegeven, want zij lijken absurd en onuitvoerbaar. Toch houd ik ze vast, ondanks alles, omdat ik nog steeds geloof aan de innerlijke goedheid van de mens.”

Pasen, beste vrienden, is een gelegenheid, ja opdracht ons daar weer eens bewust van te worden, te blijven geloven in de innerlijke goedheid van de mens, van ieder van ons; om zo mee te bouwen aan een betere wereld, in beweging te komen, bruggenbouwers te zijn.

Velen van u hebben wellicht de uitvoering van The Passion gezien  deze week met het inspirerende motto: “Leun op mij”. Leun op mij, jij bruggenbouwer; leun op mij, jij die in de put zit, in het graf; leun op mij, jij die die je afvraagt: hoe moet het nu verder... in Oekraïne, Turkije, Syrië, met  mensen dichtbij en verder weg.

Paus Franciscus zegt, ik zei het al eerder, in zijn encycliek “Fratelli Tutti”: “We zijn allemaal broers en zussen van elkaar.” En elders zegt hij: “De katholieke kerk is als een veldhospitaal waar de wonden van de medemens worden verzorgd en geheeld en men diegenen helpt die pijn lijden of buitengesloten zijn.” Een van onze leden vertelde in dit verband van een zieke in het ziekenhuis. Deze man was een natuurliefhebber, maar zijn bed stond juist van het raam afgewend, zodat hij tegen een blinde muur aan keek. De verpleegster vertelde hem daarom over de lente die buiten doorbrak. Mensen helpen...

Zo zou ik nog meer voorbeelden aan kunnen halen, maar ieder kan dit zelf aanvullen.

Om toch nog eens naar de paus te verwijzen. Ik las ergens dat hij op zijn reizen probeert bruggen te slaan door in zijn toespraken te wijzen naar christelijke begrippen als gastvrijheid, barmhartigheid, en gerechtigheid.

 

Christus, beste vrienden, is niet dood, Hij leeft, Hij leeft voort in mensen die steeds weer, en zo ook in onze tijd, weten op te staan, bruggen te bouwen, in beweging te komen.

En daarom durf ik vanmorgen te zeggen: Het is zinvol ook dit jaar Pasen te vieren, in het spoor van Jezus te gaan, in het spoor van de jonge kerk als mensen van de weg, in het spoor van zoveel mensen die ook nu bruggen weten te bouwen, in beweging komen, stenen weg rollen.

Daarom van harte een Zalig en Gezegend Pasen, voor u allen en voor onze wereld. Amen.

 

                                                                                                       Koos van Dijk svd, 9 april 2023

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Tweede zondag 40-dagentijd, 5 maart2023: Wat voor bruggenbouwer ben ik?

We hoorden zojuist in de lezingen:

-De Heer zei tegen Abraham… in het verhaal uit het Boek Genesis en

-Luister naar Hem… in het evangelie volgens Matteüs.

Twee op het eerste oog merkwaardige verhalen, waarbij je denkt: “Wat kan ik ermee?”

Twee keer horen mensen een stem die hen oproept…

“Abraham, ga op pad. Laat alles achter.”

En drie leerlingen horen een stem die zegt: “Hij is mijn Zoon. Luister naar Hem.”

 

En over wat er daarna gebeurt wil ik vandaag graag hardop met u nadenken. We zitten immers in de Veertigdagentijd, een tijd van bezinning.

 

In de eerste lezing hoort Abraham de stem van Jahweh: “Trek weg uit je land, ga weg van je familie, naar het land dat ik je zal aanwijzen.” Dat is nog al wat! Hij moet alles achterlaten: land, volk, familie, bezit en hij moet erop vertrouwen dat wat Jahweh hem belooft werkelijkheid zal worden. Want wat krijgt hij als tegenprestatie wanneer hij alles achter zich laat? Niets tastbaars. Hij heeft alleen het woord van Jahweh, dat hij gaat wonen in een land waar God hem naartoe gidst en dat Jahweh een groot volk van hem zal maken. Veel mensen zouden dan wat nadere informatie willen. Maar Abraham heeft zo’n groot geloof, zoveel vertrouwen in het woord van Jahweh dat hij geen vragen stelt, maar op pad gaat. Duidelijk is dat hij, vanuit dat vertrouwen, durft te dromen van een mooie toekomst. Anders zou hij vast niet zijn land hebben verlaten.

 

Bij Matteüs beklimmen we de berg Tabor. We zien daar twee groepen mensen. Aan de ene kant Jezus met Mozes en Elia en de andere groep bestaat uit Petrus met Johannes en Jacobus. Matteüs schreef zijn evangelie vanuit de gedachte dat Jezus de vervulling van het Oude Testament is. Daarom zien we vandaag Jezus, de Messias, in gesprek met Mozes en Elia, grote mensen uit het verleden van het volk van Israël, bruggenbouwers.

Graag wil ik inzoomen op Petrus, die bij Matteüs een grote rol speelt. Petrus ziet het helemaal voor zich: Jezus in een stralend licht, Mozes en Elia erbij…  “Het is hier boven op die berg geweldig!” En impulsief als hij is, stelt hij voor hier te blijven. Want hier is het leven altijd goed en hoef je niet bang te zijn dat Jezus slachtoffer wordt van de bedreigingen door Schriftgeleerden en farizeeën. En hij heeft het met eigen oren Jahweh horen zeggen dat Jezus zijn Zoon is. Dat is goed nieuws, denkt Petrus. We gaan niet moeilijk doen. We blijven hier!

Maar plotseling zijn we terug in de rauwe werkelijkheid. Jezus en de drie leerlingen dalen de berg af naar beneden. Want daar wacht het echte leven, daar zijn de mensen die zoeken naar troost, steun, genezing.

 

(Tussen haakjes:  Jezus vraagt zijn leerlingen dringend om te zwijgen over wat ze hebben meegemaakt op de berg. Hij moet zijn zending nog volbrengen, eerst nog Goede Vrijdag en dan Paasmorgen).

 

Bij de voorbereiding kwamen we al nadenkend en pratend tot het volgende:

In beide teksten horen we een stem, een stem die Abraham oproept om op pad te gaan en een stem die de drie leerlingen laat weten dat Jezus de Zoon van God is.

Abraham verlaat daarna zijn land. Zijn geloof, zijn vertrouwen is zo sterk dat hij zonder vragen te stellen zijn land verlaat. Hij zal een brug vormen tussen Jahweh en zijn nakomelingen. Hij zal anderen gelukkig maken en zal zelf gelukkig zijn, omdat hij voor anderen een bron van geluk is.

Vanuit het vertrouwen in Jahweh’s woord, laat hij zich door niets of niemand afleiden. Hij weet zich geroepen, hij heeft een roeping.

 

Petrus is meer een man van impulsen. Zo staat hij te juichen dat het hier op de berg goed wonen is en zo kan hij, wanneer Jezus in de Hof van Olijven gevangen is genomen, staalhard ontkennen dat hij die man kent. Jezus noemt hem zelfs op enig moment kleingelovig. En toch heeft Jezus alle vertrouwen in hem.

 

Vervolgens stelden we ons de vraag: Wat herkennen we in Abraham en in Petrus?

Bij Abraham vielen woorden als: vertrouwen, diepgelovig, loslaten om te groeien, loslaten om te kunnen pelgrimeren en zo toe te kunnen werken naar een nieuwe fase in je leven.

Bij Petrus ging het over zijn gedrevenheid, zijn altijd voor de troepen uitlopen, droom van blijven op de berg  loslaten; menselijke zwakheden als angst voor het nieuwe, het onbekende, vasthouden aan zekerheden.

 

Abraham en Petrus, beiden zijn bruggenbouwers, ieder op zijn eigen manier.

En als we naar onszelf kijken en ons afvragen ‘wat voor bruggenbouwer ben ik’? Voor me zelf sprekend zie ik herkenbare zaken bij Petrus. Als jongen van 11 jaar vroeg mijn oudste neef, een late roeping die kort voor zijn priesterwijding stond, mij of ik geen pater wilde worden. Ik vond dat idee geweldig en zei volmondig ja. Na het kleinseminarie volgde het grootseminarie en daar, in het eerste jaar, begon er iets te knagen. De twijfel over mijn keuze voor de weg van het priesterschap stak de kop op. Ik heb daarover gesproken met een van de paters en dat leidde ertoe dat ik na dit eerste jaar terugging naar het kleinseminarie om er les te geven. Daarnaast was ik verantwoordelijk voor de leerlingen van de voorbereidende klas. Na dat jaar ging ik aanvankelijk vol goede moed terug naar het grootseminarie. Maar de stem in mijn binnenste werd luider en luider: “Is dit wel de juiste weg, Gerard?” Het duurde tot in het voorlaatste jaar van de opleiding dat ik het besluit nam nieuwe keuzes te maken. Eindelijk durfde ik het ook mijn ouders te vertellen. Ze hebben het geweldig opgenomen: “Het gaat om jouw geluk, het is jouw leven”, zeiden ze eenstemmig.

En dat ik nu hier regelmatig sta, geeft mij de zekerheid dat je nooit moet zeggen dat je niet terug kunt keren op een ingeslagen weg. Ik voel me nog steeds geroepen om bij te dragen aan het hertalen/vertalen van de goede boodschap die Jezus ons heeft nagelaten. Iemand zei bij de voorbereiding: “Je hebt geen verkeerde keuze gemaakt, je hebt uiteindelijk de bij jou passende weg in een later stadium ontdekt.”

 

Zo ben ik op pad gegaan als mens met een christelijke levensovertuiging, geïnspireerd door de goede boodschap van Jezus. En dat wens ik ons allen toe: op pad gaan in het leven met in onze rugzak geloof, hoop en liefde. De wijsheid van Ubuntu uit de viering van 5 februari kan ons helpen: luisteren, tolerantie, het goede in mensen zien en bereid zijn om te vergeven.

 

Gerard Jansink

Deurne, 3 maart 2023

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Overweging  ‘Ieder mens een bruggenbouwer’, 5 februari 2023                                                    
‘Een Afrikaans gezegde luidt: ‘Wijzen bouwen bruggen, en dwazen bouwen muren.’      Dus hoe leren we, in een tijd waarin mensen steeds meer van elkaar vervreemden, om bruggen te bouwen? Ubuntu is hierop het antwoord. Ubuntu komt uit een van de officiële talen van Zuid-Afrika. Het betekent dat iedereen verbonden is met elkaar: ik ben omdat jij bent. De wijsheid van Ubuntu – zoals luisteren, tolerantie, het goede in mensen zien en de bereidheid om te vergeven – kan ook ons helpen de relaties met onze partners, vrienden, familie en collega’s te verbeteren.

Vanuit het thema ‘Ieder mens een bruggenbouwer’ staan we vandaag stil bij de rol die een mens speelt in het leven, zijn omgeving, de wereld.
In de eerste lezing wijst de profeet Jesaja het volk op zijn rol. Alles wat het volk eerder in het vooruitzicht is gesteld, is namelijk uitgebleven. Zelfs na de ballingschap hebben ze onvoldoende aandacht gehad voor de nood van mensen om hen heen.

Vandaar het begin van de lezing: “Nee, ik wil dat het heel anders gaat”.
Die meer dan tweeduizend jaar oude tekst horen we ook in onze tijd. Net zoals toen, zijn ook wij nu op zoek naar evenwicht tussen prestatiegericht zijn en welzijn. Ik las afgelopen week een  interview met Dirk de Wachter, psychiater en verbonden als docent psychiatrie aan de Katholieke Universiteit Leuven. Hij weet als geen ander hoe mensen zich tegenwoordig ongelukkig voelen en ziek worden, omdat ze te veel van zichzelf vragen of anderen teveel van hen willen.
In dat interview haalt hij de Franse filosoof Levinas als volgt aan: “We zijn sociale wezens en we bestaan in de blik van andere mensen. M.a.w. wie ik ben, is hoe ik door de mensen om mij heen word gemaakt; mijn ouders en anderen die me hebben opgevoed, maar ook collega’s, familieleden en vrienden hier en nu. Ik sta niet los van de wereld, maar er middenin.
Het gaat er niet om of we het ‘gemaakt’ hebben in het leven maar of we zorgzaam omgaan met elkaar. Dat houdt in: voor de ander van betekenis kunnen zijn, iets voor de ander doen.”
Dit is ook wat de toehoorders in de lezing uit de profeet Jesaja op het hart wordt gedrukt: wees eerlijk en rechtvaardig en “deel je brood met de hongerigen, neem de dakloze zwervers op in je huis, kleed de naakten en zorg voor je medemens. En Jesaja voegt eraan toe: “Als je zo leeft, zorg je voor licht, overal waar het donker is’.

Daardoor bouw je aan een brug naar de ander en kun je samen werken aan een toekomst voor elkaar. Door wilskracht, vertrouwen en doorzettingsvermogen kun je een lichtpunt zijn. Luister maar eens naar het verhaal over de ‘Twee zaden die naast elkaar in de aarde lagen’.

Het ene zaadje zei:
“Ik wil graag groeien!  Mijn wortels diep in de aarde sturen, mij als een klein plantje door de aarde heen breken om dan samen met het zonlicht krachtig omhoog te groeien. Dan zullen mijn bladeren zich ontvouwen en ik zal met hen de komst van de lente vieren.
De zon zal me verwarmen, de wind mag me heen en weer bewegen en ik zal de ochtenddauw op me voelen. Ja, ik wil graag groeien!”
En zo groeide dit zaad op tot een krachtige plant.

Het tweede zaadje sprak:

“Ik ben bang. Als ik mijn wortels diep in de aarde stuur, weet ik niet wat me daar wacht. Ik vrees dat het mij pijn doet of dat mijn stam er schade door zal lijden als ik door de aarde heen breek. Ik weet ook niet wat daar boven de aarde op me loert. Er kan zoveel gebeuren als ik groei… Nee, ik blijf liever hier in veiligheid en wacht af tot het nog veiliger wordt.”

En zo bleef dat zaad in de aarde en wachtte.

Op een ochtend kwam er een kip voorbij. Ze scharrelde met haar poten in de aarde naar iets eetbaars, vond het wachtende zaad en at het op.

Het verlangen naar licht, willen groeien en risico’s durven nemen klinken ook door in de goede boodschap volgens Matteüs, die Jezus aan zijn leerlingen verkondigt. Hij doet dat op een manier, die aanspreekt en hen oproept om te zien naar anderen. Hij legt hun uit hoe belangrijk ze zijn; dat ze met woorden en daden het verschil kunnen maken en smaak kunnen brengen in het leven van anderen. Hij vergelijkt de leerlingen met zout, dat voedsel meer smaak geeft.

Zijn ook wij bereid, om net als Jezus en zijn leerlingen, het licht van Jezus uit te stralen. Kunnen wij, als christenen, door onze levenshouding licht en smaak brengen?

Ook wij worden hier en nu uitgedaagd en uitgenodigd om samen na te denken. Over hoe we aan elkaar laten zien wie we zijn, waar we blij van worden of door geraakt worden.

Over welke christelijke waarden we willen uitdragen om voor elkaar een lichtpunt te zijn en te kunnen bijdragen aan geluk.
Met andere woorden; hoe kunnen wij bruggenbouwers zijn?

Bruggenbouwers, die helpen om onze maatschappij waar veel mensen voor zichzelf gaan, te veranderen in een sámenleving. Een samenleving, waarin we verbonden zijn en we elkaar zien, horen en met elkaar spreken.
De wijsheid van Ubuntu kan daarbij helpen en is vergelijkbaar met de gulden regel, die we in de meeste geloven kunnen terugvinden, namelijk:
Wie goed doet, goed ontmoet.

 

Vandaag bidden we dat er licht mag zijn in onze ogen, onze harten en gedachten, onze huizen en hier in ons midden.
We zingen “Licht, overdek mij, vuur mij aan’.

Ik nodig ons uit om vanuit eigen kracht, eigen grondhouding op weg te gaan en ons licht zo sterk als we kunnen en willen uit te stralen.

Marjan van Bussel

Harry Keijsers

________________________________________________________________________________________________________________________

Overweging Kerstmis 2022:

”Jezus, dé bruggenbouwer”

 

Beste Kerstvrienden,

Een neef van mij in Canada  is van beroep bruggenbouwer: van het ontwerpen tot en met de voltooiing. Hij zei me een paar jaar geleden bij zijn bezoek aan Nederland:  “Het is een mooi maar precies werk, samen met mijn werklui, en een heel proces, alles moet kloppen. Maar het mooiste moment is toch wel steeds weer de opening, dat intense gevoel: je verbindt  mensen met elkaar, van de ene naar de andere kant, je ruimt een echt obstakel uit de weg.”  “Inderdaad”, zei ik, “ik ben het volledig met je eens.”

“Maar oom Koos”, antwoordde hij lachend, “dat bent u toch eigenlijk ook, een soort bruggenbouwer.”

“Inderdaad”, zei ik, “dat probeer ik te zijn en”, voegde ik er aan toe: “dat moet eigenlijk ieder mens, en zeker iedere christen, zijn.”

 

Als we echter naar de huidige samenleving kijken, zien we jammer genoeg  het tegenovergestelde: bruggen worden letterlijk en figuurlijk vernield. Letterlijk in Oekraïne om zo de Russen of Oekraïners tegen te houden. Maar figuurlijk door discriminatie, wit tegen gekleurd, rechts tegen links, autochtonen tegen allochtonen, prikkeldraad aan de grenzen enz. Het journaal is elke avond bijna helemaal gevuld met zulke voorbeelden, zodat veel mensen zeggen: “ik kijk niet meer... .”

Maar, beste vrienden, niet meer kijken is, zoals we allemaal weten, niet dé oplossing. We moeten juist nu meer dan ooit bruggen bouwen, mensen samenbrengen, verbinden, ons inzetten voor een  echte, betere, fijne samenleving.

“Ach ja”, zegt u misschien, “jij hebt mooi praten, dat moet je wel als voorganger zeggen”. -  En dan zeg ik op mijn beurt: “Waarom bent u vanavond naar deze viering gekomen? Toch hopend, rekenend  op goed nieuws, op een inspirerende,

positieve  kerstboodschap?”

En dus is ons thema terecht: ‘Jezus, dé bruggenbouwer’, ook nu, anno 2022.

 

Daarom hebben we u de profeet Jesaja laten horen. Hij steekt, zoals destijds zijn tijdgenoten, ook ons nu vanavond een hart onder de riem. Hij voorspelt in een visioen, dat er een redder, een bruggenbouwer zal komen. We hoorden het: “De woestijn zal vrolijk zijn, juichen en bloeien. Daarom: houd moed, geef niet op en zeg tegen de mensen die de moed verloren hebben: jullie moeten sterk zijn, niet bang zijn, want God zal jullie bevrijden, zal weer een bruggenbouwer sturen; er zal weer een weg lopen naar Jerusalem, de heilige weg.“

 

Zo sprak hij destijds en nu, vannacht, in deze kerstnacht, wordt dat visioen werkelijkheid, want we horen de engel tegen de herders zeggen: “Vannacht is in de stad  van David jullie Redder geboren, de Messias, de Heer, dé bruggenbouwer.” Ik weet het, het is maar een korte boodschap, maar wat deze feitelijk inhoudt, kunnen we lezen in het verdere verslag van Jezus’ leven, van Hem als bruggenbouwer. Op bijna elke bladzijde van het Nieuwe Testament  zien en ervaren we, dat Jezus dat visioen van Jesaja en de boodschap van de engel werkelijkheid laat worden.

Denken we aan de vraag van Johannes de Doper via zijn leerlingen aan Jezus: “Bent U werkelijk dé bruggenbouwer of moeten we een ander verwachten?” En Jezus antwoordt: “Vertel maar wat je ziet en hoort: blinden zien weer en lammen lopen, melaatsen worden gereinigd, doden staan op en aan armen wordt de Blijde Boodschap verkondigd.”

Herkent u hier  het visioen van Jesaja? Bijna een letterlijk citaat: “De ogen van de blinden en de oren van de doven gaan weer open; de lamme zal springen als een hert en jubelen zal de tong van de stomme.”

Ik moet hier denken aan dat mooie lied van Huub Oosterhuis, dat we dadelijk ook zullen zingen: “Hij ging van stad tot stad, Hij sprak: tot u ben Ik gezonden; voor zieken en gewonden had Hij een woord, een onderdak”. Jezus bouwt niet letterlijk bruggen, maar brengt wel mensen bij elkaar. Denken we ook aan zijn mooie parabels: de barmhartige Samaritaan, de verloren zoon, het verloren schaap, de overspelige vrouw. En zijn aandacht voor tollenaars en zondaars enz.

 

Luisteren naar de kerstboodschap wil daarom zeggen: niet alleen luisteren naar de engel, maar naar het hele verhaal van Jezus’ leven. En niet alleen luisteren, maar proberen deze boodschap ook zelf  voort te zetten, zoals het lied verder gaat: “ En al wie Jezus naam belijdt, zal wonderen verrichten en als een lamp verlichten de lange gang van onze tijd.” Ja, van ons wordt verwacht dat wij Jezus’ werk voortzetten, vertalen naar onze tijd, proberen nú waar te maken, handen en voeten te geven.

Ik  heb reeds eerder uit die prachtige encycliek, het herderlijk schrijven, van onze paus Franciscus geciteerd, met de veelzeggende titel ”Fratelli Tutti”: allemaal zijn we in zijn ogen broers en zussen van elkaar en we moeten proberen dat ook uit te stralen. We mogen ons, zo zegt hij, er niet bij neerleggen dat mensen buitengesloten worden, vluchteling zijn, armoede lijden, onder geweld gebukt gaan. Ja, wij moeten proberen zelf een actieve bijdrage te leveren, want we zijn allemaal, tutti, broers en zussen van elkaar, medemensen. We zijn, om bij ons thema te blijven, geroepen bruggen te bouwen zoals die Man van Nazareth dat in zijn tijd deed.

Gelukkig - en dat is onze positieve insteek - gebeurt dat, als we om ons heen kijken, heel veel. En dat bleek ook uit de voorbeelden bij onze voorbespreking.

= Ik denk aan de leden van onze werkgroep die regelmatig bij Norma Hendriks op bezoek gaan in het zorgcentrum, en zij niet alleen: veel mensen bezoeken regelmatig zieke familieleden, eenzamen; ik zie dat ook in Teteringen.

= Ik denk aan de vele gezinnen die Oekraïense vluchtelingen opgenomen  hebben en terecht genomineerd zijn als dé mens, de bruggenbouwer, van dit jaar.

= Ik denk aan onze thematische vieringen waardoor we de blijde boodschap   doorgeven als goed nieuws. Jezus blijft onze inspiratiebron, onze gids. We gaan door, ook al zeggen mensen: ik begrijp niet dat jullie nog steeds tot die Kerk willen behoren.

= Ik denk aan de vele mantelzorgers. In ons bejaardenhuis in Teteringen zei  een bewoner tegen zijn mantelzorger: “Jij weet dat ik van bloemen houd en brengt ze vaak mee, maar jij bent zelf de mooiste bloem”.

= Ik denk aan de oproep van Save the Children: “Geen kind mag aan zijn lot overgelaten worden.” En we kennen allemaal de beelden van kinderen op de vlucht, kinderen die geen dak boven hun hoofd en geen voedsel hebben, geen medicijnen, geen onderwijs…

= Ik denk aan het motto van het Rode Kruis: “Als we allemaal voor elkaar zorgen, is er niemand meer alleen.”

= Ik denk aan… vult u zelf maar aan. Ja, er gebeurt veel goeds en dat mag ons blij stemmen. En zó kunnen we het ook in en door ons dit jaar Kerstmis laten  worden, met Jezus bruggen bouwen.  Immers - de tekst staat in uw boekje - in een tijd dat alle hout dood lijkt, is het moeilijk te geloven in nieuw leven, maar wie een ander warmte en licht geeft, wie een brug bouwt, zal weten dat er wonderen bestaan.

In dat vertrouwen wensen we elkaar daarom ook dit jaar van harte een gezegend en hoopvol Kerstmis toe.

                                                                                         Koos van Dijk svd

_____________________________________________________________________________________________________________________________

4 december 2020, tweede zondag van de Advent

-Profeten als bruggenbouwers

We hoorden vanmorgen een tekst van de profeet Jesaja en het verhaal over het optreden van een andere profeet, Johannes de Doper. Met een knipoog naar ons jaarthema “Bruggen bouwen” ligt er tussen de twee profeten een brug van 550 jaar Joodse traditie. Beiden kondigen de komst van de Messias aan, sterker nog, ze gebruiken dezelfde visionaire woorden: ‘Baan voor Jahwe een weg in de woestijn. Elke heuvel moet geslecht, elk dal gevuld worden. Het rijk van God is nabij!’ In beide gevallen speelde op de achtergrond ook het uitzicht op een wereldse bevrijding mee: bij Jesaja de verlossing uit de Babylonische ballingschap, bij Johannes de verlossing van het Romeinse juk, en meer nog, van de ontaarde Joodse leiders. Die bevrijding zal leiden tot een samenleving, waarin recht en saamhorigheid hersteld worden. Het zijn nederige profeten die deze nieuwe samenleving aankondigen. Het zijn mensen met een visioen, regelmatig tegendraads, die door niemand anders dan door God zelf geroepen worden. Ze hebben vaak een schurende boodschap. Ze praten je niet naar de mond, ook al kost het hun soms het leven. Hoe profetisch zijn wij?Voelen ook wij ons geroepen? De Advent is zo’n periode om daarover na te denken: advent is ‘profetentijd’!
------------------------------(cd: comfort ye)

Jesaja spreekt over de telg van Isaï, oftewel Jesse, de stamvader van koning David. De profeet Samuël vertelde aan Jesse dat zijn jongste zoon David koning van Israël zou worden. Jesse is trots en blij. Maar na het koningschap van David slaat de verdeeldheid toe in Israël. Die onenigheid leidt ertoe dat buitenlandse heersers Israël binnenvallen en het volk meevoeren in ballingschap.

Jesaja voorzag een droevig einde voor Gods volk. Zijn boodschap luidde: ‘Het kan echt niet blijven zoals het nu is. Er moet een einde komen aan het oude.’ Maar naast zijn kritiek op de wantoestanden in zijn tijd komt hij met een visioen: hij ziet in de verte een nieuwe toekomst gloren en zegt: ‘Maar uit de ogenschijnlijk dode stronk van Isaï oftewel Jesse schiet een telg op, een scheut van zijn wortels komt tot bloei.’’ Jesaja ziet nog hoop voor de toekomst.
En vertelt zijn hoopvolle dromen over die nieuwe toekomst rond een nieuwe koning, een hele bijzondere:
'de Geest van de Heer zal op Hem rusten... En hij voegt eraan toe: als wij de Geest toelaten, kunnen we oude paden verlaten. En misschien kunnen we dan in actie komen voor het Koninkrijk Gods, dat kleine stukje hemel op aarde om je heen. Om zijn visioen met kracht over te laten komen brengt deze hoopgevende profeet tegengestelden, vijanden bij elkaar, in harmonie met elkaar. Maar… de deugden van de telg van Jesse - wijsheid, inzicht, kracht, verstandig beleid, kennis, ontzag, rechtvaardigheid en gerechtigheid… alle geschonken door de geest van de Heer - die deugden vragen nogal wat van ons, wanneer wij Jezus’ boodschap willen uitdragen. Tot het wezenlijke teruggebracht zou je met de woorden van Jezus kunnen zeggen, zoals toen een farizeeër Hem vroeg wat het belangrijkste gebod in de Joodse Wet is: 'Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart, geheel uw ziel en geheel uw verstand. Dit is het voornaamste en eerste gebod. Het tweede, daarmee gelijkwaardig: Gij zult uw naaste beminnen als uzelf’.

Een prachtige droom van hoop van Jesaja, vonden wij bij de voorbereiding. Hij wilde de mensen van zijn tijd oproepen zich te bekeren en te bouwen aan een nieuwe wereld waarin alles anders is.

--------------------------------------(cd: he shall feed)

 

Je kunt de evangelietekst op twee manieren bekijken. Je kunt je inleven in de rol van de mensen die bij Johannes staan aan te schuiven om zich te laten dopen om hun leven een nieuwe koers in te laten slaan. De meesten onder ons kennen het: elke advent opnieuw worden wij opgeroepen om ons te bekeren, om te versoberen, ons te onthechten, recht te herstellen. Het is de tijd van de goede voornemens. We zoeken telkens opnieuw een haalbare manier om een stap in de gewenste richting te zetten. Och ja, dubbele kleding en voedsel delen, kerst-in, gast aan tafel… en verder tevreden zijn met ons pensioen: dat lukt ons nog wel, die buitenkant.

Maar de Advent is ook een uitnodiging kritisch naar onze binnenkant te kijken en te beseffen, dat van mij, van jou, van u inzet gevraagd wordt in meerdere crises: vluchtelingen, voedselbank, onze aarde, eenzaamheid, zorg…

Daarnaast is het de moeite waard om te proberen je in te leven in de figuur van Johannes zelf. Wat drijft hem voort? Hij is ruim 2000 jaar geleden gegrepen door het visioen van een betere wereld, waarover hij niet wil, ja, niet kan zwijgen. Profeten worden zodanig door passie verteerd, door verlangen naar een andere, gelukkiger wereld, dat hun taalgebruik regelmatig niet politiek correct is: ‘adderengebroed!’ – ‘de bijl ligt al aan de wortel’. En dat maakt indruk. Ze zetten je tegen de muur, ze zaaien verdeeldheid, jij moet keuzes maken: meedoen of aan de kant blijven staan.

We kunnen niet allemaal grote profeten zijn. Maar als kleine profeet kunnen we, zeker door onze daden, bijdragen aan het realiseren van het visioen van Jesaja en Johannes waar wij in geloven. Want profetisch spreken is één, maar profeet-zijn vraagt ook om een consequente levenshouding. Klimaat, vrede, mensenrechten, migranten, zorg, ontwikkelingssamenwerking… blijven voortdurend onze aandacht vragen.

En om die reden moeten ook wij de woorden vinden om ons visioen van, ons verlangen naar het komende Godsrijk te vertalen naar rechtvaardige, broederlijke alternatieven in het hier en nu. Een stukje hemel op aarde. Inzet voor Leergeld, Voedselbank, Grip op schuld, Amnesty… is niet enkel vrijetijdsbesteding’, maar gehoor geven aan de oproep van de profeten, bruggenbouwers tussen God en mens en tussen mensen onderling: effen de weg voor het nieuwe verbond tussen God en onze grote mensengemeenschap en voor een stukje hemel op aarde!

Misschien kent u ze, stille profeten van nu: mantelzorgers en andere zorgverleners. Bij de voorbereiding noemden we ook namen van mensen met een schurende boodschap: voor de een is dat Gretha Thunberg, voor een ander paus Franciscus, voor weer een ander Renske Leijten of Pieter Omtzigt. En er zijn er beslist meer te noemen.

Tot slot:

U kent misschien wel het verhaal van die man die dag en nacht over de straten en markten van de wereld liep om te protesteren tegen onrecht en geweld, tegen leugens, onverschilligheid en cynisme. Aanvankelijk luisterden de mensen en moesten ze om hem glimlachen. Maar op de duur negeerden ze hem gewoon. De onrechtplegers bleven hun gang gaan in de wereld, en de wijzen hielden hun mond alsof er geen rechtvaardige in hun midden was. Tot op een dag een kind, bewogen door medelijden, aan de protesterende man vroeg: "Arme, kleine man, u roept en protesteert, maar het kan toch niet zijn dat u niet ziet dat dit alles niets uithaalt?" - "En of ik dat zie", zei de rechtvaardige. "Maar waarom gaat u er dan mee door?" - "Dat zal ik jou eens vertellen", antwoordde de man. "Kijk, in het begin dacht ik dat ik de mensen kon veranderen. Nu weet ik dat dit niet zo simpel is. Maar ik blijf geduldig roepen en demonstreren, om te voorkomen dat de mensen mij zouden veranderen…" (Een verhaal van Elie Wiesel).


Deurne, 4 december 2022

Hannie van Heijster en Gerard Jansink

 

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Overdenking : Bruggen bouwen naar wie ons zijn voorgegaan,  6 november 2022

 

We willen u vandaag meenemen in enkele overpeinzingen bij de beide lezingen.

Na een overpeinzing luisteren we naar muziek en onze eigen overpeinzingen op deze dag,

waarop we bruggen willen bouwen naar wie ons zijn voorgegaan.

 

Zij die wij heiligen noemen, bijv. Willibrord

Heilig, gelukkig is diegene die erin slaagt, ieder naar vermogen, ook zonder heldhaftigheid of opzienbarende genezingen, bij te dragen aan de voltooiing, aan de vervolmaking van de schepping. Heilig is diegene die zich inzet voor het bestrijden van haat, van ziekten, van onrecht, die de ongelijke rechten voor mensen, discriminatie en armoe te lijf gaat; heilig is diegene die liefde, hartelijkheid, eerlijk delen in zijn leven gestalte geeft. Alsof dat geen wonderen zijn.

En om de mensheid daaraan te herinneren kwam er op aarde een mens-uit-den-hoge. En vanaf een berg verkondigde hij de kern van zijn boodschap, een manier van leven zoals het bedoeld is.

Heilig is de mens die leeft zoals Jezus ons heeft voorgeleefd.

Heilig ben jij, als je niet bezeten bent van ‘meer en meer’.

Heilig ben jij, als je een zacht gemoed hebt: liefde en hartelijkheid uitstraalt.

Heilig ben jij, als je vrede sticht: je partner, je kind, je collega of buurman vergeven kunt.

+-+-+

Zomaar wat gedachten over: Bruggen bouwen naar wie ons zijn voorgegaan

Regelmatig lees je in rouwadvertenties:

‘Zoveel soorten van verdriet.

Ik noem ze niet.

Maar één, het afstand doen en scheiden.

En niet het snijden doet zo’n pijn,

maar het afgesneden zijn.’

 

Het is een zin uit een gedicht van Vasalis: “Sotto Voce”.

Het feit dat dierbaren weggaan is kennelijk niet het moeilijkst voor wie achterblijven. Nee, het is het besef, besef dat je nooit kunt accepteren, dat je dierbare niet meer terugkomt.

Hoeveel mensen spitsen, lang na het verlies van een nabestaande, niet nog de oren, even gelovend/hopend dat zij of hij aan de deur staat, denkend dat zij/hij de trap opkomt.

Lang kun je nog in een flits geloven dat je een gestorvene op straat ziet lopen, of hoort praten in de trein, of in een café.

Herinneringen, gedenken, namen noemen, een kaars opsteken helpen dan niet.

Maar toch, je kunt het alleen maar met herinneringen doen. Je bent op gedenken aangewezen. Je blijft achter met een naam en met foto’s. Bezoeken we daarom het graf, praat je daarom in huis of in het bos wandelend met een gestorven geliefde? Je wilde toch met elkaar leven, met elkaar oud worden, met elkaar geschiedenis schrijven? We staan stil bij onze pijn en ons gemis. Maar we staan ook stil bij de kracht en de belofte om verder te gaan.

+-+-+

Grote namen

 

Grote namen in ons geloof noemen we van oudsher ‘Heiligen’. Hun gedachten, hun werk leven voort in mensen die zich bekommeren om het lot van de zwaksten.

Dit gebouw, deze kapel ademt Willibrord:

Vóór de kapel staat zijn beeld, in een van de gangen staat zijn beeld, in het linker raam achter het hoofdaltaar staat St. Willibrord, Benedictijner monnik en brenger van het christendom in onze streken. Onder zijn voeten trekt Willibrord te paard door onze gewesten. In het portaal van de kapel ziet u een klein glas-in-loodraam met een afbeelding van Willibrord als bisschop van Utrecht.

Het voormalig Missiehuis St. Willibrord heet nu Fletcher Hotel Willibrordhaeghe.

Willibrord bracht hier het christendom. Paters en broeders van de SVD, lang woonachtig in het Missiehuis, zetten de missie van Willibrord voort in Deurne, in Nederland, op veel plaatsen in de wereld.

Erfenis van de SVD is de thematische viering: sinds Pinksteren 1975 gaan de deuren van de kapel elke 1e zondag van de maand en op grote feestdagen open. Pater Koos van Dijk sprak in zijn overweging van 7 november 2004 over hoe er soms in de werkgroep werd gefilosofeerd over de toekomst, over de tijd dat er misschien geen priester meer als voorganger zou zijn. En steeds was de conclusie: deze vieringen mogen niet afhangen van een voorganger: we moeten deze kapel met een missie levend houden. En dát is nog steeds de overtuiging van de werkgroep en de uitdaging voor ons allen, zoals we hier vandaag samen zijn gekomen om bruggen te bouwen naar wie ons voorgingen, lang geleden of recentelijk.

 +-+-+

Al wat sterft zal bloeien (Toon Hermans)

 

de bomen komen uit de grond

en uit hun stam de twijgen

en ied’reen vindt het heel gewoon

dat zij weer bladeren krijgen

we zien ze vallen op de grond

en dan opnieuw weer groeien

zo heeft de aarde ons geleerd

dat ál wat sterft zal bloeien

 

 

Deurne, 6 november 2022

Gerard Jansink en Peter Keijsers

 

_________________________________________________________________________________________________________________________________

Oecumenische viering 2 oktober 2022

Habakuk, de profeet van het kleine boekje uit het Eerste Testament, roept God aan. En het is uit ons hart gegrepen, zo bleek wel tijdens de voorbereiding van deze dienst. De wereld, ons eigen leven, ze lokken dezelfde woorden uit die Habakuk spreekt tegen God: Heer, hoe lang moet ik nog om hulp roepen? Er is zoveel geweld…. U helpt niet…

Hoe herkenbaar is zijn klacht. Die ging over zijn eigen tijd. Maar het raakt ons te weten dat het nóg niet voorbij is, het geweld, de verschrikkelijke dingen die mensen doen, twee en een half duizend jaar later. Wrede machthebbers verdwijnen, maar er staan anderen klaar om het van hen over te nemen…we zien de geschiedenis  zich in onze tijd weer herhalen.

God hoort het roepen van Habakuk en antwoordt hem: Wie niet oprecht is kwijnt weg, maar de rechtvaardige zal leven door zijn trouw.

Is dat zo, dat wie niet oprecht is wegkwijnt? Dat de rechtvaardige zal leven door zijn trouw? Hoe vaak zien we het niet juist andersom in het leven?

Geduld hebben, zegt God in het visioen. Wachten. Want het gáát komen! De goddeloze macht zal tot een einde komen. En de eindtijd zal in zicht komen.

 

Tijdens de voorbereiding hebben we vaker dan één keer verzucht: blijven wachten? We wachten al zo lang! Steeds weer komt het geweld terug. Staan slechte mensen op! Moeten anderen lijden…

In de bijbel is dit wachten nooit ver weg. Niet als het gaat om het verdwijnen van onrecht, maar ook niet als het gaat om de komst van Gods Koninkrijk. Luister maar naar Jakobus in zijn brief: Denk eens aan de boer, die geduldig blijft wachten op de kostbare opbrengst van zijn land, tot de regens van najaar en voorjaar zijn gevallen. Wees net zo geduldig en houd moed…

Geduld hebben we dus nodig. Maar in de tussentijd dan? Stil maar wacht maar, alles wordt nieuw? Laten we naar Jezus luisteren. Hij vertelt gelijkenissen die ons in de tussentijd de weg wijzen. Zoals de bekende gelijkenis van de barmhartige Samaritaan. De ene mens die vol barmhartigheid, vol aandacht en goede zorgen omziet naar de ander. Er is toch niets mooiers, dan dat. Zo zouden mensen altijd moeten handelen. Ze zouden altijd zo betrokken moeten zijn bij iemand die hulp nodig heeft en er slecht aan toe is.

Maar we weten, net als Habakuk, hoe hard en nietsontziend mensen voor elkaar kunnen zijn.

Hoe ze elkaar met macht kunnen dwarszitten en hoe ze elkaar vanwege eigenbelang kunnen bevechten.

Ze doen dat op kleine schaal, binnen de vier muren van een kantoor of school.

Ze doen dat op grote schaal buiten de grenzen van hun land.

We zeggen niets te veel, wanneer we vaststellen, dat wij leven in een wereld, waarin meer rovers rondlopen, dan barmhartige Samaritanen.

Met de gelijkenis houdt Jezus onze onbarmhartige wereld een spiegel van barmhartigheid en van goede zorgen voor. En dat is precies wat we nodig hebben.

Daarom valt de gelijkenis ons zo tegen, die we vanmorgen hebben gelezen.

Deze gelijkenis van de machtige heer en de machteloze knecht vormt precies het tegendeel van de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan. Hier gaat het over

onbarmhartigheid, egoïsme en uitbuiting.

De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan spiegelt de wereld zoals die zou moeten zijn, de wereld waarop we hopen: solidair en met liefde voor de naaste.

De gelijkenis van de machteloze knecht spiegelt de wereld zoals die is, de wereld waarin wij leven, de wereld met rangverschillen en machtsverhoudingen.

Wanneer de knecht uitgeput thuiskomt van een dag ploegen op het land van zijn heer of van het weiden van de kudden die zijn heer bezit, dan staat het eten niet voor hem klaar.

Hij moet het eten voor Zijn heer klaarmaken en hem daarna aan tafel bedienen. Hij mag niet eerder rusten en eten, totdat zijn heer is volgegeten en van tafel gaat.

Jezus vraagt het nog een keer aan de mensen die naar Hem luisteren.

Zo doen jullie dat toch?

De knechten in zijn gehoor knikken instemmend: Ja, inderdaad, zo gaat het altijd!

De heren die staan te luisteren, kijken elkaar glimlachend aan: Ja natuurlijk, zo doen wij dat!     

Jezus doet er nog een schepje bovenop en hij stelt de vraag: “Die heer, hij bedankt toch niet de knecht omdat-ie heeft gedaan wat hem is opgedragen?”

Oh, nee, denken de knechten, die hoge heren zullen ons nooit hun respect betonen en ons bedanken.

De heren roepen verbaasd: Hoe kom je nou op zo’n gedachte? Je knecht bedanken? Ze doen alleen maar hun plicht. Ze doen wat ze moeten doen.

 

In een paar woorden schildert Jezus de harde werkelijkheid van zijn tijd.

Zo zijn de rangverschillen tussen heer en knecht. Zo liggen de machtsverhoudingen tussen hen beiden.

Het was Jezus zelf die eerder die mooie gelijkenis van de barmhartige Samaritaan vertelde, waar ook niet-christenen van onder de indruk zijn.

Maar in deze gelijkenis laat Jezus een heel andere kant van zichzelf zien. Een kant die ook wij niet van Hem willen zien.

Hij uit geen enkel één woord van kritiek op de onbarmhartige situatie die Hij beschrijft.

Hij zegt er niets van dat de ene mens de ander van zijn menseljkheid en waardigheid berooft.

Wat in deze gelijkenis gebeurt is geen naastenliefde meer. En uitgerekend deze onbarmhartige en onmenselijke situatie neemt Jezus als voorbeeld.

Hij zegt tegen ons: Word als deze knecht!

Net als de apostelen dat deden, vragen wij Hem ook om een beetje meer geloof, want ons geloof wordt zo aangetast door het ongeloof om ons heen en in ons eigen hart, dat een diepe zucht is al voldoende om het van tafel te blazen.

De vraag naar meer geloof beantwoordt Jezus nu, vreemd genoeg, door ons de omgang van een machtige heer met zijn en machteloze knecht als spiegel voor te houden.

“Geef ons meer geloof”, vragen wij Hem. En Jezus beantwoordt onze vraag met een gelijkenis over een machtige heer en machteloze knecht.

Met zijn gelijkenis stelt Hij ons deze vragen: Luister, besef jij, wie jij bent? Besef jij wie God is? Besef je dat je jouw leven van God kreeg en dat Hij je bestaan heeft mogelijk gemaakt?

Over dit besef zegt Jezus dat dat helemaal niet zo groot hoeft te zijn als een mangopit of een kokosnoot. Al is het maar zo klein als een mosterdzaadje, dit besef, dit besef dat God ons zegent met leven, dat is al genoeg.

Jezus neemt ons mee naar de bron van het leven, naar de God van Israël.

Eis van God geen beloning, maar betaal met goede daden, met daden van barmhartigheid. Bouw bruggen!

Spreek niet tegen God over je rechten, maar wees blij met zijn regels en richtlijnen.

Vraag niet om een bedankje, maar geef de Heer je dankbaarheid voor wat je nu hebt en waarvan je geniet, maar ook voor het goede dat er was en wat je nu mist.

Ons geloof is klein als een mosterdzaadje.

Gods genade is groot als de zon en hou het licht van de zon maar es tegen.

Het licht van Zijn genade dringt door in elke hoek waar het leven onbarmhartig is.

 

Wanneer we leven met God, druppelt barmhartigheid ons bestaan binnen. Met die barmhartigheid kunnen wij bruggen bouwen naar elkaar.

We gehoorzamen Zijn wil en getuigen van Zijn Koninkrijk te midden van een koppige, weerbarstige en vaak onbarmhartige wereld, waarin mensen lijden.

De lamp van ons geloof houden we brandend.

Want de wereld heeft dan wel het hoogste woord, maar Gods toekomst spreekt het laatste.

In Lucas lezen we:

“Gelukkig de knechten die de heer bij zijn komst wakend aantreft. Ik verzeker jullie: hij zal zijn gordel omdoen, hen aan tafel nodigen en hen bedienen.”

Want we kunnen er nooit te vaak aan denken: de Heer is barmhartig. Amen.

 

Ada Rebel, 30 september 2022

_________________________________________________________________________________________________________________________

Overweging: Bruggen bouwen is wijs. 4 September 2022

Bruggen bouwen…, zo noodzakelijk in onze tijd – die gekenmerkt wordt door oorlogen, ongelijkheid in de wereld, vervreemding en bedreiging van het klimaat, een digitale revolutie en de daarmee veranderde manier waarop we met elkaar omgaan en niet te vergeten in onze kerken. Op dit moment (van 31/8 - 8/9) komt in Karlsruhe de wereldraad van Kerken bijeen, de assemblee, het hoogste bestuursorgaan van de wereldraad van kerken. Ik las er het volgende over in een bezinning van Peter Nissen, voorzitter beraadgroep Geloof en kerkgemeenschap, van de Raad van kerken in Nederland. “Christenen uit ong. 350 kerken en uit meer dan 110 landen komen bij elkaar en met hen de hulpkreten en noden van de wereld. Ze komen samen om na te denken over de vraag wat de boodschap van het Evangelie voor mensen nu kan betekenen. Er wordt gebeden, gevierd en met elkaar gesproken over maatschappelijke thema’s om van daaruit bruggen te kunnen bouwen. Er wordt veel nagedacht voordat er keuzes worden gemaakt. De uitkomsten vormen de basis voor het nieuwe beleidsplan van de wereldraad, leidend voor de komende 8 jaar”. Tot hier het citaat van Peter Nissen.

Ik maak nu een bruggetje van Karlsruhe naar ons, hier tezamen in de kapel. Ook wij worden hier en nu uitgedaagd en uitgenodigd om samen na te denken over wat de boodschap van de lezingen voor ons betekent. Waarbij we mogen bekennen, dat het moeilijke lezingen zijn. Hoe kunnen we ze verstaan? Welk inzicht geven ze, dat mogelijk kan helpen bij het maken van keuzes? Hoe kunnen wij er, op onze plek en in onze omgeving, aan bijdragen dat de wereld menselijker wordt? Hoe kunnen wij bruggenbouwers zijn?

 

Het Boek Wijsheid heeft het over ons “armzalige denken”… Die tekst is meer dan tweeduizend jaar oud, en toch klinken die woorden of ze uit onze eigen tijd stammen. Want inderdaad, we zijn zeer gebonden aan alles wat samenhangt met ons aardse leven. Zozeer gebonden dat we tijd hebben voor niets. Ook niet om na te denken, want alles moet vlug gebeuren. Wat we vandaag willen, moet gisteren al verwezenlijkt zijn. We merken die haast niet alleen in onszelf, maar ook in bedrijven, instellingen, en zelfs in de regering. Daarom is het van belang, dat we ons vrij kunnen maken om stil te kunnen staan, opdat we ons kunnen en willen openstellen voor wijsheid en ook wij dan kunnen zeggen: Wijsheid redt ons.

 

Bij Lucas lezen we:

Jezus is op weg naar Jeruzalem. Een grote menigte volgt Hem; als Hij dat ziet keert Jezus zich om en richt zich tot hen.
Dit is geen gewone aantekening in het reisverslag van Lucas. Hierin ligt heel de passie van Jezus voor het volk. Hierin ligt de taak van Jezus: omzien naar de vermoeide en uitgeputte menigte van deze wereld, die van gisteren en van vandaag. Kiezen voor Hem, Hem willen volgen is een serieuze zaak: een keuze met gevolgen: 

 

“Wie Mij volgt, maar niet breekt met zijn vader en moeder en vrouw en kinderen en broers en zussen, ja zelfs met zijn eigen leven, kan niet mijn leerling zijn. Wie niet zijn kruis draagt en achter Mij aan komt kan niet mijn leerling zijn.”

 

Breken met je familie klinkt heel hard en rigoureus en ook onverantwoordelijk: zomaar met je hele familie breken. Je vrouw en kinderen in de steek laten, je ouders en broers en zussen nooit meer zien. Het is nogal wat als dat is wat Jezus van zijn leerlingen en van ons vraagt.

Zou Jezus ons met zijn woorden juist eens flink wakker willen schudden? Wil hij ons juist wijzen op waar het in de kern van de zaak werkelijk om gaat, en zijn we al niet zo hardleers geworden dat we het ook nodig hebben om zo opgeschud te worden? Jezus is radicaal, en dan niet in de negatieve zin van een soort radicaal fundamentalisme. Het gaat er Jezus om dat we niet half kiezen, in de trant van: ik word lid van het zangkoor en ik zie wel of ik op de repetities kom als het me uitkomt. Dat betekent dan ook breken met oude patronen en gewoontes. Dat betekent loslaten, opzijschuiven van het veilige wereldje van alleen maar gezin en familie en de boze buitenwereld buitensluiten. Het betekent niet dat je je ouders aan de kant moet zetten en je broers en zussen tegelijkertijd, maar dat je ook en vooral die ander moet binnenlaten in je leven. Het is zoals paus Franciscus het ons al verschillende keren heeft voorgehouden. Je naaste die je liefde nodig heeft, vind je niet naast je op de bank in de kerk, maar op de straten en in de sloppenwijken, daar wordt geleden en daar hebben we noden te lenigen. Die radicaliteit vraagt Jezus van ons, en dan kun je je gezin, je familie als veilige bakermat gebruiken om vandaar verder te trekken, de arme, de gebrokene, de kwetsbare tegemoet, om te troosten en te helpen,

Lucas wil ons eigenlijk duidelijk maken dat het volgen van Jezus geen vrijblijvende zaak is, dat we telkens voor keuzes komen te staan in ons leven, keuzes die niet altijd gemakkelijk zijn. En dat we ons dienen te realiseren dat het maken van keuzes gevolgen heeft… voor onszelf, voor anderen.

 

We hebben wijsheid nodig om keuzes te maken, weloverwogen keuzes, zoals we in de lezingen konden horen.  Als we openstaan voor anderen krijgen we levenservaring en wijsheid om keuzes te maken. Kiezen hoe we een brug kunnen slaan. Hoe we, geïnspireerd door de liefde van God, liefde kunnen doorgeven aan anderen, dichtbij en ver weg. De liefde van God, die ons beweegt en oproept tot verandering en hoop geeft en hoop doet houden voor de toekomst. De vraag stellen “wat moet ik doen” is soms al genoeg, want dan stel je je open voor de ander én voor de wijsheid van liefde. 

Vandaag willen we inspiratie opdoen voor de volgende stappen op onze weg, om naar elkaar te luisteren en elkaar te bemoedigen te blijven zoeken naar wegen, een brug te bouwen, om antwoord te geven aan allen die denken dat zij onbemind zijn, miskend of ongezien. Met liefde als basis. In navolging van Jezus vanuit liefde er voor onze naasten zijn. Een brug naar hen bouwen met de bouwstenen, die ons ter beschikking staan. Voorbeelden  uit de actualiteit zijn ‘Artsen zonder grenzen’, die medisch, menselijk en kritisch omzien naar mensen in crisissituaties en daarmee geen gemakkelijk en ongevaarlijk werk verrichten. En toch doen ze het, gaan ze de uitdaging aan. Een ander voorbeeld is MIVA, waar we vandaag voor collecteren, die mensen ondersteunt die zich inzetten om anderen te helpen met onmisbare vervoers- en communicatiemiddelen t.b.v. gezondheidszorg en onderwijs. Dit jaar gaat de aandacht naar het bereikbaar maken van medische zorg voor de meest kwetsbaren.     De liefde voor de naasten, is wat hen beweegt. Dit klonk door in het openingslied,  toen we zongen: “We horen u in oude woorden, hopen dat we Uw stem verstaan, hopen dat ze voor ons gaan verwoorden waarheid en leven, de bron van bestaan”.
 Marinus van de Berg schrijft:

Wijsheid is op de ander gericht op die manier je eigen weg ontdekken. Anderen kunnen ons wijzer maken, wijzer laten worden, het verlangen naar wijsheid wekken.

Ik nodig ons uit om verder te gaan met ons verlangen naar wijsheid, ons verlangen naar wat wijsheid is op onze weg.

Namens de werkgroep Thematische Vieringen:

Hannie van Heijster en Marjan van Bussel

Deurne, 31 augustus 2022. 

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Zondag 3 juli 2022: “De zin van bezinnen”

In de tekst van Lucas gaat het vandaag over een grote oogst. Wat wil je ook anders, met de boodschap die Jezus verkondigde? Daar kwamen veel mensen op af. “Een grote menigte luisterde naar Jezus”, lees je dan. We hoorden dat 72 leerlingen op pad gestuurd werden, niet om te bekeren of te beleren, niet om voorschriften uit te delen. Nee, ze gingen vrede verspreiden.

Het eerste woord moest dan ook zijn: “Vrede aan dit huis.” En wie geen vrede wilde? Ga er vooral niet over discussiëren, maar ga gewoon verder. Eet wat de pot schaft en genees zieken. En vertel vooral dat het rijk Gods nabij is. Dat was de opdracht aan de 72.

 

Een wel heel bijzondere opdracht voor de leerlingen… Want het was beslist niet zo dat alle mensen die Jezus ontmoette Hem op handen droegen…. Hij had tegenstanders, tegenstanders met macht. En ook de leerlingen moesten er rekening mee houden dat hun boodschap niet overal goed zou worden ontvangen: “als lammeren onder de wolven”. En we weten inmiddels ook in ons land wat dat jammer genoeg kan betekenen.

Als we deze evangelietekst goed willen verstaan is het van belang om tussen de regels door te lezen. Wat is de bedoeling van wat Jezus zegt en van wat de evangelist heeft geschreven? Bij de voorbereiding doen we dat elke keer om zo te proberen te komen tot een goede vertaling, hertaling van de teksten naar onze tijd.

Al pratend en luisterend kwamen we tot het volgende:

Die opdracht voor de 72 en via hen voor ons is om vrede te verspreiden: ‘Breng vrede aan de mensen; genees hen die ziek zijn, en zeg hun dat het Rijk van God gaat beginnen. En neem geen onnodige bagage mee waar je alleen maar last van hebt! Wat je wel mee moet nemen is het vertrouwen dat God met je meetrekt. Vertrouw er maar op dat het je goed gaat als je vrede uitstraalt, en vraag de mensen of ze willen meedoen aan de nieuwe schepping, het rijk van God, waar we elkaar nodig hebben en van betekenis zijn voor elkaar. Daar hoef je geen hoop geld voor te hebben, geen koffer vol geleerde boeken. Je hebt geen pittige opleiding nodig om iets van Gods goedheid te laten zien…’

En als je ergens welkom bent, zegt Jezus, ga dan niet van het ene huis naar het andere. Het is alsof Hij ons daarmee zeggen wil: doe goed waar je leeft en werkt, en zoek het niet telkens ergens anders. Gewoon dichtbij kun je een nieuwe mens zijn, met in je bagage niet veel meer dan gedachten van vrede en barmhartigheid. Je hoeft niet met grote geschenken te komen: wees jezelf, groet met goedendag, shalom, salam, bonjour, grüsss Gott…

Eigenlijk is geloven dan heel eenvoudig en kun je je afvragen waarom er zo vaak discussie is over regels, voorschriften. Paulus had in zijn tijd al genoeg van de discussie over wel of niet besneden zijn. Hij zei: “Waar het om gaat, is of je een stukje van de nieuwe schepping wilt zijn.”

Dit hertalen/vertalen van Bijbelse teksten hebben we sinds september elke maand proberen te doen. We gingen op pad, zoals de leerlingen van Jezus, met als bagage het jaarthema “De zin van…”. Het gaf ons thema’s waarmee we hier in deze kapel samen inspirerend, bezinnend vierden. En ons hoofddoel was dat we ieder op haar zijn manier een bijdrage kunnen leveren aan het realiseren van een stukje hemel op aarde, aan wat Jezus noemt “Het koninkrijk van God”.

Dat was “De zin van ons bezinnen” in de voorbije maanden.

 

Bij de voorbereiding op de viering van vandaag hebben we, ik zei het al in de thema-aanduiding, lang gediscussieerd over het thema. Maar plotseling was het er. Want inderdaad, door ons te bezinnen op de tekst van Lucas van deze zondag zagen we hoe we in de maanden die achter ons liggen, telkens bezinnend bezig waren in de voorbereiding en in de vieringen: het denken over, het ons bezinnen op de Bijbelse verhalen was zinvol, had zin. En zo vonden we toch nog snel het thema voor vandaag!

 

Daarna kwam de vraag op tafel of er tussen de 11 thema’s (zie de pagina’s 6 en 11 van uw boekje) een of meer waren geweest die bijzonder inspireerden.

-Mij spraken vooral de thema’s “de zin van vertrouwen” en “de zin van herdenken” aan, zei iemand. Vertrouwen omdat het leven zonder vertrouwen zinloos is. Vertrouwen heeft voor mij veel te maken met hoop, met toekomst. Voor mijzelf, voor de kinderen, voor de mensheid. En vertrouwen in de goedheid van de mens... En “de zin van herdenken” omdat er zonder herdenken, overdenken geen toekomst is. Terugkijken, reflecteren en plannen maken voor de toekomst zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, voor mij.

-Een ander: mij sprak ook 'de zin van vertrouwen' aan. Vertrouwen in jezelf en de ander, een positieve grondhouding. Je kijkt dan met een open blik naar de ander en de wereld. 

-Het thema van september “De zin van nabijheid” sprak iemand erg aan, omdat we toen herdachten dat p. Cor Buijs, altijd zo nabij in de vieringen, niet lang daarvoor was overleden.

-En het thema van mei, “de zin van ervoor gaan”, toonde in mijn beleving, zei iemand. heel sterk hoe je door bezinning Bijbelse taal kunt hertalen naar hedendaagse taal.

-Het thema van februari was: “de zin van geroepen worden/zijn”. Als christen voel ik me geroepen, vertelde iemand, naaste voor je naaste te zijn door de boodschap van Jezus in daden om te zetten. Zo zijn wij, net als de 72 leerlingen, op weg.

-Het thema van Pasen, “De zin van opstaan”, heeft me zozeer geïnspireerd, zie iemand enthousiast, dat ik voor een werkstuk in het kader van mijn opleiding heb gekozen voor het verhaal van de Enmaüsgangers. Tussen (): met lof geslaagd!

-Iemand anders over hetzelfde thema: Je denkt het is over. Hij is dood. Maar dan plots is daar de herkenning en het enthousiasme is terug!

-Pinksteren: het thema “De zin van elkaar verstaan” sprak iedereen aan. Er heerste een geconcentreerde stilte in de kapel, iedereen was een en al aandacht. Het leek wel de stilte voor de storm van de H. Geest.

-Was er een thema dat u bijzonder aansprak? Misschien straks tijdens de collecte nog even over nadenken.

 

Na dit inspirerende jaar is het goed enkele weken uit te rusten, tot rust te komen. Proberen zorg en stress los te laten, zoals de docente tegen haar studenten zei in de tekst over het glas water. Daarom, zet uw glas op tijd neer. We wensen u mooie zomerse weken vol ontspanning én bezinning toe. En vooral geen Schipholstress, TomTomstress, caravanstress, paspoort vergeten stress, coronaregels stress enz.

Loop eens een kerk binnen en luister af en toe naar de Geest van God.

En om te eindigen geven we u nog een goede raad van de H. Franciscus van Sales mee:

Je ziel even tot rust laten komen

Vogels hebben hun nesten in de bomen en trekken zich daarin terug,

zo vaak ze het nodig vinden.

De herten hebben hun bossen en struikgewas, waar ze rusten

en in de hitte van de zomer koele schaduw vinden.

Zo moeten ook wij elke dag een plaats hebben,

waar we ons steeds kunnen terugtrekken

en waar we kunnen herstellen van de drukte van onze bezigheden.

                                                                       (Franciscus van Sales)

Namens de werkgroep,

Gerard Jansink

Deurne, 29 juni 2022

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

PINKSTEREN 2022: De zin van het elkaar verstaan

Beste pinkstervrienden,
“Wat altijd is geweest, het waaien van de Geest, gebeurt aan ons vandaag. Dat vuur van het begin, wij ademen het in, Gods woord, dat antwoord vraagt.”

Zo zongen we enthousiast en met overtuiging, het is immers Pinksteren.

Maar… klopt dat wel? Gaat het ook dit jaar op, dat waaien van de Geest, dat vuur van het begin? Ik ben geen doemdenker, dus toen Ik het thema “De zin van het elkaar verstaan” voorstelde, was dat toch ingegeven vanuit de gedachte, de vraag: verstaan wij elkaar nog wel, anno 2022? Elke avond schotelen de media je allerlei negatieve voorbeelden voor van elkaar juist niet begrijpen. Regeringsleiders overleggen wel, bezoeken elkaar, maar verstaan ze elkaar ook echt? De oorlogen gaan immers gewoon door, mensen, hele volken worden onderdrukt en aan hun lot overgelaten. Onze regering en de volksvertegenwoordigers geven bijna dagelijks voorbeelden van elkaar niet verstaan, begrijpen. En zo kan ik meer voorbeelden aanhalen vanuit de samenleving, helaas ook vaak binnen de kerken en gezinnen. 

En dan toch dit thema voorstellen? Ja, juist nú, durf ik te zeggen.

Het Pinksterfeest laat ons juist zien hoe het anders kán en ook anders móet. Ons thema is dus een positieve uitdaging, een uitnodiging: laat de Geest weer waaien, laat het vuur van het begin weer branden…

 

Een prachtig voorbeeld van het waaien van de Geest hoorden en zagen we in de eerste lezing. De apostelen zaten weliswaar in de put zonder hun leermeester en voorganger, de deuren dicht. Maar toch zaten ze niet passief bij elkaar, ze luisterden naar elkaar, naar verhalen over hun ontmoetingen met Jezus, over zijn woorden en daden. En zo pratend met elkaar, luisterend naar elkaar, en biddend - ja, zo staat er letterlijk: eensgezind in gebed - gebeurde er iets met hen. Ze raakten in vuur en vlam en zeiden: dit moeten we verder vertellen, uitdragen. En zie: ze gooiden ramen en deuren open, traden naar buiten en… de mensen verstonden hen, raakten ook in vuur en vlam.

 

Het kan dus wel, elkaar verstaan, maar je moet er wel van beide kanten voor openstaan en vooral… je moet weten te overtuigen, het verstaan uitstralen. Lucas beschrijft het in het boek van de Handelingen van de apostelen. Ze gaan op weg, ja, worden mensen van de weg genoemd. En iedere apostel ervaart op persoonlijke wijze wat die geestkracht in hem losmaakt. Paulus geeft dat prachtig weer in onze tweede lezing, het Hooglied van de liefde. ”Kenmerken van echte liefde, zo zegt hij, zijn: niet opgeven, blijven geloven in iemands goedheid, blijven hopen dat het de volgende keer beter gaat, en heel veel kunnen incasseren. Zo’n liefde houdt niet op, is eeuwig.”

 

En nu maak ik een hele sprong en wel van dat eerste Pinksterfeest naar dat van 1975… Waarom? In de jaren zeventig, velen van ons herinneren het zich wellicht nog, werden de kerken in en rond Deurne, zoals ook elders in Nederland, nog goed bezocht. En toch misten veel kerkgangers iets. De vieringen waren niet echt inspirerend, men miste het enthousiasme en de warmte van de Jonge Kerk, het echte thuisgevoel. Daarom klopte men aan bij het missiehuis met de vraag of deze kapel beschikbaar gesteld kon worden voor, zoals men het noemde, meer eigentijdse vieringen. Het antwoord was positief en men koos, heel begrijpelijk, het Pinksterfeest als startdatum. En zo vond op Pinkstermorgen 1975 de eerste thematische viering plaats met - ook weer heel begrijpelijk - als thema: “Elkaar verstaan”. En men zong ”Wat altijd is geweest

het waaien van de Geest, gebeurt aan ons vandaag… dat vuur van het begin, wij ademen het in, Gods woord dat antwoord vraagt…”

De eerlijkheid gebiedt wel te zeggen dat wij de eerste jaren bij het thema “elkaar verstaan” te veel de nadruk hebben gelegd op het talenwonder. We grepen terug naar Babel en de Babylonische spraakverwarring. Mensen verstonden elkaar niet meer, omdat ze een wartaal spraken, er was als het ware een tolk nodig om elkaar te verstaan. Maar intussen weten we gelukkig dat het pinkstergebeuren meer is dan elkaars taal verstaan, het gaat vooral om elkaar aanvoelen, je voor elkaar verantwoordelijk weten, de liefde centraal stellen.                   

 

Weer maken we een sprong, nu naar dit Pinksterfeest van vandaag.

En dit jaar staan we vooral stil, zoals we intussen weten, bij ons thema “De zin van het elkaar verstaan”. Verstaan is immers niet alleen luisteren, maar ook en vooral begrijpen, aanvoelen wat er gezegd en gedaan wordt, of nog concreter: aanvoelen wat ieder beweegt, inspireert, wat hij of zij doet, nodig heeft en van ons verwacht, ja mag verwachten.

De apostelen en de mensen van de Jonge Kerk lieten zich, zoals we hoorden, vooral inspireren door de woorden en daden van hun leermeester, van Christus.

Wij doen dat ook, maar hebben bij onze voorbespreking vooral naar inspirerende voorbeelden gezocht uit onze tijd; mensen, die ons nu laten zien wat de zin van het elkaar verstaan voor hen betekende, en dus ook ons kan helpen.

- En we noemden paus Franciscus. Hij spreekt over zijn kerkmodel. Een mozaïek waarin de vele kleine verschillende steentjes samen een prachtig geheel vormen. En hij zegt: “Verdeeldheid en conflict, het is zo snel gebeurd. Een onvriendelijk woord, een ongeduldig gebaar, een stom misverstand… Maar diep in onszelf verlangen we allen hetzelfde: eenheid en vrede.”
- Een ander voorbeeld: pater Joep Heinemans, jarenlang bewoner van ons missiehuis en bezoeker van onze vieringen. Enkele weken geleden citeerde ik bij zijn herdenking zijn levensmotto: Sail,

het Engelse woord voor zeil. Hij zei: “De wind heb ik heel mijn leven in het zeil gevoeld. En dat is voor mij hét symbool van de H. Geest, die mij steeds weer wist te bezielen, de souffleur, de influisteraar, de roeach… het was steeds de H. Geest die in mijn zeil bleef blazen. Zó verstond ik de mensen. ”

- En zo noemden wij: - ik vermeld het kort, maar ieder kan het aanvoelen en aanvullen met eigen herinneringen - de onlangs overleden vredesactivist Mient Jan Faber; Mariëtte Moors, de activiste tegen kernwapens in de jaren tachtig. Titus Brandsma, in zijn verzet tegen het nazisme, maar ook Gretha Thunberg, de klimaatactiviste; Mandela en bisschop Tutu tegen de apartheid…

- Of pastoor Pieter Scheepers van Mierlo-Hout, een echte herder die het koor van de Edith Stein-parochie met open armen ontving, nadat het niet meer welkom was in de eigen parochie. Of zijn collega pastoor Paul Janssen uit Deurne, de man van verbinding, die we zullen gaan missen…

- Een van ons sprak over de oud-pastor van het Rijtven, die de bewoners in hun eigen taal toesprak, een taal die zij verstonden.

- Weer een ander zei: ik werd geraakt door de medewerkers van de diabetesvereniging…

- Tot slot noemde iemand ook onze eigen werkgroep: in woord en gebaar, in lied en stilte proberen wij al zoveel jaren anderen in hun eigen hedendaagse taal aan te spreken, en met de taal van de liefde te inspireren.

 

Dat is inderdaad de zin van het elkaar verstaan en daarom vervult ons allen vandaag een gevoel van dankbaarheid en zeg ik nogmaals: “Wat altijd is geweest, het waaien van de Geest, gebeurt nog steeds aan en door ons vandaag. Hij maakt Zijn woorden waar, wij spreken met elkaar een taal van hoop en vrede en zingeving.” Dat is dan ook onze wens als we zeggen:

Een Zalig en Geestdriftig Pinksterfeest. Amen.

                                                                          Koos van Dijk   SVD

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Overweging-bezinnende gedachten Thematische Viering 1 mei 2022

 

Deel 1 n.a.v. Johannes 21: 1-12

Zeven leerlingen staan aan de oever van het meer… Zij lijken niet echt raad te weten met zichzelf en de toekomst. Hun voorganger Jezus is gekruisigd, begraven. Er zijn geruchten, ervaringen, vermoedens van zijn verrijzenis… Wat moeten zij daarmee? Zij weten het even niet, zij zijn als het ware in een gat gevallen.

Simon Petrus neemt, zoals wel vaker, het voortouw en pakt zijn oude beroep weer op: visserman. Dat kent hij, dat geeft hem houvast. Volgeling zijn van een dode leermeester, dat roept op dit moment te veel vraagtekens op, even niet aan denken. De anderen zijn maar wat blij, dat er iets gaat gebeuren, dat zij wat te doen hebben. Zij gaan graag met Petrus weer het water op. Na enige tijd is er dan die deprimerende vaststelling: niets in het net. “Zelfs in ons oude beroep falen wij, gaat het niet zoals we graag zouden willen…” En dan is het nog eens nacht: duisternis, somberheid. Allemaal factoren die niet bijdragen om optimistisch naar de toekomst te kunnen kijken.

Pasen, opstaan en naar het lege graf hollen is ver weg…

 

-Herkennen wij ons in de gevoelens van de apostelen: desillusie, teleurstelling?

-Voelen wij ons ook wel eens in de steek gelaten?

 

Deel 2 n.a.v. Johannes 21: 1-12

En dan is de nacht voorbij, een nieuwe dag, het wordt weer licht.

De vissers, die aanvankelijk somber zijn, zien het weer een beetje zitten. In de lezing komt voor hen Jezus weer in beeld, hun voorbeeld. Hij zou gezegd kunnen hebben: “Bekijk het eens van een andere kant, gooi het eens over een andere boeg.” Deze gedachte geeft de vissers kennelijk vertrouwen. Gedaan met al die sombere gedachten, aan het werk., handen uit de mouwen.

En zie het resultaat: 153 verschillende vissen! Evenveel als het aantal bekende volkeren toentertijd. Wat een symboliek!

Nu voelen en weten de vissers het: zij hebben weer de inspiratie om door te gaan op het pad van Jezus, hun leermeester. Petrus voelt weer energie in zich, het vertrouwen komt terug. En dan lezen wij dat de vissers op het strand gaan eten met een vreemdeling.

Is iemand die met hen brood en vis deelt voor hen werkelijk een vreemdeling? 

Hebben zij iets dergelijks niet eerder gezien aan de oever van datzelfde meer?

En…het laatste avondmaal ligt bij hen toch ook nog vers in het geheugen?

Jezus is in hun midden, dat voelen zij.

-Een omslag,

-nieuw perspectief.

 

-Wat doen wij, als het anders loopt dan wij ons voorgesteld hebben, als alles lijkt tegen te zitten?

-Hoe komen wij uit een dal?

-Met vallen en opstaan?

-Met hulp, steun, liefde van anderen?

-Een goed gesprek?

-Lukt het ons iets over een andere boeg te gooien?

 

Deel 3 n.a.v. Handelingen 5:27-32

De vissers/apostelen hebben de draad opgepakt en zijn vol vuur op pad gegaan om de goede boodschap van Jezus uit te dragen. En wat in de eerste lezing nog onmogelijk lijkt, lukt in de tweede lezing wel. Steeds meer mensen herkennen zich in het gedachtengoed van Jezus en sluiten zich bij hen aan. Het wordt een groeiende beweging, die nieuw licht werpt op de toekomst en vormt daardoor een bedreiging voor machthebbers.

De Joodse leiders leggen de leerlingen een spreekverbod op. Maar Petrus en de zijnen geven hieraan geen gehoor en zeggen: “Het is belangrijker om naar God te luisteren dan naar de mensen. God heeft Jezus de hoogste eer gegeven, hem uitgekozen als onze leider en redder. Door Jezus krijgt het volk van Israël de kans een nieuw leven te beginnen. En daarover vertellen wij, met hulp van de heilige Geest die in ons is.”

Ze gaan voor de goede boodschap van Jezus en willen die uitdragen: de weg van naastenliefde, respect, zorg voor elkaar. De ervaring die zij met Jezus tijdens zijn leven hebben gehad, geeft hun kracht en doorzettingsvermogen hiervoor te blijven gaan.

 

-Wat drijft ons voort?

-Waar ga ik, waar gaan wij voor?

-Hoe geef ik, U, wij, invulling aan de goede boodschap van Jezus?

-Is het misschien een kwestie van

dromen,

durven

doen?

 

Amen

Peter Keijsers, 1 mei 2022

______________________________________________________________________________________________________________________________

OVERWEGING PASEN  2022  

Beste Paasvierders,

Pasen associëren we altijd met de lente. In de natuur breekt inderdaad de lente door, we kijken onze ogen uit, nieuw leven, nieuw élan, nieuwe hoop, nieuw perspectief. Dat is ook de zin van Pasen: nieuw leven, hoop, perspectief, opstaan! Maar… ik zei het al in de inleiding, kunnen we dat ook dit jaar zeggen? Voor de natuur mag het dan wel opgaan, maar ook voor onze wereld? Voor de mensen in Oekraïne en zoveel andere landen? Voor onze kerken? Voor onszelf? Ik moet eerlijk zeggen, dat ik ook dit jaar geworsteld heb bij de voorbereiding van deze overweging en vooral met de vraag: heeft het dit jaar wel zin echt Pasen te vieren? Te praten over opstaan, opstanding, nieuw leven, nieuwe hoop, stenen weggerold??? Iets van die worsteling zult u misschien horen doorklinken in deze overweging, maar toch, zo hoop ik, wil ik u allen de diepere zin van Pasen, ook dit jaar, laten ervaren. Niet in de geest van “dat moet je nu eenmaal wel zeggen”, maar als een gelovig geluid, de uitslag van een gelovige zoektocht, ook bij onze voorbereiding in de liturgiegroep. Ik nodig u daarom nogmaals uit mee op zoek te gaan naar de zin van Pasen, van opstaan, anno 2022.

 

We kijken dan allereerst naar onze lezingen, want ook daarin beluisteren we de vragen die ik zojuist stelde.

De vrouwen uit onze eerste lezing zitten sinds Goede Vrijdag met vele vragen: waarom moest onze goede vriend Jezus sterven? Waar zijn we eigenlijk aan begonnen door Hem te volgen? Heeft dat wel zin gehad? – Zó gestemd gaan ze naar zijn grafeeft dat wel zin gehad> Heeft  en dan… ja dan gebeurt er iets. De steen is weggerold… Is er toch licht? Van binnenuit klinkt er een stem: waarom zoeken jullie de levende bij de doden? Jezus is niet hier, Hij is verrezen, opgestaan. Jullie geloof in Hem had wel degelijk zin en… en dat is belangrijk, het is nu aan jullie zijn werk voort te zetten, zelf op te staan en stenen weg te rollen, te beginnen bij de apostelen. Dus: niet in het graf blijven, maar naar buiten treden, opstaan.

 

Naast de vrouwen worstelen ook andere leerlingen van Jezus met diezelfde vragen, dat hoorden we in onze tweede lezing. Twee van die leerlingen, bekend als de Emmaüsgangers, nokken af. Okay, ze praten wel, maar hun gesprekken gaan over twijfels, ook over de zin van het volgen van Jezus. En dan gloort er ook voor hen ineens licht, wordt er als het ware een steen weggerold. Een onbekende loopt met hen mee, stelt allerlei vragen en, zo samen pratend over hun vragen en twijfels, luistert Hij en begint te duiden. Hij citeert teksten, geeft duidingen en antwoorden, zet hun hart in brand… Ze zien weer de zin van het volgeling zijn, van het breken en delen, van de opdracht: zet mijn werk voort.  De leerlingen maken een radicale ommekeer door, worden van treurende en in zichzelf gekeerde mensen zelfbewuste uitdragers van de boodschap van de Verrezene, samengevat in “bemin God bovenal en de naaste als jezelf”.  Ze staan inderdaad op, gaan terug naar Jerusalem om daar te gaan getuigen.  

 

En nu mijn vraag: kunnen wij ons herkennen in die vrouwen en Emmaüsgangers? Kunnen wij wat van hen leren? Elk jaar vieren we weer Pasen en gaan we, zoals vanmorgen, op zoek naar de zin van dit feest. Je zou het een soort opfriscursus kunnen noemen, nee, het is duidelijk een opstandingsfeest. We worden uitgedaagd, opgeroepen ons te vernieuwen, elk jaar weer met Pasen. We moeten ons realiseren dat het verrijzenisgeloof, dat de opstanding ook bij ons, zoals bij die mensen uit onze lezingen, niet als het ware een deus ex machina gebeuren is, van het ene op het andere moment; het vraagt tijd, het vraagt van ons ons elk jaar weer je te verdiepen in de echte betekenis van de Paasboodschap. En daarom, ik herhaal het nog maar eens, staan we vanmorgen bewust stil bij de vraag: wat is de zin van Pasen, van opstaan, ook dit jaar, ook vanmorgen.

 

Enkele weken geleden was er in Breda een grote bijeenkomst rond het thema: een missionaire parochie en dus de vraag: wat is de zin, betekenis ervan. De spreker, inleider, was een Canadese priester, James Mallon, en hij zei: “Ik ben niet gekomen vanuit de gedachte dat ik hét antwoord heb op alle vragen. Je kunt ons samenzijn vergelijken met de renovatie van een huis, een heel proces naar vernieuwing. Hét doel is: wij moeten weer echte leerlingen van Jezus worden.  We moeten weer geloven in de Verrijzenis door de Heer de kans te geven ons hart te renoveren, bepaalde stenen weg te rollen, het brood weer echt met elkaar te breken en te delen. Christus heeft ons een prachtige boodschap nagelaten. Laten we deze tot leven wekken in onze tijd, in ons leven met en voor elkaar, te vertalen naar deze tijd. De boodschap van Jezus is een Verrijzenisboodschap, een boodschap die ons wijst op de zin van Pasen, van deze dag, van dit feest.”

Een hoopvolle uitdaging, inderdaad een missionaire opdracht: vertel het verder… geloof erin… leef ernaar… sta op…

 

In dit verband moet ik toch weer denken aan het prachtige getuigenis van Abt Baeten, een tekst die ik al eerder geciteerd heb. Een bemoedigende tekst voor onze zoektocht naar de zin van Pasen. Hij zegt; “Soms ben ik bang dat het geloof in Jezus en Zijn Verrijzenis helemaal zal verdwijnen, omdat zo weinig mensen zichtbaar en tastbaar vanuit hun leven durven te getuigen. Maar… telkens als ik Pasen vier, weet ik opnieuw dat het mogelijk is te leven als Hij. Telkens als ik mensen ontmoet die leven vanuit zijn verlangen naar vrede en gerechtigheid, die geloven in het visioen dat een andere wereld mogelijk is en die geloven in een Kerk die haar crisis te boven zal komen, omdat zij getuigt van de hoop die in haar leeft – dan weet ik dat opstanding mogelijk is en dat ook nu mensen tot leven gewekt kunnen worden.”

En bij deze bemoedigende woorden komt bij mij automatisch het beeld naar voren dat naast de kerk, ook de wereld, en nu met name ons werelddeel, in een echte crisis verkeert: enerzijds gruwelijk geweld, anderzijds onvoorstelbaar leed. Daaraan denkend moeten we ons vastklampen aan de hoop en het geloof van Pasen: dat opstanding mogelijk is, een wereld waarin mensen tot inkeer komen en mensen verlost worden uit hun ellende en verdriet.

 

 Voor ons kan Pasen daarom echt een uitdaging zijn om niet bij de pakken neer te gaan zitten. In de boodschap van Jezus kunnen we, gelovend en zoekend, antwoorden vinden op de grote vragen van onze tijd en van ons eigen leven. Nogmaals, het gaat niet van de ene op de andere dag, het is een heel proces zoals ook in de Jonge Kerk.

En dus vroegen we ons bij onze besprekingen af: Hoe kan ik een luisterend oor zijn voor de ander, dichtbij en ver weg? Hoe kan ik ondanks lijden en tegenslag blijven geloven en vertrouwen?

En we noemden bij onze voorbespreking:

-door zelf in actie te komen om de wereld een beetje beter te maken

-door te doneren aan giro 555

-door vluchtelingen op te vangen of mensen daarbij te helpen

-door te getuigen van de Blijde Boodschap, een boodschap waar zoveel goeds in zit

-door te mediteren als een vorm van bidden of mindfulness

- door goed te doen: dat is nog steeds dé evangelische boodschap

= door te denken aan de woorden van Anne Frank “Het is een wonder dat ik niet al mijn verwachtingen heb opgegeven want zij lijken absurd en onuitvoerbaar. Toch houd ik ze vast, ondanks alles, omdat ik nog steeds aan de innerlijke goedheid van de mens geloof.”

 

Ja, beste vrienden: opstaan is inderdaad in beweging komen, herrijzen, verrijzen: dat is dé zin van Pasen en deze boodschap mogen wij beleven en doorgeven. Daarom van harte een Zalig en Gezegend Pasen. Amen.

                                                                                                      

Koos van Dijk SVD

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

OVERWEGING zondag 13 maart 2022

 “De zin van vertrouwen”

In ons leven doen zich vaak momenten voor waarop we ons afvragen: hoe ga ik verder, wat kan ik nog met mijn handicap, kan ik die persoon nog vertrouwen, waarom laat God toe dat mijn kind zo ernstig ziek is? En misschien vult u hier in gedachten een eigen vraag of vragen bij aan… Misschien vraagt u zich wel af: “Wat is vertrouwen in het licht van de gebeurtenissen in Oekraïne?”

In onze zondagse vieringen horen we Bijbelse verhalen, waarin vaak sprake is van mensen die zoekend waren, die twijfelden, die soms een teken nodig hadden om iemand te vertrouwen, om het woord van God te vertrouwen.

 

In de afgelopen vijf minuten kregen we twee verhalen te horen. Dat is anders dan er, zoals wij bij de voorbereiding, enkele uren voor gaan zitten en te overwegen wat het verhaal over Abraham en het verhaal van Lucas ons te vertellen hebben. De auteurs van beide verhalen vonden het kennelijk belangrijk om ze op te tekenen. Ze konden uiteraard niet bevroeden dat hun verhalen nu al eeuwenlang worden doorgegeven aan wie ze wil horen.

 

U bent vanochtend naar deze viering gekomen om te bidden, te zingen en te luisteren naar Bijbelse verhalen en zo samen te vieren. En hopelijk neemt u na deze viering iets mee naar huis, een gedachte, een voornemen. Daarvoor is het wel van belang, zo zeggen we bij elke voorbereiding van een viering, dat de Bijbelse verhalen worden vertaald en hertaald naar onze tijd. Wat kunnen wij vandaag de dag met de dromen van Abraham en de gedaanteverandering van Jezus tegen de achtergrond van het thema van vandaag, “De zin van vertrouwen”?

 

Toch eerst even kort de beide lezingen nader onder de loep nemen.

In de tekst uit het boek Genesis horen we dat Abraham het moeilijk heeft. God beloofde hem zegen en land en nageslacht en daarom had hij alles achter zich gelaten. En na jaren rondtrekken komen de twijfels en klaagt hij tegen God: “Ik heb geen kinderen aan wie ik mijn bezit kan doorgeven.” Zijn vrouw Sara en hij zijn beiden immers hoogbejaard. God vraagt hem in zijn droom doorgesneden dieren tegenover elkaar te leggen. We zien hier een oeroud verbondsritueel. Bij het sluiten van een verbond liepen de beide partijen tussen de stukken door waarmee ze aangaven, dat ze de verplichting het verbond na te komen op zich laadden. In zijn visioen ziet Abraham dan vuur tussen de dieren door gaan: symbool voor God die het verbond met hem sluit.

Verderop in het boek Genesis lees je dat Abraham vol vertrouwen bleef, dat God zijn belofte zou nakomen, ook al had hij alleen maar Gods woord. Tegen alles in vertrouwde Abraham erop dat Sara en hij een kind zouden krijgen

 

Lucas vertelt over Jezus, met drie apostelen op de berg Thabor. In deze evangelietekst horen we, dat twee grote profeten met Jezus spreken over wat in Jeruzalem zou gebeuren. De slapende leerlingen krijgen niet alles van het gesprek mee. Ze vallen in slaap. En dan wordt Petrus wakker en ziet Mozes, Elias en de stralende Jezus. Meteen reageert hij, zoals wel vaker, impulsief: “Laten we drie hutten bouwen”, want dit feelgoodmoment wil hij vasthouden. Maar vanuit een wolk horen ze een stem die zegt: “Dit is mijn Zoon, de Uitverkorene. Luister naar Hem.” Kunnen we hier lezen: vertrouw Hem, geloof in Hem?

Na twee Bijbelverhalen over vertrouwen de vraag aan ons: Hoe staat het met ons vertrouwen?

Lucas plaatst zijn verhaal op een beslissend moment in het leven van Jezus en van de leerlingen. Jezus volgend ontdekken de leerlingen stilaan hoe Gods zorg voor mensen zich op een heel eigen wijze in Jezus openbaart. Tegelijk voelen ze steeds sterker de vijandigheid van de religieuze leiders die Jezus uit de weg willen ruimen. Dit plaatst de leerlingen voor een fundamentele keuze: blijven we Jezus volgen, ook nu Hij aangeeft dat Hij naar Jeruzalem gaat, zijn dood tegemoet? Op de berg Thabor zien ze het veranderde gezicht van Jezus, gekleed in stralend witte gewaden. Zou je kunnen zeggen dat hun vertrouwen, hun geloof in Jezus hier op de berg sterker wordt nu ze zo duidelijk deelgenoot zijn van dit moment? Dat even later versterkt wordt door Gods stem uit de wolk: “Luister naar mijn Zoon”, m.a.w. je kunt Hem vertrouwen. En naar Jezus’ boodschap luisteren, dat is Hem vertrouwen schenken, dat is proberen te leven naar zijn enige gebod: ‘Bemin God bovenal en uw naaste als uzelf.’ En daarin ligt de belofte van Gods trouw aan ons en aan alle mensen: als we leven naar dat ene gebod, dan is Hij altijd nabij. En dragen wij bij aan een stukje hemel op aarde om ons heen en bouwen wij mee aan de nieuwe aarde, waar plaats is voor iedereen.

Maar geloof kent altijd sterke en zwakke momenten. Denken we maar aan de hof van Olijven en wat daar met de leerlingen gebeurt, wanneer hun weifelend geloof zich laat zien. Geen vertrouwen meer in Hem, veeleer ontrouw. Een vergelijking met Abraham dringt zich op: de twijfelende Abraham zegt tegen God: “Hoe kan ik nou weten dat wat U daar zegt allemaal gebeurt?”

 

Bij de voorbereiding zei iemand: Je kunt zwaar teleurgesteld worden door degene in wie je je vertrouwen had gesteld. Hoe ga je dan verder? Iemand anders zei: Vertrouwen hebben we in onze tijd echt hard nodig. De kerken lopen leeg. En hoe gaan we verder, wanneer pastoor Janssen naar Den Bosch vertrekt, hoe gaan we dan verder in de Willibrordusparochie? Kijken we naar Oekraïne: bijna 80 jaar vrede in Europa wordt ernstig bedreigd. En we hadden zo’n groot vertrouwen in een vreedzaam naast elkaar leven. Hoe krijg ik vertrouwen in vrede terug?

In de Dikke Van Dale lees je dat ‘vertrouwen’ enerzijds met hoop van doen heeft en anderzijds met geloof. ‘Iemand vertrouwen’ staat gelijk aan ‘met zekerheid hopen’, m.a.w. ‘erop vertrouwen dat…’ En ‘het vertrouwen’ heeft als betekenis: ‘geloof in iemands goede trouw en eerlijkheid’.

Bij de voorbereiding legde iemand, na het lezen van de beide Bijbelteksten, een gedachte op tafel over hoe hij vertrouwen beleeft. Hij vergeleek ons - aanwezig bij die vergadering en in breder verband ons christenen allemaal - met Abraham en de leerlingen op de berg Thabor: wij begrijpen, net als de apostelen, ook niet alles en we twijfelen vaak net zo hard als Abraham. En anderen legden daar hun beleving van geloof, van vertrouwen naast. En zo kwamen we tot het thema “De zin van vertrouwen” waarin je het woord ‘trouw’ hoort. Vertrouwen vraagt dat je trouw wilt blijven aan de afspraak, aan de mens met wie je een afspraak maakt. En vertrouwen in God vroegen we ons af? Op de Gerarduskalender van 1 maart stond: “Twijfelen is niet het tegendeel van geloven, maar een bestanddeel van geloof”. We gingen niet met elkaar in discussie, we luisterden naar elkaar en vertelden elkaar waardoor we soms stevig, soms zoekend en tóch vastberaden in ons leven een pad volgen waar vertrouwen zo belangrijk is.

 

En een ander vatte samen: door de goede boodschap van Jezus voel ik me uitgedaagd, uitgedaagd om Jezus te vertrouwen, zijn boodschap te verwerken/me eigen te maken/te vertrouwen en door te geven. Zo worden we geroepen, ja uitgedaagd om met onze christelijke levenshouding voor onze medemensen Jezus’ blijde boodschap uit te dragen, een boodschap van liefde, van nabijheid, van bemoediging, ook vandaag. Met onze christelijke levenshouding kunnen we vertrouwen in Gods woord “wees niet bang” uitstralen en zo medemensen in noodsituaties houvast bieden. Dat is de uitdaging: met onze levenshouding als christen uitstralen dat we samen werken aan samenwerken, in de wetenschap dat je het niet alleen hoeft te doen. Want om samen iets tot stand te brengen heb je anderen nodig. Vertrouwen is namelijk ook een kwestie van geven en nemen, van delen met elkaar, van iets aannemen van een ander, van gemeenschap vormen.

Vanuit die gedachte durven wij, de voorbereidingsgroep, erop te vertrouwen dat samenkomen/samen vieren goed is en inspirerend kan werken voor ons allen hier aanwezig.

Daar heb ik in elk geval alle vertrouwen in.

 

Gerard Jansink, namens de voorbereidingsgroep

Deurne, 6 maart 2022

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

OVERWEGING 6 februari 2022

“De zin van geroepen worden/zijn”                                           

We hebben beide lezingen gehoord en u zult het met mij eens zijn dat de keuze van ons thema van vandaag duidelijk geïnspireerd is door deze lezingen: geroepen worden/zijn.

 

Jesaja ontmoet God en deze vraagt hem het volk weer op het rechte spoor te zetten. Jesaja aarzelt, maar nadat zijn lippen als het ware zijn aangeraakt zegt hij volmondig: ja! En dit woord verandert heel zijn leven en geeft er zin aan: hij wordt een grote profeet zoals we verder in de Bijbel kunnen lezen.

Een inspirerend voorbeeld!

 

En dan Petrus uit de tweede lezing. Ook hij wordt geroepen, maar er gaat een bizar gebeuren aan vooraf. Petrus - nu nog Simon geheten - was een ervaren visser en zeker ook een harde werker. Er staat immers: de hele nacht hebben we gezwoegd; okay, we hebben deze keer niets gevangen, maar dat kan gebeuren. En dan hoort hij die rabbi, in zijn ogen een leek op vissersgebied, hem zeggen: gooi je netten nog maar eens uit en wel in het diepe. Echt de taal van iemand die geen vakman is. Maar Simon doet het… en dan ontdekt hij dat het succes niet alleen van zijn vakmanschap afhangt en geeft hij zich gewonnen. Ook hij voelt zich aangeraakt. Hij wordt Petrus en stelt zijn leven van nu af in dienst van die rabbi, in dienst van zijn medemensen en met vallen en opstaan - denk aan zijn verloochening - ontdekt hij de zin van zijn leven, van zijn geroepen zijn.

Ook weer een prachtig verhaal.

 

Twee echt menselijke verhalen en nu ga ik, geholpen natuurlijk ook nu weer door de andere leden van de liturgiegroep, op zoek naar de zin van ons leven, naar ons geroepen worden.  

In dat woord “geroepen worden” zit natuurlijk het woord “roeping”. Velen van ons weten nog net als ik dat in onze kerk dit woord vroeger voorbehouden was aan priesters en religieuzen. Zij hadden roeping, de andere gelovigen hadden een ambt, taak, opdracht. Ik denk terug aan 1946: ik ging als 13-jarige naar het kleinseminarie en had vanaf die tijd, ook in ons gezin, roeping. En mijn andere broers en zussen dan? Inderdaad, hun levenskeuze noemden wij geen roeping, maar een vak: zij werden bloemist, makelaar, verpleegster, professor…

Nu kijken we daar gelukkig heel anders naar en vinden we dat we allemaal, jong en oud, man en vrouw, geroepen worden om net als Jesaja en Petrus gehoor te geven aan de stem van God en Christus en van ons leven iets goeds te maken, ons in dienst te stellen van onze medemensen. Dat dit met andere woorden de zin is van ons geroepen worden en geroepen zijn.

Natuurlijk was het vroeger op zich niet anders, alleen noemden we het niet zo en, om weer even persoonlijk te worden, als ik nu terugkijk op mijn leven en dat van mijn broers en zussen, dan is er eigenlijk geen verschil. Allemaal proberen we een goed mens te zijn, mensen-vissers, d.w.z. in dienst te staan van de medemens, heel dichtbij, in het gezin en de familie, maar ook verder weg, bijvoorbeeld via de Stichting Hulp aan de Filippijnen.

 

Het is wel wat persoonlijk aan het worden, maar ik zit hier natuurlijk ook als vertegenwoordiger van de liturgiegroep, en zoals steeds hebben we geprobeerd de boodschap van de lezingen te vertalen naar ieders dagelijks leven en wel deze keer in het kader van ons thema: “De zin van geroepen worden/zijn ”. Ieder mens krijgt een opdracht mee, en wel een opdracht voor zijn leven, en dat geldt niet alleen voor ons christenen, dat geldt voor ieder mens.

Ik denk bijvoorbeeld aan onze nieuwe regering. Na veel wikken en wegen kwam er een akkoord tot stand en koos men voor het motto: “omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst.” Een prachtig motto, een opdracht en programma voor hun inzet de komende jaren. Ik weet het, velen zeggen: mooie woorden, maar ik heb er weinig vertrouwen in. Maar dan zeg ik: waarom zouden we Jesaja en Petrus wel geloven en onze ministers niet?

Dit is toch dé zin van hún geroepen zijn?

Hetzelfde kan ik zeggen van onze liturgiegroep. We begonnen in 1975 met het motto “Elkaar verstaan” en we wilden de blijde boodschap naar onze tijd vertalen. We kenden ook, zoals Jesaja en Petrus, onze ups-and-downs, maar we ‘leven’ nog steeds en hebben daarom vandaag gekozen voor een moment van bezinning, van een antwoord op de vraag: wat is de zin van ons geroepen zijn in deze tijd?

Daarom is het goed, denk ik, daarvoor even de tijd te nemen.

Zelf heb ik dat tijdens de voorbereiding op vandaag gedaan op 1 februari, de dag van mijn priesterwijding, 63 jaar geleden.

63 jaar… en ik denk terug aan het thema bij het 50-jarig jubileum “In dienst van de mensen” of het zestigjarig feest “Geroepen tot verbondenheid”. En nu dus: ”De zin van geroepen worden/zijn”…

En zo is elke bijeenkomst van onze liturgiegroep steeds weer een bezinning. En terugkijkend, nu in 2022, mogen we dankbaar zeggen: het is een indrukwekkende lijst van vieringen met als doel de blijde boodschap steeds weer te vertalen, te actualiseren.

En zo waren we ook tijdens deze voorbereiding bezinnend bezig en noem ik enkele opmerkingen of gedachten die naar voren kwamen.

 

- De een zei: het gaat niet om het vangen van mensen als vissen, maar om het opvangen van mensen en wel in allerlei situaties en omstandigheden: in de diepte van de chaos; de wanhoop als er geen uitweg meer lijkt te zijn; de moedeloosheid, wanneer problemen niet opgelost worden (denk aan de toeslagenaffaire of de situatie in Groningen); het perssimisme in deze coronatijd… Deze mensen opvangen zie ik als mijn roeping.

- een ander: ik voel me geroepen, ja uitgedaagd mijn medemensen te vertellen over Jezus’ blijde boodschap, een boodschap van liefde, van nabijheid, van bemoediging, ook in deze tijd.

- weer een ander: ik sport graag, maar ik voel me ook geroepen me in te zetten via een sportclub voor de jeugd, om hen te trainen en te begeleiden.

- en nog een ander: ik wil zoals Petrus vertrouwen op Gods woord: “wees niet bang”, en daarom probeer ik mijn net uit te werpen en zo medemensen in noodsituaties houvast te bieden.

 

Voldoende inspirerende voorbeelden, denk ik.

Ze maken duidelijk, zoals ik in het begin zei, dat roeping, geroepen worden, niet alleen priesters en religieuzen aangaat, maar ieder mens, en dus ook ieder van ons.

En ik kan het niet laten om toch weer te eindigen met het gezegde van onze geliefde paus Franciscus:

“Ik ben niet op zoek naar de perfecte gelovige, ik ben op zoek naar de mens die omziet naar de ander, zoals de Man van Nazareth dat deed in zijn tijd.”

Inderdaad, dat is dé zin van ons geroepen zijn. Amen.

                                                                                   Koos van Dijk svd

_________________________________________________________________________________________________________________________________

OVERWEGING KERSTMIS 2021

Beste medechristenen.

“De zin van de Kersboodschap”, zo luidt dus ons thema vanmorgen.

U bent van ons gewend dat we steeds op zoek gaan naar een bepaalde invalshoek om de bekende kerstboodschap te actualiseren.

We vroegen ons steeds weer af: wat is de kerstboodschap in deze tijd.

Ik herinner de vaste bezoekers aan de brochure die we uitgegeven hebben bij het dertigjarig bestaan van onze   vieringen, een brochure met de veelzeggende titel “Kerstmis in veelvoud”.

De lezingen met Kerstmis zijn steeds hetzelfde, maar de vertaling naar de dan bestaande situatie kan heel verschillend zijn. Daarom kozen we steeds thema`s ontleend aan de situatie van dat moment, dat jaar. Zoals “Wereld zonder muren” of “In het spoor van de zwervende God”.

En zo zijn we vanmorgen gekomen tot ons huidige thema: ”De zin van de kerstboodschap”. Veel mensen van onze tijd, we weten het maar al te goed, worstelen met de vraag: wat is de zin van… en dan denk ik niet alleen aan de corona-epidemie, maar ook de vele milieurampen, de pijnlijke situatie van de vluchtelingen aan de grenzen van Wit-Rusland en Polen, het oorlogsgeweld in zovele landen, de polarisatie in eigen land enz. En de zoektocht naar een antwoord op die zinvragen werkt voor velen negatief, depressief, deprimerend. Het is moeilijk niet somber te worden.

Wij hopen elkaar door onze viering vanmorgen een ander, een positief, een hoopgevend antwoord te bieden. De Kerstboodschap kan ons juist in deze tijd lichtpuntjes aanreiken.

Ik ga daarom even terug naar onze Adventsviering van 5 december jl. Het thema luidde toen: “De zin van inkeren”. In momenten van inkeer, reflectie kunnen allerlei vragen naar boven komen, vragen als: Hoe staat het met mij? Waar ben ik mee bezig? Wie of wat verwacht ik? En vooral dé hamvraag: Kijken we met verwachting uit naar de herdenking van de geboorte van Jezus en wat kan dat voor ieder van ons betekenen? Of… blijven we staren op wat vroeger was, blijven we stilstaan bij het verleden?   

Welnu, het feit dat u gekomen bent en we hier nu in kerststemming samen zijn, is m.i. een teken dat we verwachtingsvol uitzien naar de zin van de kerstboodschap voor ons, nu in 2021. We vragen ons opnieuw af: wat is de Kerstboodschap in deze tijd. En met de engel uit het evangelie van vanmorgen durven we met overtuiging te zeggen: wees niet bang, ik heb goed nieuws! En zo hopen ook wij een positief antwoord te geven op onze vraag vanmorgen naar de zin van de Kerstboodschap. Deze komt als het ware naar ons toe en vraagt ons deze door te geven aan elkaar.

In dat vertrouwen hebben we u de profeet Jesaja laten horen. Hij steekt het volk in een moeilijke situatie - de ballingschap - een hart onder de riem, hij brengt hun goed nieuws.

Eeuwenlang was er al voorspeld dat er een vreugdebode zou komen, een redder, dat er een nieuwe loot aan de stam van Jesse zou ontspruiten. Het volk zit echter in de put, in ballingschap zoals ik al zei, in een soort coronacrisis. En dan geeft Jesaja hun als profeet, als gezant van God, weer moed, vertelt hij goed nieuws zoals we hoorden: “het volk in duisternis zal een groot licht zien. Hij, de redder, zal vervuld zijn van een nieuwe geest, niet een geest van somberheid en negativisme, maar een geest van wijsheid, inzicht, kennis van goed en kwaad.” En Jesaja besluit met het prachtige slottafereel: “De wolf zal de gast zijn van het lam; koe en berin zullen tezamen leven en de baby speelt bij het hol van de slang”. Wat een machtig visioen!

En het bemoedigende, hoopgevende voor ons is dat dit visioen werkelijkheid geworden is met Kerstmis. We horen immers, ik herhaal het nog maar eens, dat de engel tot de herders zegt: “Wees niet bang, depressief, negatief, want ik heb goed nieuws voor jullie, ja voor heel het volk. Vannacht is in de stad van David jullie Redder geboren, de Messias.”

Ik weet het, het is maar een korte boodschap, maar wat deze feitelijk inhoudt, wordt steeds meer werkelijkheid in het verdere verslag van het leven van deze Redder, van Jezus. Op bijna elke bladzijde van het Nieuwe Testament ervaren we dat Jezus het visioen van Jesaja waarmaakt. Zijn komst is werkelijk goed nieuws, is vervuld van die goede geest. Hij komt immers inderdaad op voor het recht van de zwakken en de armen genieten zijn voorkeur. En… en dat is steeds weer de kern: Hij stelt de liefde centraal. Hij gaat om met tollenaars en zondaars, hij is de barmhartige Samaritaan. En dus kunnen we concluderen: dit is echt goed nieuws, dit is een echte vertaling van het visioen van de panter en het bokje, koe en berin, kleuter en slang. Zoekend naar de zin van de Kerstboodschap vinden we hiervan een concreet verslag in heel Jezus’ leven.

Toch is dit, zo durf ik te zeggen, nog maar een deel van onze zoektocht naar de zin. want het verhaal moet wel doorgaan, m.a.w. wij moeten nú in onze tijd op zoek gaan naar, zoals ik al eerder, zei de vertaling, ons antwoord op deze zinvraag, onszelf proberen te vernieuwen, ons aandeel als christen te leveren aan een betere samenleving, ieder naar haar/zijn mogelijkheden.

Ik verwijs naar het voorbeeld van onze geliefde paus Franciscus. Ik heb hem vorig jaar ook geciteerd, maar deze overweging bleef beperkt tot de website. Sta me daarom toe een en ander te herhalen. De paus heeft als een moderne profeet dé boodschap samengevat in zijn herderlijke brief met de titel “Fratelli Tutti ”: allemaal zijn we broers en zussen van elkaar en moeten we proberen dit ook waar te maken in ons dagelijks leven. We mogen ons, zo zegt hij, er niet bij neerleggen dat mensen buitengesloten worden, vluchteling zijn, armoede lijden, onder oorlogsgeweld gebukt gaan. We moeten er daadwerkelijk, zoals Jezus, tegen ingaan. Een en ander heeft hij enkele weken geleden nog weer eens benadrukt tijdens zijn bezoek aan Lesbos en zijn duidelijke boodschap aan de Europese landen en dus ook aan ieder van ons. “Fratelli Tutti”!

Dat, beste vrienden, is de zin van de kerstboodschap: niet alleen een boodschap van liefde, hoop, toekomst, maar ook een boodschap van daadwerkelijke inzet. Zoals paus Franciscus eens zei: “Ik ben niet op zoek naar de perfecte gelovige, ik ben op zoek naar de mens die omziet naar de ander zoals de Man van Nazareth dat deed in zijn tijd.”

En dat kan, zo zult u met mij eens zijn, juist in deze tijd van corona, rampen, wantoestanden. En gelukkig zien we het overal om ons heen ook daadwerkelijk gebeuren. U kent het motto van het Rode Kruis: “Als we er allemaal voor elkaar zijn, is er niemand meer alleen.” Of van de TV: “Laten we meer naar elkaar omkijken.” Of: “Schenk aandacht aan de ander.” En als lid van een missiecongregatie vul ik graag aan: niet alleen de ander dichtbij, maar ook wereldwijd, en dus ook in Wit-Rusland en Polen, Afghanistan, het Midden-Oosten en vele landen in Afrika.

Meer voorbeelden hoef ik niet te geven, we zien het als we erop attent zijn overal om ons heen en kunnen ons daarbij van harte aansluiten en zo zin geven aan de mooie Kerstboodschap; deze inderdaad handen en voeten geven…

En daarom tot slot de tekst waarmee we deze viering begonnen: “In een tijd dat alle hout dood lijkt, is het bijna onmogelijk te geloven in nieuw leven, maar wie een ander warmte geeft en licht, zal weten dat er wonderen bestaan.”

Daarom wensen we elkaar een gezegend en zinvol kerstfeest toe. Amen.

Koos van Dijk SVD      

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Zondag 5 december 2021: Tweede zondag van de Advent

Advent, tijd van bezinning, even stilstaan, inkeren in jezelf. Het is vroeg donker, en dat kan ons helpen om wat meer naar onze binnenkant te kijken. Je moet er wel af en toe de tijd voor nemen… Want Sinterklaas, het naderende kerstfeest, al die ondanks corona feestelijk verlichte etalages die onze aandacht trekken…

 

Zo ongeveer waren onze eerste gedachten aan het begin van de voorbereiding van de viering van vandaag, tweede Adventszondag.

 

Om u en ons op weg te helpen hebben we als thema gekozen voor “De zin van INKEREN”. Want in momenten van inkeren, van reflectie kunnen allerlei vragen naar boven komen: Hoe staat het met mij? Waar ben ik mee bezig? Kan ik echt af en toe gas terugnemen? Wat of wie verwacht ik?

Juist een tijd als de Advent nodigt uit tot reflectie om zo je handel en wandel te onderzoeken en je af te vragen: Hoe kijk ik naar de toekomst? Wat kan ik bijdragen aan die toekomst?

En al pratend stelden we vast dat reflectie niet betekent “stilstaan”, maar juist opladen in stilte om vooruit te kunnen in de periode na de Advent, wanneer de dagen geleidelijk weer gaan lengen, de natuur op een  kantelpunt komt en jij, na je bezinning, misschien met nieuw elan de goede boodschap die met de geboorte van Christus onder ons kwam probeert handen en voeten te geven.

Het bovenstaande is niet bedoeld om ons - u, mezelf - belerend toe te spreken. Ik wil u slechts gedachten aanreiken die we in de voorbereiding hebben uitgesproken na het lezen van de beide Bijbelteksten van vandaag.

Denken, nadenken kent ook in coronatijd geen restricties… Laat uw gedachten af en toe eens hun gang gaan: Proberen wij recht te maken wat krom is in onszelf? Houden we vast aan hoe het was vroeger of is er ruimte voor nieuw gebaande wegen zonder kuilen, zonder obstakels? Kijken we met verwachting uit naar de herdenking van de geboorte van Jezus en wat dat voor ons kan betekenen? Of blijven we staren op wat vroeger was, blijven we stilstaan in het verleden?

 

De beide lezingen van deze zondag vormen de aanleiding voor bovenstaande gedachten. Voeg daar de coronacrisis en misschien ook de crisis in de kerken bij en je hebt heel wat te overdenken.

 

De tekst uit het boek Baruch: de schrijver troost het volk van Israël: “Jeruzalem, sta op, je kinderen komen naar huis.”

Het geschrift stamt uit de tweede of eerste eeuw voor Christus. In het voorwoord lees je dat het geschreven is door Baruch, de zoon van Neria. Deze Baruch was de secretaris van de profeet Jeremia. Het lijkt echter zeer onaannemelijk dat hij           de schrijver is.  Aangenomen wordt dat het gaat om een tekst die toegeschreven wordt aan een bekend persoon - Baruch dus - uit het verleden. Op die manier is het boek binnen de traditie van de joodse geschriften geplaatst.
Het volk van Israël ging indertijd gebukt onder de overheersing door de Grieken: de 'moderne' Hellenistische cultuur overheerste het Middellandse zeegebied en tornde aan de overtuigingen, waarden en gebruiken van het toenmalige joodse volk. Veel inwoners van Israël keerden zich af van de Joodse traditie. In die crisis herinnert Baruch het volk aan de bevrijding uit de Babylonische ballingschap van twee eeuwen eerder. Hij vertelt van de vreugde over de bevrijding uit die ballingschap. Hij wil daarmee zeggen: Zoals toen het ondenkbare mogelijk bleek, zo kan het ook nu gaan; houdt moed! Herinnering aan “TOEN” kan een kracht zijn om “NU” vol te houden en te blijven uitzien naar een betere toekomst die wortels heeft in het verleden. Baruch geeft de mensen troost, en troost geven is HOOP geven. Maar dat gaat niet zonder eigen inbreng: “Sta op”, zegt Baruch, “zorg voor een effen vlakte.” Zou dat in onze tijd kunnen zijn: luister naar de ander, blijf in dialoog met elkaar, maak recht wat krom is in je relatie met de ander, overbrug die kloof tussen jou en die ander, voorkom polarisatie? In feite een uitdaging om een steen te verleggen, zodat het effect van jouw handelen blijft doorwerken!

 

Lucas richt zich in zijn goede boodschap tot zowel joodse als niet-joodse volgelingen van Jezus. Johannes de Doper is de stem van de joodse traditie die oproept de wegen te egaliseren naar de nieuwe wereld van Hem die redding komt brengen. Lucas brengt traditie en voortdurende vernieuwing samen in zijn evangelie waarin hij, met de woorden van Johannes de Doper, ons oproept tot inkeren, bezinnen om zo de weg voor de Messias vrij te maken van obstakels. Dat inkeren kende Johannes uit eigen ervaring: hij woonde in de stilte van de woestijn en daar werd deze kleine man geraakt door Jahweh. En zo gebeurde het dat Johannes geen roepende in de woestijn werd, maar iemand naar wie het joodse volk luisterde. Hij sprak over de actieve inbreng van de mensen zelf: “maak de wegen vlak, want dan brengt God redding”. Een kleine man die het joodse volk opriep zich voor te bereiden op de komst van de Messias. “Begin een nieuw leven”.

Lucas laat heel duidelijk merken dat “kleine” mensen een belangrijke rol spelen wanneer het gaat om ommekeer na inkeren: het zijn niet de groten der aarde - Lucas noemt hen expliciet bij naam en toenaam aan het begin van hoofdstuk 3 van zijn goede boodschap - die uitgedaagd worden door Jahweh. Nee, het is de profeet uit de woestijn die een beweging van onderop, van eenvoudige, barmhartige mensen in gang zet met zijn aansporing: 'Dat wij omkeren, verlaten ons domein, beleven 't woord des Heren en niet weerbarstig zijn.'

 

En wat die woorden voor ons betekenen? We nodigen u uit daarover na te denken in deze Advent van het jaar waarin Joe Biden president van de USA is, Mark Rutte demissionair premier van Nederland, Angela Merkel wordt opgevolgd als bondskanselier door Olaf Scholz en Franciscus onze paus is. Dat wij, gehoor gevend aan de oproep van Johannes de Doper, over enkele weken onze weg gereed hebben voor de geboorte van Jezus.

 

Ik wens ons allen een tijd van in stilte inkeren in onszelf, een tijd waaruit we, net als de pelgrim na zijn wandeltocht, met vernieuwde inzichten over ons leven, over onze christelijke levenshouding ook in tijden van crisis onze steen, ons steentje kunnen blijven verleggen als onze bijdrage aan dat kleine stukje hemel hier op aarde.

 

Namens de kapelgroep,

Gerard Jansink

1 december 2021

 

 

 

____________________________________________________________________________________________________________________________

Zondag 7 november

"De zin van herdenken"

Goede morgen allemaal!

We zijn vanmorgen begonnen met het aansteken van een kaars en het noemen van de namen van onze geliefden. Daarbij denken we aan hen, het verdriet van het gemis, de steen die op ons hart drukt, zoals Mariet het in de begroeting zo mooi zei. Maar ook welk voorbeeld zij voor ons zijn geweest, wat zij betekend hebben. Onze dierbaren zijn nog steeds van betekenis en helpen ons een besluit te nemen bij vragen die opkomen. We denken aan gezamenlijke belevenissen en gesprekken. We laten opnieuw licht schijnen over de herinneringen en misschien kijken we met ander ogen? Kortom: “we gedenken, herdenken, denken opnieuw aan”.

Is dit de zin van herdenken?

In de lezing van Lucas hoorden we dat Jezus zijn leerlingen op weg stuurde. Hij gaf hun een aantal richtlijnen mee. Zo mochten zij niets meenemen. In de Joodse traditie is gastvrijheid een groot goed, waarbij reizigers, bekend of onbekend, gastvrij worden ontvangen en verzorgd. Dus wanneer je ergens niet welkom bent, kun je maar beter wegwezen, want dan deugt het op een of andere manier niet. Je mag dan wel laten merken dat je het er niet mee eens bent. Daarmee geef je de ander de kans om zijn mening opnieuw te overdenken, te overwegen: te HER-DENKEN!

Het is vandaag 7 november, feestdag van Sint Willibrord. U ziet hem, hier links achter mij, in het gebrandschilderde raam van kunstenaar Pieter Wiegersma. Willibrord ging op weg, sprak mensen aan en vertelde hen over het leven en de levenshouding van Jezus. Hij zal vast niet altijd gehoor hebben gevonden, het weerhield hem echter niet om op de ingeslagen weg door te gaan. Willibrord volgde het voorbeeld van de op weg gestuurde apostelen. Hij bracht hier, in de lage landen, de boodschap van Jezus Christus. Hij stimuleerde mensen het verhaal van Jezus en zijn volgelingen te blijven vertellen en uit te dragen, te gedenken en te HER-DENKEN.

Anselm Grün, de tweede lezing, wordt niet op weg gestuurd, maar kiest er zelf voor op pad te gaan, hij neemt brood en thee mee, voor het geval dat…. Hij pelgrimeert zoals nu nog vele mensen doen. Bij het pelgrimeren gaat het er niet om op de plaats van bestemming te komen, maar de ontmoeting, het vertrouwen, de overpeinzingen onderweg. Anselm Grün vertrekt vol twijfel en is bang, hij vertrekt zonder landkaarten, zonder wegwijzers (wij zouden nu zeggen zonder navigatie), maar mét het vertrouwen dat het goed komt en dat hij geholpen zal worden onderweg. Hij kiest, zoals onlangs ook een van de leden van onze werkgroep, voor de wandeling, het onderweg zijn gebruikend om gedachten en gevoelens te overwegen, opnieuw te wegen, te HER-DENKEN

Ik wil u graag een ervaring uit mijn werk vertellen die mij heeft laten zien dat mensen beslissingen kunnen herzien en dat ze in staat zijn om daarna anders te handelen. Jaren geleden werd ik door kinderartsen benaderd, ze vroegen hulp voor een ouderpaar dat een kindje had gekregen met ernstige lichamelijke en verstandelijke beperkingen. Ouders, die dit te horen krijgen, hiermee geconfronteerd worden, schrikken enorm en zijn ontdaan. Deze ouders waren zéér geraakt en ook boos dat dit hun was overkomen. Een enorme pijn. Ze wilden geen band met het kindje; anderen moesten voor het kindje zorgen, zij konden en wilden het niet doen. Samen met de artsen hebben we gepraat met de ouders en we kwamen overeen dat het kindje in het ziekenhuis mocht blijven waar het geboren was. Wel verwachtten we van hen dat we in gesprek bleven met hen over hún kindje. Zij zijn én blijven de ouders van het kind en we wilden dat zij betrokken bleven en verantwoordelijkheid hielden, bij beslissingen meedachten. Welke zorg heeft het nodig? Wie kan die het beste geven?

De ouders stemden in, ze waren opgelucht en blij dat zij afstand konden en mochten nemen. In de periode daarna sprak ik met hen. De ouders ervoeren allerlei emoties: boosheid en verwijten. Waarom overkwam het hún? Wat was er fout gegaan? Hoe had dit kunnen gebeuren? Wat of wie was de oorzaak? Was er een oorzaak? Na het uiten van de boosheid en de vragen kwam er verdriet, veel verdriet. Verdriet om het verlies van hun toekomstbeeld, hun dromen en de wens van een gezond kind… Ze waren in rouw. Door het luchten van hun hart voelden ze gaandeweg ruimte en verandering. Af en toe gingen ze naar het kindje in het ziekenhuis. Ze gingen vragen stellen aan de artsen en verpleegkundigen. Ze wilden meer: meedenken, meepraten over de toekomst van het kindje. Wat heeft het kindje nodig? Hoe moet er voor het kindje gezorgd worden? En wie moet dat doen? Ze gingen helpen bij de verzorging. Ze leerden sondevoeding geven. Er kwam iets van berusting.

Het kindje is gaan logeren en daarna gaan wonen op een kindergroep. De ouders zorgden, samen met de begeleiding, dat het kindje een fijn thuis had. De ouders waren zeer betrokken, zowel bij hun kindje als bij de plek waar het woonde. Ze kwamen veel op bezoek, zorgden, knuffelden, verwenden, ondernamen samen activiteiten, ze spraken steeds met de begeleiding over wat er nodig en wenselijk was. Het was hun kindje! Dit proces heb ik van dichtbij mogen volgen. Deze ouders hebben me laten zien dat mensen in staat zijn om situaties en gebeurtenissen opnieuw te overdenken, te her-denken en dat dit kan leiden tot een nieuwe beslissing en anders handelen. Door deze ervaring leerde ik, dat wanneer ouders dat kunnen, dit ook mogelijk moet zijn voor mij, voor ieder van ons…

HERDENKEN HEEFT ZIN, heeft wel degelijk zin! 

Jezus, de apostelen, Willibrord, Anselm Grün, onze voorouders, állen die ons zijn voorgegaan, onze voorbeelden, hén herdenken blijft belangrijk! Hun verhalen, hun boodschap steeds opnieuw onder een vergrootglas leggen. Deze steeds met

een andere bril bekijken en bespreken. Welke boodschap kunnen wij er NU uit halen? Waarmee kunnen wij op weg? 

Wij mensen hebben de mogelijkheid te HER-DENKEN! Dat is een groot en kostbaar goed!

Een lid van de werkgroep verwoordde het prachtig: ‘In het herdenken verfrissen we onze herinneringen’

 

Amen, laat het zo zijn.

Fien Vollenberg, 7 november 2021

__________________________________________________________________________________________________________________________

Zondag 3 oktober 2021

Oecumenische viering Kapelgroep en Protestantse Gemeente Deurne

 

"De zin van gelijkwaardigheid"

Is het een handige reclametruc of is het oprecht oog hebben voor de kwetsbare mens? Een supermarkt uit het zuiden heeft de kletskassa geïntroduceerd. Een kassa waar je je boodschappen kunt afrekenen en waar je even kunt kletsen met een caissière. Ik houd van kletsen, zoiets zei een van de caissieres in de krant.

Zover zijn we gekomen. Dat in de week tegen de eenzaamheid een speciale kassa wordt geopend waarbij een luisterend oor en een vriendelijk woord wordt geboden. Het is dus geen vanzelfsprekendheid meer? Misschien wel in ons dorp, maar er zullen zeker plaatsen zijn waar geen tijd en aandacht meer is voor iemand, die naar de winkel gaat om in ieder geval 1 keer per dag iets te kunnen zeggen tegen een ander. Het is goed dat er oog voor is. Het is goed dat er extra aandacht voor is in de week tegen eenzaamheid. Want we kunnen niet zonder contact, hoe gering ook, we hebben dat nodig.

De bijbel is er duidelijk over. De schepping is nog niet af als God de mens heeft geschapen. Want die mens is eenzaam. En dat bevalt God niet. Daarom schept God allerlei dieren. Maar dat helpt de mens niet helemaal. Er staat dat Adam namen gaf aan al het vee en aan de vogels in de lucht en aan alle dieren van het veld. ‘maar voor de mens vond hij geen hulp als iemand tegenover hem’. Pas als uit de rib van de mens de vrouw wordt geschapen, is het probleem van de eenzaamheid opgelost. Uit één mens ontstaan man en vrouw. Vaak zien we hier een ongelijkheid in. Alsof de vrouw ondergeschikt is aan de man. Maar let op. Pas als God de vrouw heeft geschapen, is er ook sprake van de man. Daarvoor wordt er alleen gesproken over de mens.

Het verhaal verklaart dus niet het ondergeschikt zijn van de ene mens onder de ander. Het woord ‘hulp’ of ‘helper’ is in het Hebreeuws ook het woord dat gebruikt wordt voor de hulp van God. De scheppingsorde is niet één van rangorde, maar van gelijkwaardigheid. En als de man en de vrouw samen gaan wonen en één vlees worden zoals het er staat, dan maakt de man zich ook los van zijn ouders. We lezen daar gemakkelijk overheen. Maar het was gebruikelijk dat de vrouw introk bij de familie van haar man. Het scheppingsverhaal uit de bijbel zet daar een gelijkwaardige verhouding tegenover.

Het gaat in dit tweede scheppingsverhaal natuurlijk niet over de biologische oorsprong van de man en de vrouw. Het laat wel zien hoe God over de mens denkt. De mens is geschapen voor gemeenschap. De mens is een sociaal wezen. De één heeft meer behoefte aan contact dan de ander. Maar geen mens kan zonder contact. Mensen hebben elkaar nodig om mens te kunnen zijn. Dat is de kern van het scheppingsverhaal dat we hebben gelezen uit Genesis.

 

En de evangelielezing dan? In de cyclus van het leesrooster, hebben we drie jaar geleden ook deze lezing gelezen. Toen legden we het accent op wat Jezus zegt over scheiden. Het blijft een lastige tekst, zoals iemand vorige week nog zei. Maar in de voorbereiding van deze viering hebben we op initiatief van pater Koos van Dijk een andere insteek genomen. Niet dat we de woorden van Jezus hebben verdraaid. Of naar onze hand willen zetten. Maar we hebben Jezus’ woorden gelezen in verbinding met de lezing uit Genesis. ‘Mensen hebben elkaar nodig om mens te zijn’ was de conclusie uit het verhaal van de schepping. In alle gelijkwaardigheid. In de discussie met de schriftgeleerden wijst Jezus de gangbare praktijk af. En dat is dat de man wel van de vrouw mocht scheiden maar niet andersom. Maar Jezus benadrukt net als in Genesis de gelijkwaardigheid van man en vrouw. In hun eigenheid en hun samenzijn. Wanneer het gesprek met de schriftgeleerden tot een einde is gekomen, maakt Jezus zichtbaar wat het betekent om mensen niet uit te sluiten. Eigenlijk gaat Jezus nog een stap verder. En houdt hij de groten een spiegel voor door de kinderen centraal te stellen in zijn verkondiging van het koninkrijk van God. Of, zoals de Nieuwe bijbelvertaling zegt, van de ‘nieuwe wereld’. ‘Je moet openstaan voor ​Gods nieuwe wereld. Net zoals een ​kind​ dat doet. Anders kun je er niet binnenkomen.’ zegt Jezus.

Jezus stelt de kinderen gelijk aan de volwassenen, hij stelt hen tot voorbeeld. Een voorbeeld uit onverwachte hoek.

 

Om te leren, moeten we ons openstellen voor de woorden uit de bijbel, de woorden van Jezus. Moeten we nadenken over de consequenties van Jezus’ woorden in ons dagelijks leven.

Deze zondag heeft het thema ‘de zin van gelijkwaardigheid’ meegekregen. Dit thema gaat ervanuit dat we elkaar nodig hebben. Elkaar niet kunnen voorbijgaan. Onszelf niet boven een ander verheffen. Als ik de politiek van nu volg, dan zie ik wat de gevolgen zijn als je dat wel doet. Als je je wel beter voelt dan de ander. Als je daarom de ander uitsluit, wegzet, wegduwt, als de kinderen door de leerlingen werden weggeduwd. Hoe zou Jezus zich bezig kunnen houden met een paar kinderen? Maar Jezus toont hen de waarde van het kleine, kwetsbare kind. En van het kleine, kwetsbare mensenkind, dat we allemaal zijn.

We spreken over gelijkwaardigheid. Ten grondslag hiervan ligt het woord ‘waardigheid’. De Joodse filosoof Abraham Heschel schreef: ‘wezenlijk voor de bijbelse godsdienst is het besef van Gods belangstelling in de mens, het besef van een verbond, van een verantwoordelijkheid van Hem als van ons.’ Dit verbond begon met de schepping en werd bevestigd door Jezus, Gods Zoon, die Gods nieuwe wereld, het Rijk van God verkondigt.

Met de mens heeft God een verbond gesloten. De mens is waardig om verbondspartner van God te zijn. De mens, ieder mens, is het waard om deel van dit verbond uit te maken.

Kijken we om ons heen, dan zien we juist dat de waardigheid van veel mensen in het geding is. Op die al die plekken waar mensen overheerst worden, onderdrukt en vervolgd, misbruikt, gebruikt…, daar wordt de waardigheid van mensen met de voeten getreden.

Jezus omarmt de kinderen, de kleinen en zegent hen. Ieder mens doet er toe. Ook de kleinen, de onaanzienlijken, ook de mensen die ‘anders’ zijn in onze ogen.

De ‘zin van gelijkwaardigheid’, het thema van vanmorgen ligt besloten in de omarming en de zegen van Jezus voor ieder mens. Als navolgers van Jezus worden wij geroepen om elkaar als gelijkwaardigen te zien: als mensen kostbaar in Gods ogen.

Amen.

Ds. Ada Rebel

__________________________________________________________________________________________________________________________

zondag 5 september 2021

 

“De zin van nabijheid”

 

Beste medechristenen,

 

Eén zin keert telkens terug als onze minister-president een persconferentie houdt i.v.m. de corona-epidemie. De zin: “Mensen, houdt afstand! - de anderhalve meter is noodzakelijk willen we deze pandemie overwinnen.”

Houdt afstand… ja en dan zeggen wij vanmorgen via de lezingen en ons thema tegen elkaar: weest elkaar nabij…

Ieder van u begrijpt natuurlijk wel dat beide aansporingen - houdt afstand en weest nabij - een andere inhoud, zin, betekenis hebben. Die 1.5 meter is inderdaad noodzakelijk in deze coronatijd, maar het elkaar nabij zijn is even noodzakelijk, als wij ons christenen of eigenlijk gewoon mensen noemen.

Ik ga daarom samen met u verder mediteren over ons thema of - zoals een bekend motto in deze coronatijd luidt - geef elkaar meer aandacht. Een meditatie als brood voor onderweg…

 

Uit mijn overwegingen met Pasen en in juli weet u intussen dat ik, zeg maar, verliefd ben op de laatste encycliek van onze sympathieke Paus Franciscus, de encycliek met de mooie titel ” Fratelli Tutti”, vrij vertaald “Allemaal zijn we broeders en zussen van elkaar.” De Paus heeft zich laten inspireren bij het schrijven door twee personen. Natuurlijk door zijn naamgever Franciscus van Assisi en hij citeert: “Franciscus, die zich een broeder voelde van de zon, de zee en de wind, wist zich eigenlijk nog het meest verwant met de medemens. Overal waar hij kwam, zaaide hij vrede en stapte hij schouder aan schouder met wie arm, aan zijn lot overgelaten, gebrekkig en uitgesloten was, de minste van zijn broeders en zusters.”

Maar in de eerste plaats heeft hij zich laten inspireren door Jezus en als een rode draad loopt als het ware door deze encycliek de parabel van de barmhartige Samaritaan. ” Een parabel, waarvan hij zegt, dat Jezus die tweeduizend jaar geleden heeft verteld maar waarmee ieder mens van goede  wil, ongeacht zijn/haar religieuze overtuiging, zich kan identificeren en waarin ieder een uitdaging kan vinden.”

 

Waarom ik zo de nadruk leg op deze parabel?  Omdat onze evangelielezing van vandaag daarvan een echte toepassing, vertolking is. Kijk, de parabel van de Barmhartige Samaritaan is natuurlijk een prachtige parabel, maar wel een parabel en een parabel is volgens de Grote van Dale “een gelijkenis, een zinnebeeldig verhaal om iets aanschouwelijk te maken”. Jezus laat ons vandaag zien in het evangelie dat hij niet alleen maar mooie vrome woorden spreekt zoals in die parabel, maar ze ook zelf toepast, werkelijkheid laat worden. Hij schenkt inderdaad zoals die Samaritaan aandacht aan de mens langs de weg, in ons geval dus een doofstomme. Wij weten maar al te goed dat wie doof is en niet kan spreken, vereenzaamt. Jezus neemt hem apart, raakt hem letterlijk aan en zegt: effata, ga open. Open de vensters van je oren en je hart, laat het onbekende binnenstromen als een verfrissende wind. Ga met je medemens relaties aan en wordt hun gelijke. Luister naar hen, praat met hen, leer van hen en zij kunnen ook leren van jou. In één woord: word een mens zoals de Schepper de mens gewild heeft: medemens, naaste, elkaar nabij.

Ja, Jezus geeft een prachtig staaltje van nabijheid en zoals de paus dit geleerd heeft van Jezus, heeft Jezus dit weer van Zijn Vader geleerd. Op zeer veel plaatsen in het Oude Testament - dat Jezus zoals elke Jood kende - laat God zich zien als: “Ik ben er… Ik ben er voor de mens, ik ben ieder nabij…” We zagen   het in onze eerste lezing. Ten tijde van de profeet Jesaja zaten de mensen in de put, zagen het niet meer zitten. En dan zegt de profeet: “God zal jullie helpen en dan zullen de ogen van de blinden worden geopend, de oren van de doven gaan horen; zal de lamme springen als een dartel hert en de stomme zal niet alleen spreken, hij zal jubelen want… God is nabij.”                                                                                                                     

 

Het is verleidelijk te denken: ja, dat was toen, maar wij leven nu in 2021. De paus zegt dan tot ons: “Elke dag wordt de mensheid en dus ieder van ons uitgedaagd een barmhartige Samaritaan te zijn of… een onverschillige voorbijganger. Vroeg of laat zullen we allemaal iemand tegenkomen die lijdt en de beslissing is aan ons om wie gewond (of doofstom) aan de kant van de weg ligt, op te nemen of uit te sluiten. Of met andere woorden: te bewijzen dat we in het spoor van Jezus willen gaan.” We zongen het: “Hij ging van stad tot stad…, en al wie Jezus naam belijdt zal wonderen verrichten en als een lamp verlichten de lange gang van onze tijd.”

 

En als liturgiegroep noemen we, zoals u gewend bent, enkele voorbeelden van nabijheid.

-En we denken aan pater Cor Buijs. We willen hem immers vandaag speciaal en dankbaar gedenken. Cor was als missionaris en priester de medemens nabij. Eerst dertig jaar in Mexico en daarna als pasto(o)r in Kelpen-Oler (bij Weert) en dus ook hier in Deurne bij onze thematische vieringen. Cor was met recht een medemens die wat hij als priester verkondigde, omzette in daden van nabijheid. In het In Memoriam staat: “Het geheim van zijn pastorale taak is vooral daarin gelegen: aanwezig te zijn daar waar de parochianen zijn… Zo kent hij bijna iedereen met naam en toenaam en is hij aanwezig bij feestelijke en droevige gebeurtenissen.” Bij zijn uitvaart is dan ook ieder aanwezig: de seniorenvereniging, het huiskamerproject, de jeugd, de carnavalsvereniging, de Zonnebloem, fanfare, ja heel de parochie. En natuurlijk ook een delegatie van onze liturgiegroep. Dankbaar willen we terugdenken aan zijn voorgaan hier in deze kapel. Een hartelijk mens, mensen nabij. Tot zijn parochianen en ook tot ons zegt hij op het gedachtenisprentje: “Even was ik uw herder, ga nu samen moedig verder.” Laten we dit ter harte nemen!

 

-Mensen nabij zijn was en is nog steeds de insteek van onze vieringen. Zoals velen van u weten zijn we in 1975 gestart met deze vieringen, omdat velen zich in de kou voelden staan, zich buitengesloten voelden, niet voldoende inspiratie kregen vanuit de parochies. Toegegeven, wij zijn ook maar mensen met ook onze tekorten, maar we willen ons wel steeds weer - zoals ook vanmorgen -laten inspireren door de Schrift, door Gods woord om zo deze Blijde Boodschap aan elkaar door te geven, en dus elkaar nabij te zijn. Het komt ook steeds naar voren in onze voorbeden en het doel van onze collectes. En ik ben nog steeds dankbaar dat deze vieringen, ook na mijn vertrek, doorgegaan zijn. We proberen een en ander ook in praktijk te brengen door elkaar nabij te zijn als leed, verdriet, lijden, tegenslag iemand treft. Zelf heb ik het ook dankbaar ervaren bij mijn corona-ziekte en nu wordt het weer gepraktiseerd doordat regelmatig mensen op bezoek gaan bij onze Norma in deze moeilijke situatie.  

 

 -Nabijheid speelt ook, zo bleek uit onze voorbesprekingen, een belangrijke rol bij vele sacramenten, vooral het doopsel en de ziekenzalving. We worden door de doop een mens met oren die kunnen luisteren, ogen die kunnen zien, en een hart dat de ander toelaat… Gods Geest daalt als het ware op ons neer en zegt; effata - ga open!

Bij de ziekenzalving worden onze handen gezalfd, handen die veel hebben gegeven en aangeraakt; ogen die naar anderen gekeken hebben; oren die hebben geluisterd…

 

En zo proberen we te gaan in het spoor van Jezus en elkaar nabij te zijn. De maatregelen van de corona worden versoepeld en brengen ook letterlijk mensen weer dichter bij elkaar. Maar we weten ook dat de situatie in de wereld steeds dringender een beroep doet op ieder van ons om in woord en daad een barmhartige Samaritaan te zijn zoals Jahweh en Jezus…

 

Iemand zei een dezer dagen: “Wij christenen moeten steeds weer onze rugzak vullen met brood voor onderweg.” Vanmorgen doen we dat door de oproep elkaar nabij te zijn. Moge het zo zijn. Amen.

 

p. Koos van Dijk svd

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 4 juli 2021

“Laten we genieten van kleine dingen”


Beste vrienden.

 

De bekende pastor Seef Konijn heeft een brochure geschreven met als titel: ”De kunst van het genieten.”  Ik ga hem niet uitvoerig citeren, maar enkele gedachten van hem wil ik u niet onthouden. Zo zegt hij o.a.:

  • “Genieten geeft kleur en diepte aan je leven.”
  • “Je Kunt alleen maar echt genieten als je bewust stilstaat bij de dingen en dus innerlijk in rust bent.”
  • “Wie kan genieten is een gelukkig mens.”
  • “De hoogste vorm van genieten is genieten van elkaar.”

 Zo maar enkele citaten en uit het vervolg van deze overweging zal, hoop ik, blijken hoe juist deze opmerkingen van hem zijn.

 

“Je kunt pas echt genieten als je innerlijk tot rust bent gekomen.” Dat is, zo weten we maar al te goed, de eigenlijke bedoeling van de vakantietijd. Ik heb het vaker gezegd: vakantie komt van het Latijnse woord vacare en dat woord heeft twee betekenissen: vrij zijn van en vrij zijn voor. Vrij zijn van inderdaad het moeten, het kantoor of de school, het horloge… om vrij te zijn voor het tot rust komen, ja voor het genieten. We hebben de moeilijke coronaperiode eindelijk grotendeels achter ons gelaten, er zijn allerlei versoepelingen afgekondigd, we mogen weer veel, we proberen die ballast los te laten, weer vitaminen te gaan verzamelen, weer genieten... En daarvoor hoef je niet per se op reis te gaan, je kunt overal genieten als je er maar de rust voor neemt, de stilte zoekt, weet te onthaasten…

Ik moet in dit verband denken aan het verhaal van een medebroeder, missionaris in Afrika. Het was nog in de tijd dat zo’n missionaris te voet van de ene naar de andere statie/parochie trok. Zijn bagage werd gedragen door enkele boys. Op zekere dag, zo vertelde hij me, was hij weer onderweg, toen zijn boys ineens de bagage neerzetten op de grond en ernaast gingen zitten.

“Hé”, zei hij, “we moeten nog verder anders komen we niet voor het donker op de plaats van bestemming.” Geen reactie, de boys bleven zitten. “Moeten jullie soms een betere vergoeding?” Geen reactie. “Wat is er dan aan de hand?” Daarop zei een van de boys: “Pater, onze ziel moet tijd hebben om ons lichaam in te halen.”

Prachtig gezegd… onze ziel moet tijd hebben om ons lichaam in te halen… of om met Seef Konijn te spreken: “Je kunt pas echt genieten als je innerlijk tot rust bent gekomen.” Of zoals wij jaren geleden in een vakantieviering zeiden: “Je moet je vleugels telkens weer laten drogen” zoals aalscholvers doen. Of zoals de lezingen vandaag zeggen en ook ons thema: “Laten we genieten van kleine dingen.”

 

Jezus was een echte natuurmens, genoot van de natuur en het vele mooie ervan, zoals blijkt uit vele parabels. Denken we aan de zaaier en het zaad, de wijnbouwer en de druivenranken, de herder en zijn schapen… En zo zegt Hij vandaag: kijk eens naar de lelies, hoe ze groeien in het veld en de natuur kleur geven. Of kijk naar de vogels in de lucht. Ze zaaien niet en vullen geen voorraadschuren, het is God die ze voedt. - Jezus wil ons op het hart drukken: maak je niet te veel zorgen, geniet van de natuur, geniet van kleine dingen.

Zo kunnen we ook genieten van het kleine jongetje uit onze tweede lezing: het jongetje met zijn zeesterren. Er is tegenwoordig veel te doen over het klimaat, het milieu, de uitstoot van CO2, de afvalberg van plastic enz. … Gepraat wordt er genoeg, maar dat kereltje doet tenminste iets. Ontroerend vind ik dat, ik geniet van zijn gebaar en zijn antwoord: “Voor die ene zeester maakt het wel het verschil.” Het zijn inderdaad de kleine dingen die het doen.

In dit verband denk ik ook met dankbaarheid terug aan de vele vakantieweken van de Zonnebloem destijds in ons missiehuis hier: voor zieken, bejaarden, gehandicapten. Er gebeurden in die weken geen geweldige dingen, zaken die de pers of het journaal haalden, maar… er was wel aandacht voor de ander, tijd voor een gesprek, een luisterend oor, een wandeling naar het dorp, een lach en een traan. Onder elkaar noemden we het vaak “zon voor een schijntje”. Het kostte niet veel, een schijntje, maar je liet wel de zon schijnen, zodat de mensen genoten en daarmee weer verder konden; een week, een maand, een jaar. Of om weer met Seef Konijn te spreken: “Genieten geeft kleur aan je leven, en wie kan genieten is een gelukkig mens.”

 

En zo kom ik dan bij onszelf en de aansporing: “Laten we genieten van de vele kleine dingen…” Als een steuntje in de rug hebben we daarom bij de voorbereiding aan elkaar gevraagd: waar geniet jij zoal van en welke suggestie kun je meegeven voor de komende weken? Het is weer een mooie bloemlezing geworden, luistert u maar:

- ik geniet van de eerste reacties van mijn kleinkind; ik van de voorderingen van mijn

  kleinkinderen; ik van de kinderen van mijn zus

- ik geniet van de herinneringen aan mijn vader die mij leerde zingen en die zorg had voor de

  natuur

- ik geniet tijdens de vakantie van de ontmoeting met onbekenden en van de gesprekken

 met hen

- ik geniet ervan dat wat ik in mijn kinderen geïnvesteerd heb, nu naar mij terugkomt; ik dat

  de kinderen zich om hun ouders bekommeren; ik van de hulp van mijn zoon

- ik geniet van de natuur en van het kijken naar de libellen om mij heen

- ik geniet van de stilte in een kerk: je hoort de Geest van God

- ik geniet ervan als ik iets goeds heb gedaan

- ik geniet ervan als ik niet op mijn horkloge hoef te kijken in de vakantie

- ik geniet van het besef dat ik gelukkig ben.

 

Een korte bloemlezing die wij graag aan u meegeven als vitaminen voor de komende weken. En zo zullen we steeds weer nieuwe vitaminen ontdekken want de apotheek van het leven bevat nog veel meer. “Het zijn de kleine dingen die het doen, die het doen.” En om met Seef Konijn te eindigen: “De hoogste vorm van genieten is genieten van elkaar.”

Dat wensen we elkaar dan ook van harte toe. Amen.

 

Koos van Dijk SVD

 

 

    

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------23 mei 2021

 

OVERWEGING  PINKSTEREN   2021: “Laten we ook nú geestkracht uitstralen’

 

Beste Pinkstervrienden,

 

Ik denk dat u het met mij eens bent dat we ook deze keer een inspirerend thema gekozen hebben voor onze Pinksterviering:

“Laten wij ook nú geestkracht uitstalen!” 

Toch kan ik me indenken dat u enige aarzeling voelt bij dit thema: geestkracht uitstralen? begeestering? enthousiasme? nú? Is dat deze keer mogelijk?

We hebben immers nog steeds te maken met een lockdown, met allerlei beperkingen: niet alleen in het intermenselijk verkeer, maar ook in onze kerken en dus ook in deze kapel. Kijkt u maar even om u heen. Eigenlijk zou onze kapel goed bezet moeten zijn op dit mooie Pinksterfeest, maar helaas…

Ik moest bij de voorbereiding echter denken aan het gezegde van Johan Cruyff: “Elk nadeel heeft zijn voordeel.” En dus vroeg ik me af: heeft deze coronacrisis ook niet zijn voordelen? Dwingen deze beperkingen, dwingt deze lockdown ons niet juist tot bezinning en reflectie, tot de vraag: wat zeggen die wekelijkse, maandelijkse vieringen mij nou echt? Gaat het alleen om volle kerken en mooie gezangen, of is er meer? En ik dacht aan het lied van Huub Oosterhuis: “Wat altijd is geweest, dat waaien van de Geest, gebeurt dat ook aan ons nog vandaag? Dat vuur van het begin, ademen we het echt in, Gods Woord dat antwoord vraagt?” 

 

Daarom nodig ik u uit met mij terug te gaan naar dat eerste Pinksterfeest, dus naar het begin. De apostelen zaten ook in een soort lockdown sinds Goede Vrijdag, en zeker na Jezus’ Hemelvaart. Ze hadden ramen en deuren gesloten uit vrees voor de Joden, ze waren als het ware de draad kwijt en vroegen zich af: Hoe moet het nu verder? Wat betekent Jezus’ belofte: “Jullie worden over enkele dagen gedoopt met heilige Geestkracht? ”. Geestkracht? Wat wil dat zeggen? Lucas beschrijft het als het ware in een soort stripverhaal: er verschijnen vurige tongen boven de hoofden van dat groepje angstige leerlingen, ze worden aangeblazen, aangewakkerd om die lockdown te doorbreken en naar buiten te treden en wel met geestkracht.

Om een nieuw begin te maken.

Het is inderdaad het begin van een nieuwe beweging. Pastoor Verhees beschrijft het in een van zijn boeken zo: “Eerst was er een beweging, leven, spontaan en van binnenuit, ontmoeting van mensen die elkaars vreugde en verwachtingen deelden. Zo is begonnen wat nu Kerk heet: ontmoeting van mensen in een of ander huis, mensen die als vrienden hun brood met elkaar deelden en zó de herinnering aan hun Vriend levend hielden. Ze waren, zo lezen we in de Handelingen, één van hart en ziel, verstonden elkaar en werden mensen van de Weg.” (Einde citaat).
Góed begin was dat! Een nieuwe tijd met ongekende perspectieven en met geestkracht! Dat straalden zij en de Jonge Kerk uit.

 

En nu maak ik met u een grote sprong en ga naar 1975. Veel mensen, ook hier in Deurne en omgeving, zaten als het ware binnen de kerken in een soort lockdown. Goed, men kwam wel samen in kerken, maar miste toch de warmte, het thuisgevoel. Men miste vieringen met teksten, liederen en gebeden aangepast aan de tijd. Er was, zo bleek uit gesprekken, behoefte aan meer aangepaste vieringen. En dus besloten we met een groepje een poging te wagen aan die behoefte te voldoen, een helpende hand uit te steken, deze mooie kapel ervoor open te stellen. En vooral… die geestkracht van het begin weer aan te wakkeren, de Jezus’ beweging nieuw leven in te blazen. En zo, u kunt het lezen op de voorpagina van ons boekje, vult op Pinksteren 1975 de kapel van missiehuis Sint Willibrord zich met nieuwe gezichten. En dat we het Pinksterfeest als startdatum kozen spreekt, denk ik, vanzelf. Want steeds als je, zoals vandaag, dat prachtige verhaal van de Handelingen hoort, word je er warm van: het is een gebeuren dat je hart raakt, je in vuur en vlam zet, die je die goede boodschap van liefde, respect, rust, verbondenheid leert verstaan.

 

Een góed begin was dat, het begin van een sindsdien onafgebroken reeks van thematische vieringen, elke eerste zondag van de maand en op feestdagen, zeker op Pinsteren. Ik denk aan inspirerende thema’s als: elkaar verstaan; in vuur en vlam; op weg met het Pinkstervuur; met Geestkracht verder; en zo vanmorgen: Laten we ook nú Geestkracht uitstralen.

 

En zo, beste vrienden, zijn we aangekomen bij vandaag, het ‘nu’ van ons thema: laten we ook NÚ geestkracht uitstralen. Wij zitten momenteel ook, zo weten we maar al te goed, in een lockdown. Een lockdown met zijn min- en pluspunten, zijn negatieve en positieve ervaringen, zijn invloed op ons dagelijks leven, maar ook op ons kerkelijk leven, ons geloofsleven. Ik wil proberen van dit laatste na ruim een jaar de balans op te maken en daarom heb ik aan de leden van de werkgroep twee vragen gesteld: heeft deze lockdown je geestkracht verzwakt of juist versterkt?

We hoorden het Paulus zeggen in onze tweede lezing: ieder van jullie heeft de kracht van de Geest ontvangen. Er zijn weliswaar verschillende gaven, talenten, charisma’s, maar de Geest is toch het bindende element en helpt ons om gemeenschap te stichten, om geestkracht uit te stralen.

Vandaar dus mijn vraag; lukt dat ons ook nú? Heeft de lockdown ons daarbij geholpen, was het een opfrisbeurt of toch eerder een domper?

Ik moet zeggen: de antwoorden hebben mij blij gemaakt. Natuurlijk, niet alles was even fijn, we misten de bijeenkomsten, als werkgroep en als geloofs-gemeenschap, we misten de vieringen, de persoonlijke contacten; we voelden ons vaak eenzaam, opgesloten…. Maar… elk nadeel heeft zijn voordeel…

Luister maar naar die voordelen, de positieve ervaringen.

-ik vind nu tijd om te lezen en zo nieuwe inspiratie op te doen

-ik heb meer tijd om aandacht te schenken aan de mensen om mij heen: partner, kinderen, vrienden, ja vooral zieken en eenzamen

-ik ben meer bewust bezig met het geloof: wat is nu echt belangrijk, wat niet?

 kerkbezoek of tijd voor elkaar…

-Ik ga belangrijk en onbelangrijk scheiden; het onbelangrijke gooi ik weg, het belangrijke schrijf ik op een lijstje

-Ik ben me meer bewust van de betekenis van verbondenheid: we zijn allemaal schakels aan één ketting, ook al waren er minder vieringen en ontmoetingen

-ik krijg inspiratie via telefonische en andere contacten, omdat we allemaal in dezelfde situatie verkeren

-ik voel, als er dan weer een viering is, me als het ware opnieuw aangeblazen.

 

Zo maar wat reacties… nee, niet zomaar, maar juist echt inspirerend, bezield van geestkracht. En ik hoop dat dit ons allen zoals we vanmorgen bij elkaar zijn 

aangezet heeft nieuwe geestkracht uit te stralen.

Ik wil besluiten met het al eerder aangehaalde lied van Huub Oosterhuis:

“Wat altijd is geweest, het waaien van de Geest, gebeurt aan (en door) ons vandaag. Dat vuur van het begin, wij ademen het (ook nu) in. Gods Woord dat antwoord vraagt. Die in de stilte sprak, het noodlot onderbrak en nieuwe wegen baande (ook in onze tijd), want Hij is nog niet verstomd. Hij zwaait ons toe en komt en zegt “Ik ben uw Vader. Hij geeft daarom een nieuw gezicht aan duisternis en licht, aan alles wat wij doen. Hij maakt Zijn woorden waar, wij spreken met elkaar een taal van hoop en vrede.”

 

Dat is onze wens, als we zeggen: Een Pinksterfeest vol geestkracht. Amen.

 

Koos van Dijk SVD

  

 

 

 

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 2 mei 2021

5e zondag van Pasen:

“Laten we verdergaan in verbondenheid”

 

De kernboodschap van de evangelietekst van Johannes zou je als volgt kunnen omschrijven:

“Laten we met elkaar verbonden blijven, want zo kun je vruchten dragen”

 

En de boodschap van de tekst uit de Handelingen van de apostelen vinden we in de zoektocht van Saulus, die later Paulus genoemd wordt. Hij zoekt aansluiting bij de apostelen, hij wil met hen en met Jezus verbonden zijn. En het is te danken aan Barnabas dat Paulus geleidelijk aan door de volgers van Jezus wordt aanvaard.

 

In het evangelie van Johannes gebruikt Jezus diverse keren beeldtaal, bijv. wanneer

Hij over zichzelf spreekt als de “goede herder” of, zoals vandaag, als de “wijnstok”.

Die wijnstok roept beelden op van verbondenheid: verbondenheid met de wijnstok, verbondenheid met de ranken aan die wijnstok, verbondenheid met de wijngaardenier. Jezus vertelt dit verhaal in Zijn afscheidsrede tijdens het laatste avondmaal. De leerlingen vragen zich af hoe het nu met hen verder moet, wanneer Jezus er niet meer zal zijn. En met de parabel van de wijnstok en de ranken maakt Jezus hun duidelijk dat ze niet bang hoeven te zijn. Door verbonden te blijven met Hem blijven ze ook verbonden met de ranken, waarmee Jezus doelt op de mens en zijn naaste. Je zou hier kunnen spreken van horizontale verbondenheid. En dóór Jezus blijven ze verbonden met de zorgzame wijngaardenier, wat je zou kunnen omschrijven als verticale verbondenheid. De wijngaardenier doet er alles aan om goede vruchten aan de wijnstok te laten groeien. Want snoeien doet groeien…

 

Je zou deze parabel naar onze tijd kunnen verplaatsen. We hechten tegenwoordig veel belang aan privacy. De cultuur van “ieder voor zich” kent helaas een onrustbarende groei. Op die manier zijn we van niemand afhankelijk…

Maar is dat dan verbondenheid die vruchten oplevert waarover Johannes schrijft? Omzien naar elkaar, een luisterend oor bieden, een hand uitsteken naar de ander… ik noem een paar kleine, maar o zo belangrijke elementen die kunnen bijdragen aan een verbondenheid die voor onszelf en voor onze naaste vruchten oplevert. En dat geldt zeker voor de coronatijd waarin veel mensen helaas vereenzamen.

En de uitdaging daarbij voor ons christenen van deze tijd is niet gelegen in het streven naar perfecte heiligheid. Wat zei paus Franciscus ook alweer? “Heiligen zijn geen supermensen. Ze zijn niet perfect geboren.” Voor de paus geldt vooral dat wij “fratelli tutti”, broers en zussen van elkaar zijn. In de encycliek met de naam “Fratelli tutti” verwijst de paus naar Franciscus van Assisi die zijn medemensen met deze woorden opriep iedere mens te erkennen, te waarderen en lief te hebben ongeacht zijn of haar fysieke aanwezigheid, ongeacht waar hij of zij geboren is of leeft. Paus Franciscus wijst daarmee op de uitdaging die je kunt vinden door te luisteren naar de goede boodschap van Jezus en door die op eigen wijze handen en voeten te geven.

 

Paulus kan daarbij voor ons een voorbeeld zijn. Op weg naar Damascus heeft hij de Heer ontmoet: de christenvervolger wordt een volger van Jezus, hij gaat verder in verbondenheid met Jezus. Paulus zoekt dan aansluiting bij de volgelingen van Jezus in Jeruzalem. Maar die leerlingen zijn er niet echt gerust op: is Paulus te vertrouwen? Hij was toch altijd bezig ons te vervolgen! Hij was toch betrokken bij het ter dood brengen van Stefanus! En nu wordt Paulus zelf bedreigd door Griekssprekende Joden vanwege de gedode Stefanus, ook een Griekssprekende Jood. Barnabas echter ziet al goedheid en geloof in het leven van Paulus en hij gaat op hem af. Hij haalt Paulus erbij en zo maakt Barnabas het mogelijk dat Paulus met zijn grote kennis van de heilige Schrift van betekenis kan zijn voor de jonge Kerk. De zoektocht van Paulus naar verbondenheid met de volgelingen van Jezus is hiermee ten einde gekomen. Paulus heeft zijn eigen koers kunnen volgen en op die manier een nieuwe beweging van de Geest op gang gebracht: de Geest als bindend element, als beschermheer van verbondenheid met God en met elkaar, de Geest die ons zegent met een pluriformiteit aan talenten en tegelijk hoeder is van eenheid.

 

Paulus kan een voorbeeld zijn voor ons. Hij is inderdaad niet perfect. Maar hij probeert wel de weg van de verrezen Heer te gaan. Hij heeft zich aangesloten bij de volgers van Jezus om met hen samen de goede boodschap handen en voeten te geven van de man die zich de goede herder noemde, die de wijnstok is en in dat beeld hemel en aarde bij elkaar brengt.

Wanneer wij ons, net als Paulus, sterk willen maken voor verbinding en voor de goede boodschap mogen we hopen op meer verbondenheid in de samenleving.

Gelukkig zijn we niet alleen. Overal zie je mensen, hoopgevende mensen die in hun eentje of samen met anderen zich inzetten voor vrede en gerechtigheid.

En de hoopgevende Jezus daagt ons uit hoopgevende mensen te zijn en zo de hoop op een stukje hemel op aarde levend en zichtbaar te houden.

 

Iris Penning, stadsdichter van Eindhoven, dichtte zo voor Koningsdag 2021:

“We zagen het op verlaten straten,

we hoorden het in de stille stad,

dat we niet terug-, maar verdergaan,

omdat we samen beter dromen.”

 

In die geest wens ik ons allen verbondenheid.

 

Gerard Jansink

Deurne, 28 april 2021

 

 ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

 - 4 april 2021

PASEN  2021: LATEN  OOK  WIJ  OPSTAAN!

Beste Paasvrienden,

“Laten ook wij opstaan!” Dat is dus vanmorgen ons thema.

Opstaan kan vele betekenissen hebben. Vandaag wil ik het, vooral in het licht van Pasen, zien als een nieuw begin, nieuw leven, een leven met perspectief.

In de natuur breekt de lente door, de winter is voorbij, we kijken onze ogen uit: nieuw leven, nieuw elan, nieuwe hoop, nieuw perspectief.

De mensen van onze tijd, ik zei het in de inleiding en we weten het maar al te goed, zitten met zoveel vragen, zoveel angst, ze zien het niet meer zitten. Zij hopen vurig op een nieuw begin, licht in de tunnel. Wanneer, ja wanneer? Wie geeft ons perspectief?

Ook de hoofdrolspelers in de beide lezingen snakken naar een antwoord, een nieuw begin, licht. Hun vragen zijn duidelijk: is er toch nog een nieuw perspectief mogelijk, een opstaan? 

We zagen de vrouwen uit het Lucasevangelie, Zij zitten sinds Goede Vrijdag met vele vragen: waarom moest onze vriend, Jezus, sterven? Waar zijn we eigenlijk aan begonnen door Hem te volgen, nu al 1,2,3 jaar? En hoe moet het nu verder?  Kom zeggen ze: we gaan naar het graf om het lichaam van onze vriend te balsemen.  En daarmee zeggen ze als het ware: we moeten toch iets doen, en door de Sabbat hadden we nog niet de gelegenheid. En dan, aangekomen bij het graf, zien zij een opening: de steen is weggerold… Is er toch licht? Ja, want van binnenuit schijnt er licht naar buiten en klinkt er een stem: waarom zoeken jullie de Levende bij de doden? Jezus is niet hier, Hij is verrezen, opgestaan… Opgestaan? Ja…En dan staan ook zij op, zien ze weer licht, perspectief, rennen ze naar de apostelen, zijn meest intieme vrienden en begint ook bij hen het opstandingsgeloof te ontwaken… Aarzelend, twijfelend ja, we zien het bij Petrus: hij is vol verwondering…

Lucas voelde die aarzeling, twijfel ook nadat hij de ervaring van die vrouwen had neergeschreven. Misschien is hij toch te snel van stapel gelopen. Hij heeft maar enkele regels, 12 verzen, gebruikt maar feitelijk is het natuurlijk een heel proces geweest. Daarom heeft hij het hele Paasgebeuren nog eens verteld, maar nu in een langer en begrijpelijker verhaal: het bekende Emmaüsverhaal, onze tweede lezing. We zien dat de 12 verzen naadloos gevolgd worden door 23 andere verzen: “Op diezelfde dag” zo staat er…

Naast de vrouwen, zo laat hij ons weten, worstelen ook andere leerlingen van Jezus met vele vragen. Zo zien we dat er twee zelfs Jerusalem verlaten. Hun droom ligt aan diggelen, de man op wie ze al hun kaarten hadden gezet, is dood. Ze nokken af. En dan, samen pratend over hun twijfels, wanhoop, teleurstellingen, merken ze opeens dat een onbekende met hen meeloopt. Na een tijdje stelt deze achteloos de vraag: zeg, wat is er met jullie aan de hand? En dan, zo herkenbaar, rollen al hun vragen en twijfels uit hun mond. En die ander luistert... met beide oren maar vooral met het hart. En dan begint hij te duiden en …luisteren zij. En ze horen hem zeggen: als je het nu eens zo en zo bekijkt, en hij citeert teksten die zij kennen. Hij duidt en zij luisteren.  Hij zet als het ware hun hart in brand. Ze zien het weer zitten, zien weer perspectief, gaan open… Daarom nodigen ze die onbekende uit: blijf nog wat bij ons. En dan herkennen zij hem aan het breken van het brood en hollen ze als het ware terug naar Jerusalem, staan zij op… en getuigen ervan bij de apostelen en andere getrouwen.

Zo beste vrienden heb ik geprobeerd beide lezingen te duiden en is het nu tijd deze te vertalen naar onze situatie, ons thema: laten ook wij opstaan en anderen doen opstaan….

Dat is immers dé boodschap van Pasen. We bidden dadelijk weer die mooie tekst: ” Ik geloof dat Pasen is: uittocht, verlossing, opstaan. Ik geloof dat Pasen is: naar buiten treden, je gezicht laten zien, getuigen. Ik geloof dat Pasen is de steen wegrollen waar deze voor één alleen te zwaar is…”

De steen wegrollen…Vele mensen gaan, zo hoorden we, gebukt onder zware stenen, stenen die hen terneerdrukken, ze snakken naar perspectief. We denken dan natuurlijk allereerst aan de velen die lijden door corona. Dagelijks horen we de verhalen en we moeten oppassen niet doof te raken. Corona is geen complottheorie, het is harde werkelijkheid. Vandaar steeds weer de aansporing: laten we wat meer naar elkaar omkijken, stenen wegrollen. En gelukkig doen veel mensen dat en ontstaan er allerlei initiatieven van burenhulp, bezoekjes, aandacht voor eenzamen…. Hartverwarmend. Ze geven medemensen weer hoop, bieden perspectief, doen ze opstaan, letterlijk en figuurlijk. Dat is Pasen!

De steen wegrollen. Ik noem nogmaals de encycliek van Paus Franciscus: Tutti Fratelli. We zijn allemaal broers en zussen van elkaar, zegt hij en hij vraagt ons stenen weg te rollen die op medemensen drukken: drukken door oorlogen, onderdrukking, armoede, vervolgingen, opsluiting… Denken we aan Myanmar, Tigray in Ethiopië, Syrie, de Oeigoeren in China, de christenen in vele landen… Een hele litanie helaas. En ik citeer nog maar eens de Paus: “Ik ben niet op zoek naar de perfecte gelovige, maar naar de mens die omziet naar de ander zoals Jezus dat deed.” Zelf gaf hij enkele weken geleden het voorbeeld met zijn bezoek aan Irak.   We hoorden het ook in het Emmaüsverhaal: Jezus rolde de steen van hun hart… En zo worden ook wij uitgedaagd stenen weg te rollen, op te staan tegen geweld en ander leed, mensen nabij te zijn. Niet alleen mensen dicht bij huis, maar ook wereldwijd.

Ten slotte mogen we ook elkaar helpen stenen weg te rollen, want velen van ons worstelen met vragen over de toekomst van de kerk, onze vieringen, het kerkbezoek, het geloof. Laten we opstaan, het Pasen laten worden, elkaar een hart onder de riem steken.

Ik las ergens: “Ik ben opnieuw begonnen.

    Zoek mij niet langer in het verleden.

    Ik ben hier met al de levensbronnen,

    die mij krachtig voeden in het heden.”

Dat is onze wens: dat wij vanmorgen weer nieuwe energie en perspectief hebben ontvangen, zelf allereerst en om daarmee dan naar buiten te treden: een nieuw begin!

Dan is het Pasen: uittocht, verlossing, een steen weggerold. Dan staan ook wij op. In die geestzeg ik: van harte een Zalig Pasen! Amen.

                                                                                                           Pater Koos van Dijk svd

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

-24 december 2020

 

Beste medechristenen,

 

We hebben zojuist weer het kerstevangelie gehoord en ik kan me voorstellen dat het zeer bekend overgekomen is; dat u misschien zelfs dacht: dat ken ik intussen wel, het is niets nieuws, ik hoor het elk jaar.

Zo heb ik er ook eerst naar gekeken bij de voorbereiding, totdat mijn oog viel op één bepaald gedeelte: “en de engel zei tot de herders: jullie hoeven niet bang te zijn, want ik breng jullie goed nieuws.”

Goed nieuws… We worden in onze tegenwoordige tijd overspoeld met nieuws, met allerlei berichten in de media, ja zelfs met nep nieuws. Het duizelt je en je weet op een gegeven moment niet meer wat je moet geloven, wat waar is  en wat niet waar.  Zijn de verkiezingen in Amerika nu eerlijk geweest of niet?  Is het vaccin tegen corona nu veilig of niet?  Heeft Baudet nu echte democratie voor ogen of niet? Heeft…vult u het zelf maar in. Het duizelt ons inderdaad en we verlangen naar zekerheid, naar echt en goed, naar betrouwbaar nieuws….

 

En dan durf ik vanavond met de engel te zeggen: Wees niet bang, ik heb goed nieuws voor jullie, dé boodschap van kerstmis is goed nieuws.  Ach ja, zegt u misschien: jij hebt mooi praten, dat moet je wel zeggen als voorganger. En dan zeg ik op mijn beurt: waarom bent u naar deze viering gekomen of hebt u er op afgestemd? Toch ook hopend, vertrouwend, rekenend op goed nieuws, op de echte Kerstboodschap.

In dat vertrouwen hebben we u de profeet Jesaja laten horen, zoals we ook in onze adventsviering geluisterd hebben naar de profeten en met name dus Jesaja. Hij steekt het volk van Israël een hart onder de riem, hij brengt hen goed nieuws. Eeuwenlang was er voorspeld dat er een vreugdebode zou komen, een redder, een nieuwe loot aan de stam van Jesse, van Jacob. En als Jesaja zelf met zijn landgenoten in ballingschap zit, in een soort corona-epidemie, ziet hij dat die voorspelling werkelijkheid wordt. “Het volk in duisternis ziet een groot licht. Hij, de redder, zal vervuld zijn van de ware geest: een geest van wijsheid en inzicht, van kennis van goed en kwaad.”

En dan dat prachtige slottafereel: “De wolf is de gast van het lam; koe en berin leven samen; de baby speelt bij het hol van de slang.”   En dus vrienden: luister.

Sta stil bij dit goede nieuws…bij deze aankondiging van de echte kerstboodschap.

 

Aankondiging ja, want wat Jesaja nog ziet als een visioen, wordt werkelijkheid in die eerste kerstnacht. Ook wij horen het de engel tot de herders zeggen: “Wees niet bang want ik heb goed nieuws voor jullie, ja voor heel het volk. Vannacht is in de stad van David jullie Redder geboren, de Messias, de Heer.”

Ik weet het, het is maar een korte boodschap, maar wat deze feitelijk inhoudt kunnen we lezen in het verdere verslag van Jezus’ leven, te beginnen met de keuze van zijn ouders en de herders, de eenvoudigen van die tijd. Op bijna elke bladzijde van het nieuwe testament zien en ervaren we dat Jezus dat visioen van Jesaja waar maakt. Zijn komst is daarom inderdaad goed nieuws. Hij is inderdaad vervuld van de Geest, de Geest van wijsheid en inzicht, de Geest van kennis van goed en kwaad. Hij komt inderdaad   op voor het recht van de zwakken, en de armen genieten zijn voorkeur. Hij draagt inderdaad de gerechtigheid als een riem om zijn middel. En… en dat is steeds weer de kern: Hij stelt de liefde centraal. Hij gaat om met tollenaars en zondaars. Hij is de barmhartige Samaritaan. Hij geneest zieken en zoekt het verloren schaap.

Dus mijn herhaalde vraag: is dat geen goed nieuws? Is dat geen vertaling van het samenleven van panter en bokje, koe en berin, kleuter en slang…? Luisteren naar de kerstboodschap wil daarom zeggen: niet alleen luisteren naar de engel, maar naar het hele verhaal van Jezus’ leven.

En daarom, beste vrienden, wordt van ons verwacht dat wij dat goede nieuws vertalen naar onze tijd; nú proberen waar te maken. Dat we laten zien in ons leven: er is meer tussen hemel en aarde dan het nieuws op de TV en de andere media.

Daarover heeft Paus Franciscus kort geleden een encycliek, zeg maar een herderlijke brief, geschreven met de prachtige titel  “Fratelli tutti”: allemaal zijn we in zijn ogen broers en zussen van elkaar en moeten we proberen dat ook uit te stralen.   We mogen ons er niet bij neerleggen, zo zegt hij, dat mensen buitengesloten worden, vluchteling zijn, armoede lijden, onder oorlogsgeweld gebukt gaan enz. Niet alleen ons er niet bij neerleggen, nee: hij vraagt van ons een actieve bijdrage: we zijn immers allen, tutti, broers en zussen van elkaar, mede-mensen. Diezelfde paus zei eerder: “Ik ben niet op zoek naar de perfecte gelovige, ik ben op zoek  naar de mens die omziet naar de ander zoals de Man van Nazareth dat in zijn tijd deed.”

 

Ik las ergens: God levert geen Messias die het wel even opknapt. Wat de Messias doet is echt mens worden en ons een goed, zinvol leven voorleven. En het is aan ons dit leven voort te zetten.”.

En dat kan heel zeker ook , ja vooral, in deze coronatijd, want juist nu geldt dat Fratelli tutti: mogen, kunnen wij broers en zussen van en voor elkaar zijn, dat uitstralen, werkelijkheid maken?

-Mark Rutte wees op de 10.000 lege plaatsen aan onze kersttafels…: denken we aan hen en gedenken we hen? 

-Hugo de Jonge zei: Laat het corona niet de winnaar zijn van onze kerstmis, maar laat het vooral een feest zijn van solidariteit; van het denken aan en rekening houden met elkaar; van het rekening houden met de eenzame medemens door een bezoekje, telefoontje, kaartje, hulp bij boodschappen…

-Het Rode Kruis heeft als motto: “als we er allemaal voor elkaar zijn, is er niemand meer alleen.”

-En in de media horen we steeds weer; “laten we meer naar elkaar omkijken” of “schenk aandacht aan de ander.” En als lid van een missiecongregatie vul ik graag aan: niet alleen de mens dichtbij, maar ook wereldwijd…

-Ik zou nog meer citaten en voorbeelden kunnen aanhalen, maar ieder kan dit zelf aanvullen….als we maar luisteren, actief, naar de boodschap van Kerstmis, naar de oproep van de Paus: Fratelli tutti, naar het goede nieuws…

 

En daarom tot besluit een tekst :

In een tijd

dat alle hout dood lijkt,

is het bijna onmogelijk

te geloven in nieuw leven,

maar wie een ander

warmte geeft en licht,

barmhartigheid en liefde,

zal weten dat wonderen bestaan.

 

In dat vertrouwen wensen we elkaar in alle eenvoud een gezegend en hoopvol Kerstmis toe.

                                                          

                                                                                Koos van Dijk svd

 

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------6 december 2020

 

Tweede zondag van de Advent, 6 december 2020: “Laten we luisteren naar de profeten”

 

“Welke boodschap horen we in de lezingen voor de samenleving van deze tijd?”

Onze werkgroep stelt zich bij het voorbereiden van de maandelijkse viering telkens deze vraag. Aan de hand van de kernwoorden in de teksten proberen we dan de Bijbelse boodschap als het ware te hertalen.

Bij het voorbereiden van de viering van vandaag hebben we gezocht naar de sleutelwoorden in de tekst van Jesaja en bij Marcus. En we vonden: troost, moed houden, obstakels ruimen, vooruitkijken, goed nieuws, ommekeer, blijde boodschap, stilte. Het zijn inspirerende, opbeurende gedachten die achter deze woorden schuilgaan. Daarom kozen we voor het thema van vandaag: “laten we luisteren naar de profeten”, een bezinnend en tegelijk inspirerend thema.

 

Luisterend naar Jesaja, profeet tijdens de ballingschap van het Joodse volk in Babylon, horen we hoe hij het einde van de ballingschap aankondigt. De profeet steekt het volk van Israël een hart onder de riem, hij geeft troost en zegt tegen het volk: “We zitten nog in de woestijn - niet een gemakkelijke plek om in te leven. Maar er is uitzicht op betere tijden. We kunnen erop wachten: Jahweh komt ons bevrijden uit de ballingschap.” Zo laat Jesaja merken dat hij er heel veel vertrouwen in heeft dat God de belofte aan Zijn volk waar zal maken. Jesaja heeft er alle vertrouwen in dat het volk van Israël niet in een godverlaten wereld leeft. Jahweh de Heer laat Zijn volk niet in de steek. Hij is de goede herder. En dat is, naast troost, goed nieuws.

De profeet zegt er nog wel iets belangrijks bij: maak de woestijn begaanbaar voor de Heer. M.a.w.: laat je oude leven achter je, kom tot inkeer, bekeer je, begin een nieuw leven. Ga vooral niet achteroverleunen. Jesaja zegt zeker niet: “Het komt allemaal wel goed.” Hij zet de toehoorders aan tot actie: “Maak die woestijn in je leven begaanbaar. Ga op zoek naar nieuw leven.”

 

Toen ik dit had geschreven, dacht ik wel, na het overlijden vorige week van onze nicht Mieke, de oudste dochter van een zus van mijn vrouw: Troost? Hoe troost je een moeder wier dochter van 62 jaar onlangs is overleden aan kanker? Op dat soort momenten word je heel erg stil. En dan troost bieden in de vorm van: "Het beste, hou je goed, hou de moed erin, het komt allemaal wel in orde" kost niet veel moeite, maar levert ook weinig op. Het gaat niet alleen om mooie woorden. Het vraagt om meeleven, om belangstelling tonen, om hoop bieden. Als je dat op kunt brengen en je dan te horen krijgt: “Dankjewel voor je luisterend oor!” dan is je troost waardevol geweest, heeft jouw troost wellicht hoop gegeven. 

 

-muziek: Comfort ye uit de Messiah

 

Advent is wachten op iemand voor wie we de weg dienen klaar te maken, stelt Marcus bij monde van Johannes de Doper. En Marcus gaat daarvoor te rade bij Jesaja, die het volk Gods opriep tot ommekeer en legt Johannes de woorden van Jesaja in de mond: “Begin een nieuw leven, laat je dopen met water, laat het oude leven achter je.” En Johannes doopte de mensen van goede wil in de rivier de Jordaan. En hij vertelde de mensen bijzonder goed nieuws: “Na mij komt iemand die je doopt met de heilige Geest!” De inspirerende kracht van Gods Geest kan jou aanzetten tot, wat Johannes tegen zijn toehoorders zegt, een nieuw leven.

 

Onze actieradius is momenteel erg beperkt. Corona zou er de oorzaak van kunnen zijn dat veel mensen de moed laten zakken. Bij het vooruitkijken naar Kerstmis, in deze Adventsperiode, liggen er voor ons christenen tal van mogelijkheden om wegen vlak te maken, obstakels weg te nemen. Geef aan je medemens in nood een gevoel van eigenwaarde, wees een lichtpunt voor wie in het duister van de ellende de weg niet meer kan vinden. Laat vooral het oude leven achter je, want na corona zijn er nieuwe kansen. Laat je inspireren door de goede boodschap van Jezus van Nazareth: met jouw inzet, met mijn inzet is het mogelijk te werken aan een wereld waarin gerechtigheid heerst, waarin wolf en lam samen zijn, waarin het leven voor iedereen goed kan zijn en die we vaak benoemen als het Koninkrijk Gods. Die hemel op aarde begint hier en nu, in ons, rondom ons en het betekent dat je opkomt voor de zwakkeren, dat je oog hebt voor de mensen die het minder goed hebben.

Dat betekent, samengevat door Jezus: “Ik geef jullie één gebod: heb elkander lief.”

 

Hoe kan ik dat vormgeven?

-Hoe kies ik ervoor betrokken te zijn bij de wereld om je

 heen?

-Hoe kies ik ervoor om een verschil te maken?

-Hoe wil ik helpen om een wereld, die wél werkt, te creëren?

Laten we in onszelf zoeken naar antwoorden tijdens de volgende aria uit de Messiah, terwijl we kijken naar de adventskrans en de kaarsen.

 

-Het licht van de krans brandt niet voor niets. Wij geloven

 dat het ook voor ons schijnt als een lamp voor onze voeten,

 een licht op ons pad.

-Het licht van de krans brandt dankzij de lucht. Wij geloven

 dat ook wij onze levensadem ontvangen om licht, warmte en

 liefde te geven aan elkaar.

-Het licht van de krans wijst ons de weg door het donker.

 Wij geloven dat ook wij in de woestijn van ons leven mensen

 mogen ontmoeten die ons hoop en uitzicht bieden.

-God, in U geloven wij, op U vertrouwen wij. Met één enkel

 woord schiep U in den beginne licht en met Uw stralende

 aanwezigheid bent U ons steeds nabij.

 

-muziek: He shall feed His flock

 

Gerard Jansink

Deurne, 1 december 2020

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

4 oktober 2020 Oecumenische viering 

Laten we elkaar verstaan…

 

Lieve mensen,

Van een gemeentelid kreeg ik een keer het boekje ‘Jihad van liefde’. Geschreven door de Mohamed El bachiri, wiens was omgekomen bij een terroristische aanslag in Brussel in 2016. Hij wil zijn kleine kinderen meegeven dat wraak niet helpt om verder te leven. Maar dat liefde doet overleven. ‘Een leven zonder liefde is een wereld zonder zon. Ik heb liefde nodig als de lucht die ik adem. Als het water dat ik drink.’ En ergens anders in het kleine boekje schrijft hij: ‘Moge de liefde overwinnen’. Liefde, die over grenzen van godsdiensten heengaan. Liefde, die over onze grens heengaat, van protestants en katholiek. En die verder gaat, andere grenzen over. ‘Liefde kent alleen genade en vergeving’, staat er in een gedicht over liefde.

 

In de voorbereiding werd met instemming uit dit boekje geciteerd. Hoe kun je als mens ook tegen dit verhaal zijn, wat deze Mohamed aan zijn kinderen meegeeft: leef van de liefde.

Ons thema van vanmorgen is: ‘Laten we elkaar verstaan’. We doelden op onze beide tradities waarin we staan. ‘Elkaar’: protestants en katholiek. Christenen. Aanhangers van de weg, zo staat in het boek Handelingen. Hier zijn we vandaag voor de 17e keer bij elkaar.  Als twee geloofsgemeenschappen van de weg. In het verleden zag de weg er wel ‘ns anders uit in onze tradities. Er zijn keuzen gemaakt, wegen ingeslagen, we zijn verwijderd van elkaar geweest, en we hebben elkaar weer gevonden. Wij, de katholieke en protestantse gemeenschappen hier. Omdat uiteindelijk wij niet bepalen hoe de weg eruit ziet. Maar Hij, wiens weg wij volgen. Dus, al luisterend naar Gods Woord, al zoekend naar hoe wij elkaar kunnen verstaan en welke keuzen wij moeten maken in ons leven, persoonlijk en als gemeenschap, in een wereld vol uitdagingen, volgen wij de weg van Christus.

 

In de bijbel lezen we over mensen die net als wij, het vaak moeilijk vinden om de weg te volgen, die God hen wees. Het volk Israël, Gods volk, laat keer op keer zien dat hij andere wegen inslaat, dan die hem gewezen wordt. Profeten vertellen hierover aan Israël. In opdracht van God. Steeds met het doel, om de mensen te bewegen op hun schreden terug te keren, om zich om te draaien, te bekeren. Met dit doel voor ogen moeten we ook het ‘lied van de wijngaard’ uit Jesaja 5 lezen. 

Jesaja heeft waarschijnlijk het lied gezongen, op de markt, op de hoek van de straat, waar voorbijgangers de zanger konden horen. Een lied, dat de aandacht trok. Want het begint als een liefdeslied, waar we ook nu, graag naar luisteren. Pas later in het lied, komen we erachter dat God de geliefde is. Dat de wijngaard Israël is. Wat zo mooi begon als een ode aan de wijngaard, verandert in een ommezien in een aanklacht. Met een stortvloed aan vragen vangt Jesaja de aandacht van zijn toehoorders. En voordat hij ze beantwoordt, vertelt hij over de radicale maatregelen van de wijngaardenier. Niets blijft er over van die prachtige wijngaard. En dan de ontknoping. Kort, maar heftig. 7Israël is de wijngaard van de HEER van de hemelse machten, de uitgelezen aanplant zijn de inwoners van Juda. Hij verwachtte recht, maar oogstte onrecht, hij zocht rechtsbetrachting, maar vond rechtsverkrachting.

Die laatste woorden zijn woordspelingen in het Hebreeuws: geen misjpat, maar misjpach, geen tsedaka, maar se-aka. Het tweede woord, vertaald als rechtsverkrachting betekent eigenlijk ‘geschreeuw’, dat is het beklagenswaardige geroep van hen die slachtoffer zijn van onderdrukking, die uitgebuit worden en luidkeels roepen om rechtsbijstand. Woordspelingen zijn het die betekenis hebben. Door woorden te gebruiken die zo op elkaar lijken, maar een volledige andere betekenis hebben, laat Jesaja zien hoezeer het volk van God een parodie is geworden op het huis des Heren. Het is door de keuzen die ze gemaakt hebben, nog geen schim van het volk van God. Dat is de harde boodschap die Jesaja brengt in dit zo liefelijk begonnen lied van de wijngaard.

 

Het beeld van de wijngaard, van de wijnstok of de druiventros is een in de bijbel vaak gebruikt beeld. Ook in de evangeliën, zoals in de lezing van vanmorgen. Maar anders dan het lied over de wijngaard in Jesaja, eindigt de gelijkenis van Jezus met een opening naar de toekomst. De heer van de wijngaard geeft anderen dan de onrechtvaardige pachters een kans om de wijngaard te verzorgen. De Heer van de wijngaard, God, wil dat zijn wijngaard niet verwilderd raakt, niet verweesd, maar hij wil dat de pachters daar in vrede en geluk leven. Dat zijn de goede vruchten, waarover God zich verheugt. Een liefdesverklaring van God aan ons mensen.

Als we een stap terugdoen in de gelijkenis, dan horen we dat de Heer van de wijngaard zijn enige zoon stuurt, om zijn aandeel aan de vruchten op te vragen. Natuurlijk bedoelt Jezus zichzelf met deze zoon. De pachters dachten door hem te verwerpen, erfgenamen te worden van de wijngaard. Maar het is deze zoon die, zoals Jezus uit de psalmen citeert, de verworpen steen is die tot hoeksteen is geworden. In deze Zoon heeft God zijn liefde aan de wereld verklaard. Joh 1. Maar de wereld heeft het niet aangenomen.

Als we opnieuw een stap terugdoen, zien we dat de boodschappers van de eigenaar van de wijngaard worden vervolgd, gedood. Het zijn boodschappers als Jesaja was, profeten die de mensen voorhouden de weg van God te blijven volgen. De boodschappers staan voor het woord van God. En vertellen ons de goede boodschap van de zoon, van het eeuwig leven, het koninkrijk van God, waaraan wij kunnen bouwen, van de liefde van God waarin wij mogen leven, en waaruit wij leven, onder ons, onder elkaar… Maar de mensen luisteren niet. Ze gaan voorbij aan de vrucht van de liefde, de liefde tot God en tot elkaar.

De geschiedenis van de mensheid, tot op de dag van vandaag leert ons dat het  verkeerd gaat in onze samenlevingen, wanneer de mensen zich enkel richten op zichzelf en hun belangen. Wanneer ze zich niet inzetten voor het samenleven, voor de vrede en de vreugde, die we elkaar kunnen brengen, in naam van Gods liefde.

 

En nu zijn we aan begin van de gelijkenis gekomen. God heeft de wijngaard aangelegd. En net als in het liefdeslied uit Jesaja, legt God hier de wijngaard met heel veel zorg aan. Hij zet er een muur om heen, om de wilde dieren tegen te houden, bouwt een wachttoren en graaft de perskuip, waarin de druiven tot kostbare wijn worden geperst. Hij gaat op reis, als hij de wijngaard in bewaring heeft gegeven aan de pachters. Met andere woorden, Hij geeft ons de vrijheid om zijn schepping te bewaren, te koesteren, te verzorgen. Hij schenkt ons zelfs zijn zoon. Een groter teken van Gods liefde is er niet.

 

We zijn geroepen. Mensen van de weg. De weg van Gods liefde. Wat een opdracht. Om steeds weer keuzen te maken op onze levensweg, waarin wij die liefde bevestigen. Naar God en naar elkaar. Een moeilijke opdracht. Maar geen onmogelijke opdracht. We zien het aan mensen die ons hebben geïnspireerd door hun leven,  aan al die keren dat de liefde de haat heeft overwonnen, en bovenal dat wij ondanks alles de pachters van de wijngaard mogen zijn en blijven.

 

Naar het lied dat zo juist gezongen is: ‘Wat zou de wereld anders zijn als liefde ons eens en voorgoed als echte mensen leven doet. Dan zal er hoop en toekomst zijn voor allen die op aarde zijn.

Amen.

 

Ds Ada Rebel

 

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------6

 

6 september 2020

 

Laten we naar elkaar omzien

 

“Ik leef mijn leven zoals ik dat wil, ik bemoei me toch ook niet met een ander.” Deze regel uit een lied van André Hazes spreekt veel mensen in onze tijd aan. Leven en laten leven… dat is toch een positieve manier om met elkaar om te gaan?  Maar is dat wel zo positief? Stel, je weet dat iemand in jouw omgeving ernstig in de fout gaat of dreigt te gaan. Kun je dan zeggen: “Dat zijn haar of zijn zaken! Daar wil en kan ik me niet mee bemoeien! Daar ga ik niet over!

 

Al eeuwen voor Christus roept de profeet Ezechiël de mensen op om je wél te bemoeien met wat een ander doet.  Wanneer je ziet dat iemand de fout in gaat, spreek haar of hem er dan op aan. Doe je dat niet dan ben jij nalatig!  En hoewel jij in feite niets verkeerd doet, ben je medeschuldig aan het vergrijp dat iemand anders pleegt. Je hebt immers niets gedaan om het te voorkomen.  De profeet heeft het over misdaden. In deze tijd zouden we bijv. kunnen denken aan iemand die er niet voor terugschrikt dronken of high achter het stuur te kruipen,  op grote schaal te frauderen of een kind te misbruiken.

 

De evangelist Matteüs heeft voor de lange toespraken van Jezus veel stof geput uit een bron die helaas verloren is gegaan. In een toespraak over de opbouw van de gemeenschap geeft Jezus enkele regels die  laten zien hoe men in de eerste gemeenten van Joodse aanhangers van Christus met dit soort situaties omging. De eerste regel is: ‘Wijs je broeder of zuster terecht', maar dan wel: 'onder vier ogen'. Dus niet meteen de hele buurt er bij halen en met een hoop kabaal. Geef je broeder of zuster  de kans zijn of haar  gezicht te redden. Als hij  of zij niet luistert, haal er een of twee vertrouwenspersonen bij. Als hij of zij halsstarrig volhoudt, leg het dan voor aan de gemeente. En als ook dat niet helpt verbreek dan het contact. Hij of zij  heeft zichzelf buitenspel gezet.

 

De gemeente van Jezus is barmhartig, maar weet tegelijk dat ze met het evangelie niet alle kanten op kan. Ze mag haar beginselen niet verloochenen, vond Dietrich Bonhoeffer in de tijd van nazi-Duitsland. Hoe konden christenen en nationaalsocialisten naast elkaar in dezelfde kerkbank zitten?

 

Er zijn momenten dat een kerk de rode kaart moet trekken omwille van haar geloofwaardigheid. Dan is het kiezen of delen. Maar de rode kaart is eerder een noodrem dan een straf. Het doel is immers niet je medemens onderuit te halen, maar hem te helpen.

 

Bij de voorbereiding kwamen we tot enkele vaststellingen.

-In de lezing van vandaag herinnert Jezus ons er voorzichtig aan, dat wij, als leden van de kerkgemeenschap, verantwoordelijkheid dragen voor elkaar.

Emeritus paus Benedictus zei in een toespraak daarover dat dit vraagt om bescheidenheid en terughoudendheid. En het vraagt om wederkerigheid. En dat houdt in dat, als ik iemand op iets wijs, ik ervoor open moet staan dat diegene ook mij op iets kan wijzen.

-Het is dus van belang de dialoog met elkaar aan te gaan.

Daarvoor heb je zelfkritiek nodig, want niemand heeft in alles altijd het grote gelijk. De ander kan ook gelijk hebben.

Daarnaast vraagt dialoog om open te staan voor het goede dat een ander inbrengt. Onwrikbaar vasthouden aan je eigen gelijk is er de oorzaak van dat je niet hoort en ziet wat voor goeds de ander in zich heeft.

En bij dialoog moet je vooral niet op eigen gewin uit zijn, maar zoeken naar samenwerking voor het grotere belang dat ook de ander mee insluit.

Kortom… haal eerst de balk uit je eigen oog, voordat je de splinter uit het oog van de ander haalt. Wees zelfkritisch, wanneer je het woord van Jezus – wijs je broeder terecht - serieus neemt.

-Spreek mensen aan vanuit bekommernis, naastenliefde. En kies altijd voor een positieve benadering. C’est le ton qui fait la musique…

-Ook hoorde je duidelijk vanuit de vergadering dat we vaak, afhankelijk van wie we aanspreken, terughoudend reageren.

-Maar ook hoorde je menigeen vertellen over eigen ervaringen: dat “Medemensen elkaar de hand toesteken, een arm om elkaars schouder slaan.”

Er zijn zoveel kansen voor leven met medemensen…

 

Deurne, 27 augustus 2020, Hannie van Heijster/Gerard Jansink

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

 

5 juli 2020

Teksten van de samenkomst buiten achter de kapel

 

Een gedachte van Anselm Grün

Mijn concrete leven is het materiaal waarmee ik werken kan en moet.

Maar ik kan uit ieder materiaal iets moois scheppen.

Uit steen kan ik een wonderschoon beeld houwen,

uit hout een sierlijk figuur snijden

en van klei kan ik iets prachtigs boetseren.

Ik moet slechts werken met het materiaal dat ik heb.

Ik moet het materiaal van mijn levensgeschiedenis accepteren.

Dan kan ik het vormgeven.

                                                                                (Anselm Grün osb)

 

Ja maar & toch…

Als we straks weer terugkijken op een vakantie, waar we dan ook waren,

en op de periode waarin corona, onaangekondigd, als een soort vloedgolf,

als iets wat je niet tegen kunt houden over ons heen viel,

kunnen we dan zeggen dat we wél konden en kunnen beslissen hoe we ermee omgaan,

omdat wij samen de uitkomst bepalen?

We kunnen nú op zoek gaan, niet naar het nieuwe normaal,

maar naar een nieuwe werkelijkheid van respect, eerlijkheid, gelijkheid, rechtvaardigheid.

“Wat geweldig dat niemand ook maar één minuut hoeft te wachten

met het verbeteren van de wereld”, schreef Anne Frank.

 

Dus niet terug naar het oude.

Ja, maar… ben ik daarvoor wel de geschikte persoon?

 

En dan gaan we na de vakantie weer vieren in de kapel!

Ja, maar… is er wel een plan van aanpak?

 

We gaan er tegenaan.

Ja, maar… hoe gaat dat dan?

Ja, maar???

Kunnen wij met deze houding een ‘oorlog’ winnen, uitmuntende resultaten behalen,

onder tijdsdruk presteren?

Volgens deskundigen is het aanzienlijk productiever als wij leren om te creëren

in plaats van te reageren.

Om oorzaak te zijn in plaats van gevolg van de omstandigheden.

 

Laten we daarom een groet brengen aan alle “En toch mensen”!

Jullie hebben het al zo druk
en tóch vinden jullie nog tijd om naar de vieringen te komen.
Jullie hebben ook je eigen zorgen,
en tóch zijn jullie vaak bereid te luisteren naar die van een ander.
De reclame zweept iedereen op om meer te consumeren,
en tóch blijven jullie nog steeds spreken over versoberen.
"Het is altijd hetzelfde" zegt men na het journaal, "Er is niets aan te doen"
Tóch blijven jullie nadenken of er iets aan gedaan kan worden.
Populair zijn is in: een mooie snoet, een radde tong of een record.
Tóch eren jullie juist stille doordouwers en verzoeners.
Surfen en zappen zijn aan de orde van de dag,
en tóch willen jullie geregeld stilstaan, dieper graven en werken aan de wortels.
Soms hebben jullie ook wel eens de moed verloren,
en tóch willen jullie niet van ophouden weten.
Zo wordt het woord "herbeginnen" bij jullie vaker gebruikt dan "stoppen",
en mede daardoor heeft deze wereld nog een grote toekomst!

 

Geniet van de dagen die misschien anders zijn dan anders.

Houd het gezond. Tot in september (hopen we).

 

Franciscus van Assisi zei het zo:

‘Geef me de moed te veranderen wat ik kan veranderen,

de rust te accepteren wat ik niet kan veranderen en

de wijsheid om het verschil tussen beide te zien.

                                                                         (Gerard Jansink, 5 juli 2020)

 

WEES NIET BANG

Wensen en dromen

zullen de wereld niet veranderen.

Maar ieder nieuw begin,

iedere stap naar iemand toe,

iedere ongerepte morgen

kan je iets leren van de kunst

om een klein stukje van de wereld te herscheppen.

Vrede voor jou en het geschenk van vriendschap

en duizend ogenblikken van geluk

en woorden van verzoening en moed

om te geloven in de mensheid.                       (Kris Gelaude)

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

12 april 2020

 

Beste  Paasvrienden.

 

Inspelend op ons jaarthema  had ik dit jaar als thema gekozen “Op weg met de Emmaüsgangers”.  Helaas  kan de viering niet door gaan, maar ik wil toch enkele gedachten nav  dit thema met jullie delen.

Als evangelie  nemen we het bekende  verhaal van de Emmaüsgangers , Lucas 24, 13-35. En door het mooie lied van Jacques Verhees ( zie boekje 2019) )  kunnen we het dit jaar, ja zeker nu, actualiseren:

 “Mensen van ooit, kind’ren van heden, volk onderweg, vallend en staand, levend van hoop, uitziend naar vrede: dromen  doen mensen wegen gaan”.

 

De  Emmaüsgangers gingen op weg van Jerusalem naar Emmaüs  en Lucas beschrijft het zo plastisch   dat je het  heel concreet  voor je ziet: twee mensen op weg,  pratend, uiting gevend  aan alles wat zij de laatste dagen meegemaakt hebben, ontgoocheld en diep teleurgesteld. En  dan het keerpunt: een derde die zich bij hen aansluit, luistert, ja echt luistert en probeert te duiden. En zij  zien  het weer zitten , het  brandt  in hun binnenste, en  ze gaan  wéér op weg, maar nu terug naar Jerusalem, naar de apostelen, de vrouwen, de andere leerlingen. En dan…ja dan gaan allen op weg en zó ontstaat de Jonge Kerk en worden zij “mensen van de weg”  genoemd.

 

En zó wil ik ieder uitnodigen dit Emmaüsverhaal te plaatsen  in onze huidige tijd en ook in ons leven want ieder van ons heeft wel eens zo’n tocht gemaakt van Jerusalem  naar Emmaüs , van weg en weer terug, en momenteel maken we denk ik ook zo’n tocht mee.  De huidige situatie , in ons land, in de wereld, en ook in ons eigen leven  is zo’n tocht. “Volk onderweg, vallend en opstaand, levend van hoop, uitziend naar vrede…”

Laten we zó proberen het  te vertalen naar  het nu. En vooral denken aan die derde die meeloopt en perspectieven opent. Als je zo iemand ontmoet, er voor open staat, voel je je niet alleen. En die iemand kan ook met een hoofdletter geschreven worden. En je kunt zelf ook zo’n  iemand voor een ander zijn.  We kennen allemaal voorbeelden waar het momenteel gebeurt aan of door ieder van ons…

Zó kan het ook dit jaar ondanks  de beperkingen  Pasen worden. Pasen is immers een steen wegrollen  ,  is uit-tocht vieren, ver-los-sing, op-staan, naar buiten treden…Verhees  vervolgt  het lied met:” Volk onderweg, gaande met velen, mensen elkaar tot bondgenoot. Niemand alleen, geen  minderheden, niemand te veel, te klein, te groot.” 

En dus zeggen  we tot elkaar:  een Zalig en Opwekkend Pasen!

 

p. Koos van Dijk svd

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

1 maart 2020

 

Beste Kapelbezoekers,

‘God, Jesus, Trump!’, dat is de titel van een serie van drie documentaires die de afgelopen weken op tv te zien was. Daarin gaat de programmamaker Tijs van den Brink op zoek naar een antwoord op de vraag waarom mensen die zichzelf christenen noemen, Donald Trump als president van hun land kiezen. Voor Tijs past het gedrag van Trump voor- en tijdens diens presidentschap niet bij de wijze hoe christenen met elkaar zouden moeten omgaan. Trump heeft er geen moeite mee om mensen te beledigen, om leugens te verspreiden, zich niet aan regels te houden en hij is allesbehalve bescheiden. Een politicus die zegt pal te staan voor de christelijke waarden en normen en die vervolgens in zijn gedrag het tegenovergestelde doet, daar zou Tijs niet op kunnen stemmen. Letterlijk zegt hij: ”hebben zij, de Trump-stemmers, een bord voor hun kop of zie ik iets over het hoofd”.

Daarom gaat hij in gesprek met verschillende Amerikanen die vanuit hun christelijke overtuiging op Trump gestemd hebben en die dat dit jaar weer gaan doen. Voor velen van hen is de Amerikaanse maatschappij geen veilige plek meer waar zij in vrijheid hun geloof kunnen belijden. Voor hen worden de principes die daarbij horen met voeten getreden. Het belangrijkste is dan ook dat de president die zij kiezen die principes in wetgeving opnieuw vastlegt en wetten die daarmee in strijd zijn, afschaft.  

Naast mensen die tevreden zijn met de president en diens beleid sprak Tijs ook met mensen die er anders over denken. Een moeder van een verslaafde en tot gevangenisstraf veroordeelde zoon, vroeg zich af waarom Trump zijn fouten wel vergeven werden en haar zoon, zijn fouten, niet. Ondanks hard werken en goed zijn best doen werd haar zoon niet geaccepteerd door de gemeenschap waar zij woonden.  Dat is toch met twee maten meten?

Een man die tot de doodstraf veroordeeld was en afwachting van de uitvoering daarvan vroeg zich af hoe je vóór de bescherming van het leven kan zijn en tegelijk mensen ter dood veroordelen. De doodstraf is toch in tegenspraak met de bescherming van het leven. Voor deze man was het duidelijk: er is een verschil tussen in Jezus geloven én Jezus volgen.

In Jezus geloven en jezelf Christen noemen is vrijblijvend. Jezus volgen en Christen zijn heeft consequenties voor wat je doet en welke keuzes je maakt in het leven.

Laten we met dit in gedachten gaan kijken naar de lezing uit Genesis. De mens kiest om te eten van de vruchten van de boom en heeft vanaf dat moment kennis van goed en kwaad. De mens is als het ware volwassen geworden, heeft inzicht gekregen en is daarmee bewust geworden van de verleidingen, het kwaad dat ieder mens in het leven tegenkomt. We leven niet meer in het paradijs en staan soms voor moeilijke keuzes.

Ook Jezus krijgt hiermee te maken. Dat hebben we in de tweede lezing gehoord. Op het moment dat Hij kwetsbaar is, hij heeft honger na veertig dagen in de woestijn, komt de duivel met allerlei interessante voorstellen. Jezus laat zich niet van de wijs brengen en trapt niet in de mooie praatjes van de Duivel. Jezus zegt: “Ga weg Satan”. In de heilige boeken staat: <<Kniel alleen voor de Heer, je God, en vereer alleen Hem>>.

Jezus blijft trouw aan God, aan de opdracht om de goede boodschap van liefde en vrede voor ieder mens, te brengen.  Dat is de keuze die Jezus maakt.

Wat zijn de verleidingen waar wij mensen in deze tijd mee te maken hebben? Tijdens de voorbereiding van deze viering kwamen er heel wat naar voren: zo druk zijn dat je vergeet waar het echt om gaat, jezelf en anderen voorbijlopen, bang zijn iets te missen, denken dat alles maakbaar is, voor God spelen, het recht van de sterkste, eigen volk eerst. Kortom negatieve zaken, kwade zaken die niet leiden naar het ideaal wat Jezus ons voorhoudt namelijk: liefde en vrede voor ieder mens.

Als wij geloven in Jezus en Hem willen volgen dan zouden wij toch niet moeten kiezen voor de verleidingen die ik hiervoor opgesomd heb? Dan zouden we toch kiezen voor aandacht voor elkaar, een ander voor laten gaan, pas op de plaats maken, beseffen dat je niet alles in de hand hebt, respect voor diegenen die anders zijn dan je zelf bent.

Wat is jouw leidraad/ of overtuiging bij het maken van keuzes.

Die vraag heeft ieder van ons tijdens de voorbereiding van deze viering proberen te beantwoorden.

Voor sommigen was dat het voorbeeld dat zij van hun ouders hadden gekregen, de zusters op school, mensen die je tegenkwam in je leven die positief met elkaar omgaan, het christelijk geloof en proberen daarnaar te leven, de boodschap van Christus handen en voeten geven, de vieringen in deze Kapel die inspireren en tot nadenken uitnodigen, kennis en vaardigheden ten dienste van anderen stellen, iets voor een ander doen, ons inzetten voor een stukje hemel op aarde. Een van ons zei: het gaat niet om het hiernamaals maar om het hiernumaals.

Het zal niet altijd lukken om het juiste, het goede - in het spoor van Jezus - te kiezen. Soms valt er niets te kiezen en moet je accepteren dat het zo is. Maar dat hoeft ons er toch niet van te weerhouden om steeds opnieuw te proberen om wel de juiste keuze te maken. Om niet vrijblijvend in Jezus te geloven en jezelf Christen te noemen maar om Jezus te volgen en Christen te zijn in je manier van leven en de keuzes die daarbij horen. Wij mensen hebben keuzevrijheid Godzijdank, laten we er verstandig en goed mee omgaan.

 

Hannie van Heijster

 

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

 

2 februari 2020

Maria Lichtmis

 

OP WEG MET LICHT

 

Maleachi is niet direct een profeet,

maar iemand die een en ander opmerkt: een ZIENER.

Hij ziet in zijn omgeving dat priesters en het volk zich WEER afkeren van Gods wil en zijn geboden.

Hij voorziet dat de profeet Elia weer zal terugkeren op aarde

en orde op zaken zal stellen.

Hij is de bode die zorgt dat de weg naar God weer vrijgemaakt wordt: Maleachi ziet dat de priesters

ontrouw geworden zijn aan het verbond van God en de mensen.

Voor de zoveelste maal dwalen ze af!

Maleachi (zijn naam betekent BODE) boodschapper en als zodanig roept hij zijn toehoorders op tot bekering.

Dat is: om weer te gaan leven in trouw aan de Heer.

Nu het land er verdord bij ligt (Straf van God?)

roept hij zijn landgenoten op zich weer in verband met God te stellen en te leven volgens Gods bedoelingen.

Want de droogte die op dat moment heerst

wordt door hem gezien als straf van God.

Hij roept op tot terugkeer naar Gods geboden.

De schrijver van dit laatste boek van het Oude Testament

voelt a.h.w. aan dat er andere tijden zullen aanbreken.

In die zin wordt hij van ziener een profeet.

Met betrekking tot de evangelielezing van deze viering:

Hoofdpersonen zijn Maria en Jozef, de pasgeboren Jezus, Simeon en Hanna.

De twee laatstgenoemden zagen in het kind het Licht der Wereld. Maria bracht haar zoon als een licht de tempel binnen.

Wij zeggen nu: als het licht der wereld.

Een licht dat ook ons hier en nu kan en zal verlichten.

De basis boodschap over de geboorte van Gods zoon,

veertig dagen geleden gevierd, is

dat er een kind geboren is als LICHT.

Wellicht is de ster die de wijzen uit het Oosten de weg wees wel heel symbolisch.

Die ster bleef staan waar het Licht der wereld zich bevond.

Wat mensen later in de geloofsgeschiedenis ervaarden en

beleden werd de gebeurtenis die we vandaag weer mochten aanhoren

uiteindelijk het begin van de viering die we vandaag houden. Zoals Maria en Jozef met het Licht der wereld op weg gingen

zo worden zij nagevolgd door ons, zo’n 2000 jaar na hen.

  

TERZIJDE

Even een terzijde over wat bij de voorbereiding van deze viering ook ter sprake kwam.

Namelijk: deze lezing, ook in de parochie, was ieder jaar weer reden om te praten over wat vroeger de kerkgang werd genoemd.

Een gebeuren dat direct voortkwam uit de Joodse reinigingswetten. De vrouwen hebben feilloos aangevoeld, zeg maar in de 60-er jaren, dat zo'n reinigingsgebeuren niet meer van deze tijd is.

Het was een overblijfsel van de Joodse tradities en wetten. We mogen de moeders dankbaar zijn dat aan die traditie stilzwijgend een einde kwam.

Leve die vrouwen van toen die dat klaargespeeld hebben,

door zelf het besluit te nemen om daar niet meer aan deel te nemen. Op die manier brachten zij licht in een duistere situatie.

Dit even terzijde!

Die gang naar de tempel(40 dagen na de geboorte)

volgde de Joodse voorschriften.

Los daarvan zeggen wij liever: Maria bracht het Licht naar de tempel. Naar de gemeenschap.

Zo werd zij de eerste lichtdrager. Vraag is in hoeverre wij, 2000 jaar later, óók licht brengen in onze tijd en omstandigheden.

Een vraag die we vandaag mogen stellen is in hoeverre wij bereid zijn dat Licht onder de mensen te laten schijnen door het ontvangen licht van Christus verder uit te dragen.

Want als wij het Licht van Christus ontvangen

en weer uitdelen dan brengen ook wij

goed nieuws aan mensen, die daar wel eens naar snakken.

Daarom vind ik de slogan van de KRO-NCRV zo goed:

"Laten we wat meer naar elkaar omkijken"

En het liefst samen, want dat kan de bindende factor worden. Samen, vanuit de gedachte: Heer, geef ons Licht

opdat we dat Licht verder doorgeven aan mensen die

vaak in duisternis leven. Moge het zo zijn.

 

p. Jan van As svd

 

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

 

 

31 december 2019

Overweging oudjaarsviering 2019

 

GOED OP WEG

 

De titel GOED OP WEG en de lezing uit Mattheüs lijken weinig met elkaar te maken te hebben.

Hoe komen we dan bij deze titel: GOED OP WEG?

Zoals u weet maken we bij de voorbereiding van de dienst altijd een rondje, waarbij iedereen de vraag - Hoe was jouw afgelopen jaar?- beantwoordt.

Eigenlijk was iedereen wel tevreden over het jaar. Dus: GOED OP WEG.

Enkele opmerkingen vanuit de werkgroep:

  • We hebben uitbreiding van werkgroep gekregen
  • We krijgen voortaan koekjes bij de koffie
  • Met mijn vrouw gaat het na een zware operatie weer goed
  • Fijn, dat je ziet, als je het moeilijk hebt, dat zoveel mensen je steunen
  • Fijn, dat ik anderen kon ondersteunen bij verdriet, of heel praktische dingen zoals een lamp ophangen
  • Ik kan mijn zoon, die een huis aan het bouwen is, helpen, vooral door er te zijn
  • Ik ben op vakantie geweest en dat is een opening geweest om uit het dal te komen
  • Jonge mensen laten zich horen en voeren actie voor het milieu, voor een mooiere wereld. Ik heb gezien dat jongeren idealistisch zijn

 

Maar waarom dan deze lezing?

Johannes de Doper stelt de vraag of Jezus de Messias is.

Daarop krijgt hij geen direct antwoord.

Jezus zegt: ‘Kijk om je heen.’

Ook wij hopen op betere tijden, op vrede en gerechtigheid voor iedereen, maar precies als Johannes, hebben wij ook onze twijfels. Ook tegen ons wordt gezegd: ‘Kijk om je heen en zie het goede dat gebeurt.’

Maar dat is precies ons probleem.

Als we om ons heen kijken, of de krant lezen, zien we niet veel goeds.

Maar kijken we wel goed?

Kijken we niet te eenzijdig, naar alle negatieve dingen die  inderdaad gebeuren, en generaliseren we niet te vlug?

Een tijd geleden had p. Jan van As, hier in deze kapel een verhaal over het dak en de dakpannen. Als bij een storm een paar pannen van het dak kapot waaien zeggen we: ‘Het dak lekt.’ Dat er nog 897 pannen keurig op hun plaats liggen, daar denken we niet aan. Nee, het dak lekt.

Precies dat doen we als het over mensen gaat.

Als in de krant staat dat steeds meer jongeren in het ziekenhuis terecht komen omdat ze veel te veel gedronken hebben. Dan zeggen we te gemakkelijk: ‘De jeugd zuipt zich te pletter.’

Maar al die jongens en meisjes die zich daar niet schuldig aan maken, zien we even over het hoofd.

Als een paar opgeschoten lummels vernielingen aanrichten, omdat ze geen vuurtje mogen stoken in Scheveningen/Den Haag, dan zeggen we : ‘Die jeugd van tegenwoordig deugt nergens voor.’ Maar dat er bij de meeste jongeren ook veel idealisme gevonden wordt, daar kijken we niet naar.

Nee, het dak lekt.

We horen overal dat de zeespiegel stijgt, dat we teveel CO2 uitstoten. Dat we teveel stikstof uitstoten etc.

Maar we vergeten dat we in de jaren 80 de zure regen hadden; ook die hebben we door milieumaatregelen weten te beteugelen.

In de jaren 90-2000 hadden we een gat in de ozonlaag. Door het Montreal-protocol, dat door maar liefst 197 landen ondertekend werd, werd het gebruik van spuitbussen en fluorkoolwaterstoffen beperkt. Daardoor  is dat probleem ook grotendeels opgelost.

Daarmee wil ik niet zeggen: ‘Laat maar lopen, het lost wel op.’ Nee, gelukkig zijn er veel mensen, jong en oud, in iedere omgeving, die zich daarvoor willen inzetten. Van de Zweedse jongere milieu activiste Greta Thunberg, die jongeren opriep om in actie te komen tot de buurman die zonnepanelen op zijn dak legt, of bewust wat minder met de auto of het vliegtuig gaat.

Kijk hoe ons groepje over het afgelopen jaar dacht.

Kijk naar wat de meeste ouders voor hun kinderen over hebben.

En de meeste kinderen voor hun oud geworden ouders. Dan zie je heel veel liefde en genegenheid.

We moeten de goede dingen willen zien, want anders doen we al die goede mensen die gewoon goed leven , gewoon goed voor elkaar en de maatschappij zorgen, te  kort.

En als we ons zorgen maken over de toekomst dan is dat best terecht, maar het mag ons niet verlammen in ons streven er het beste van te maken.

Zolang er mensen zijn die goed zijn voor elkaar, goed doen aan elkaar, en hopelijk zijn wij allemaal van die mensen, dan gaan we een goed 2020 tegemoet. Amen.

 

René van de Laar, 31 december 2019

 

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

'

24 december 2019

 

OP WEG MET DE KERSTBOODSCHAP

 

Overweging van de Thematische Viering tijdens de Kerstnacht in de kapel van kloosterhotel Willibrordhaeghe

Deurne, 24 december 2019                                                                              

Beste medechristenen, Kerstvierders,

“Op weg met de Kerstboodschap”,

zo luidt, zoals u intussen weet, ons thema vanavond.

Op weg… allemaal immers zijn we op weg gegaan vanavond, op weg naar deze kapel: vanuit het hotel, vanuit Deurne en omgeving of, zoals ik, vanuit Teteringen.

Op weg ja, maar niet zomaar,

we hadden een doel voor ogen: het was immers Kerstmis. We wilden Kerstmis vieren, naar de Kerstboodschap luisteren en zien wat deze voor ons, ook nu, kan betekenen.

We hebben intussen tijdens deze viering reeds mooie en zinvolle teksten gehoord: in de bekende kerstliederen, onze gebeden en vooral de schriftlezingen.

Nu zijn we dan op een punt gekomen dat ik wil proberen samen met onze liturgische werkgroep - proberen ja, meer is het niet - via de overweging ons allen te inspireren om ons deze Kerstboodschap eigen te maken en er inderdaad mee op weg te gaan…  

Op zich is dit niet iets nieuws, dit proberen we immers elk jaar. Bij het dertigjarig bestaan van onze kerstnachtvieringen hebben we, menigeen herinnert het zich nog wel, een boekje uitgegeven met de veelzeggende titel “Kerstmis in veelvoud”. In veelvoud ja, je kunt het kerstgebeuren en dus ook de Kerstboodschap van vele kanten benaderen, be-mediteren, proberen te vertalen en te actualiseren. Ieder jaar weer anders, en toch weer met dezelfde bedoeling.

En zo staan we nu dus meer bewust stil bij de Kerstboodschap en willen we daar mee op weg gaan…

 

De kern van de Kerstboodschap vinden we terug in het Oude Testament en dan vooral bij de profeten en daar met name bij Jesaja.  In vele prachtige visioenen heeft hij die Boodschap geschilderd.

Eén van die visioenen hebben we u laten horen, een visioen om blij en dankbaar bij stil te staan. “De woestijn zal vrolijk zijn en bloeien als een lelie. Blinden zullen kunnen zien, doven horen, mensen die niet konden lopen, zullen springen en mensen die niet konden spreken, zullen roepen en zingen. En dan… dan zal er een weg lopen naar Jerusalem, de Heilige Weg voor alle mensen die van goede wil zijn.” Prachtig toch dit visioen van mensen op weg naar bevrijding, heel-making, mensen nabij zijn. Een echte hoopvolle Boodschap. En het zal de mensen als muziek in de oren geklonken hebben!

Johannes de Doper neemt dit visioen over en spoort zijn tijdgenoten aan: “Maak de weg klaar voor de Heer. Ja, maak de weg recht en verwijder alle obstakels want dan zal iedereen zien dat God redding brengt.”

Weer een nadere aankondiging van de Kerstboodschap. En de mensen vragen hem: wat moeten wij doen? En hij antwoordt: “Wie twee hemden heeft moet er een geven aan iemand die er geen heeft en wie te eten heeft moet delen met een ander die niets heeft.”

 

En dan wordt het Kerstmis … en wat Jesaja nog ziet als een visioen en Johannes   aankondigt, wordt werkelijkheid in die eerste kerstnacht. We horen het de engel tot de herders zeggen: “Schrik niet want ik heb een blijde boodschap voor jullie, een grote vreugde voor het hele volk. Vannacht is in de stad van David jullie Redder geboren. Hij is de Messias, Christus de Heer.” En we horen dat een hele groep engelen die boodschap overneemt en zingt: “Vrede op aarde aan de mensen van wie God houdt.”

Het is maar een korte boodschap, niet zo uitgebreid als het visioen van Jesaja of de boodschap van Johannes. Er wordt alleen maar verteld: de herders gaan naar de stal, vertellen kort wat ze ervaren hebben en gaan dan weer terug naar hun kudde. En Maria? Ze bleef nadenken over wat de herders gezegd en beleefd hadden….

Er wordt dus niet verteld wat zíj met die Boodschap, de vervulling van dat visioen, gedaan hebben… Daar gaat het ook eigenlijk niet om, het gaat om het Kerstkind zelf.  Hoe Hij dat visioen werkelijkheid gemaakt heeft en dat kunnen we lezen in het verdere verslag van het optreden en leven van dat Kerstkind. Op bijna elke bladzijde van het Nieuwe Testament zien en ervaren we hoe Jezus met dat visioen, met die Boodschap, op weg is gegaan.

Denken we aan zijn bezoek aan de synagoge: “Hij rolde de boekrol open en las: De Geest van de Heer rust op mij. Hij heeft mij gezonden om goed nieuws te brengen aan de armen, om gevangenen de vrijheid aan te zeggen, de blinden het daglicht en de onderdrukten vrij te laten.” En dan gaat Hij verder: “Deze profetie, dit visioen, is vandaag in vervulling gegaan.”

Of denken we aan zijn antwoord aan de leerlingen van Johannes die hem om zijn “papieren” vroegen: “Ga Johannes vertellen wat jullie gezien en gehoord hebben. Blinden zien, lammen lopen, melaatsen krijgen een nieuwe huid, doven horen, doden worden opgewekt en het blijde nieuws wordt verkondigd aan de armen.” U hoort het, bijna een letterlijke vervulling van het visioen van Jesaja. Jezus gaat duidelijk op weg met deze Blijde Boodschap, met de Kerstboodschap!

 

En dé vraag is nu aan ons vanavond: willen ook wij met deze Kerstboodschap op weg gaan, willen wij deze nu, anno 2019/2020, tot de onze maken en vervullen? Jezus heeft, zoals we hoorden, die Kerstboodschap verkondigd en waar gemaakt, heeft het visioen van Jesaja omgezet in concrete daden, maar het was en is zijn wens dat wij, zijn volgelingen, deze boodschap nú verder doorgeven, ermee voor de dag komen, ja mee op weg gaan. Willen we dat? Kunnen we dat? En hoe moeten we dat dan waar maken: blinden laten zien, doven horen, lammen lopen…?

Ik zei het al in de inleiding van deze viering: als we om ons heen kijken - dichtbij en ver weg, denk maar aan het dagelijkse journaal - zien en ervaren we dat er nog veel te doen is: aan vrede, begrip voor de ander, armoede, zorg voor elkaar en voor de schepping…En heel veel mensen, zo lees je deze dagen in de media, hebben het wel gehad met Kerstmis en dus ook met de Kerstboodschap. Ze voelen zich lamgeslagen, moedeloos.

En dus nogmaals de vraag: willen wij wél met deze Kerstboodschap op weg gaan, er invulling aan geven?

Wij van de werkgroep hebben ook bij deze vraag stilgestaan en zeiden: kijk, we zijn nu reeds ruim 45 jaar als liturgiegroep op weg, maar we zijn nog lang niet moegestreden. Integendeel: elk jaar en dus ook dit jaar geloven we erin, staan wij ervoor open, open voor Gods plan met deze wereld: een wereld van gerechtigheid en liefde, barmhartigheid en verzoening. En door deze viering, nu vanavond, hopen we én aan elkaar én aan u allen te laten zien dat die Kerstboodschap - natuurlijk vertaald in onze taal en tijd en mogelijkheden - nog steeds de moeite waard is. Dat het geen boodschap is uit een ver verleden, maar een boodschap die actueel is en dus inspirerend, en die omgezet kan worden in daden of woorden.

Uit onze voorbespreking wil ik enkele suggesties aanhalen, voorbeelden die duidelijk laten zien dat het inderdaad mogelijk is.

= De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid zegt in een interview: “Mijn geloof is de basis voor mijn handelen. We hebben twee eenvoudige boodschappen meegekregen: God liefhebben en de naaste. En ik weet dat God een speciale plek heeft voor de zwakken en elke dag oefen ik me daarom erin de zwakken te beschermen in het spoor van Jezus.”

“En”, zegt hij verder, “bij vrede gaat het in de Bijbel vooral om innerlijke vrede: vrede hebben met jezelf en je omgeving.” Een prachtig getuigenis!

= Bij Lucas zien we dat de herders, de “kleyne luyden”, met het goede nieuws op pad gaan. God houdt inderdaad van de zwakken. Dus….

= Paus Franciscus zei eens: “Ik ben niet op zoek naar de perfecte gelovige, ik ben op zoek naar de mens die omziet naar de ander zoals de man van Nazareth dat in zijn tijd deed.”

= Een andere suggestie: Zoals Maria kunnen we die boodschap ook in ons hart overdenken, dan vinden we vanzelf manieren om in actie te komen.

= Of: probeer medestanders te vinden! Als ieder één persoon mee kan krijgen werkt dat als een olievlek en ontstaat er steeds meer vrede op aarde. 1+1 is 2; 2+2 is 4; 4+4 is 8…  

= Of: Soms hoor je pas na vele jaren dat iemand je komt bedanken voor je hulp in een benarde situatie, maar… jouw hulp heeft hem of haar destijds wel geraakt en geholpen.

= In dagblad “De Stem” las ik: Jan, een gehandicapte, kreeg na een 12,5-jarig dienstverband bij een supermarkt een jubileumpremie mee, maar moest deze direct aan het UWV inleveren, omdat hij een uitkering genoot. Er werd spontaan een inzamelingsactie op touw gezet om hem alsnog het geld te geven… Een kille maatschappij, maar hartverwarmende medemensen…

 

Eenvoudige voorbeelden? Zeker, maar: “het zijn de kleine dingen die het doen.”  Of zoals bisschop Desmund Tutu het zegt: “Goedheid is sterker dan slechtheid; liefde is sterker dan haat; licht is sterker dan duisternis; leven is sterker dan dood.”

Wij zeiden het in 2016 zo: “Een goed mens is als een klein licht dat wandelt in de nacht van onze wereld en op zijn weg gedoofde sterren weer aansteekt.”

Laten we als een licht op weg gaan met onze Kerstboodschap en zo medemensen aansteken. In die geest wensen we elkaar een Zalig en inspirerend Kerstfeest. Amen. 

                                                                                                   

p. Koos van Dijk svd